De docenten bestonden ondermeer uit officieren van het korps.
Op 9 augustus 1931 werd hij beneomd tot dienaar van de politie waarvoor hij bij Brinkman de eed aflegde.
Met nadruk wordt het personeel er op gewezen dat men niet moet denken een vaste aanstelling te krijgen als men geen politiediploma heeft.
Kennelijk gingen de voor de oorlog aangestelde politiemensen ervan uit dat men gewoon zonder diploma verder kon.
Vooral de kennis van de Nederlandse taal liet veel te wensen over zoals blijkt uit de voorbeelden die werden aangehaald:
-
een kandidaat schreef "ik zach" en "ik hadt"
-
"de geleider heeft op mijn gezag het paard uitgespannen en is onder mijn toezicht overgebracht naar de stal."
-
"tal van feestelingen zag men doornat van het zweet de vloer doorkruisen"
Toezichthouder in het pension was Jan Sanders.(l)
De school startte met 25 adspiranten die hun eigen pensiongeld moesten betalen.
- Strafrecht 5 uren; (Pijls)
- Processen-verbaal, rapporten en praktisch politieoptreden 4 uren; (Wieland-later korpschef Geldrop)
- Strafvordering 3 uren; (Hannessen Tilburg)
- Bijzondere wetten 4 uren; (Vrenssen)
- Verkeerswetgeving 2 uren; (Odekerken)
- Staatsinrichting en Rechterlijke Organisatie 2 uren; (Dunnewijk Hip. Den Bosch)
- Nederlandse taal en Algemene Ontwikkeling 5 uren; (Frater Simon Deltour)
- Vorming 2 uren;
- Geestelijke verzorging 1uur;
- E.H.B.O. 1 uur;
Exercitie, militaire vorming en houding. gymnastiek, jiujitsu, zwemmen, boksen, schieten, wapenkennis in totaal 7 uur.
(sport; Jonkers)
Exercitie van Soerland en Adj.Verhoeven)
achterste rij links Piet Strucks - 4e van links: C. van den Boomen - 6e van links: Piet Wiegers - 2e van rechts Piet Alkema
Middelste rij 2e van rechts: Nol Boeijen
Middelste rij 2e van links Okke Kok
2e groep van links staat Piet Wiegers in het midden.
3e groep van links vooraan Okke Kok en daarachter Piet Strucks en Giel Schneijdenberg.
5e groep van links staat vooraan Piet Alkema
Exercitie van de klas 1957-1958.
linker rij 2e: Piet Alkema en rechter rij 4e van achter: Giel Schneijdenberg.
.
1: Piet Wiegers
2: Piet Strucks
3: Giel Schneijdenberg
4: C. van den Boomen
5: Leo van de Leur
6: Okke Kok
Geslaagd en daarom poseren bij het hoofdbureau aan de Grote Berg.
Voorste rij: 4e van links Piet Wiegers en 6e vl is Piet Strucks.
Middelste rij: 2e van links Leo van de Leur en 5e van links Giel Schneijdenberg.
Achterste rij: 2e van links Nol Boeijen 3e van links is Toon Yntema en 5e van links is Piet Alkema en uiterst rechts is Okke Kok.
Staande vlnr: Gerard Hortensius - Henk Swinkels.
Een bekend beeld bij velen. De boeken van Stapel & De Koning op tafel en studeren. Al die boeken moesten tenslotte in één jaar worden doorgeworsteld
De instructie werd gegeven door Piet van Soerland en Piet Musters. Later werden er meerdere instructeurs aangesteld. In het begin ging het voornamelijk om 'roosjes melken'. Er werd op een roos geschoten en je moest een minimaal aantal punten halen.
Later ging dat veranderen door te schieten op een popschijf en kwam de nadruk meer te liggen op noodweer schieten en zelfverdediging.
Vlnr: Kees Janse - Verhallen - Hassing en Henk Koeneman.
Degenen die hier schietinstructie hebben gehad zullen zich ongetwijfeld het hokje van de beheerder van de schietbaan in Oirschot herinneren.
Daar stond een kacheltje te branden waar de hele dag een grote pot koffie op stond te pruttelen. Ook de hygiëne van het servies was ver te zoeken.
De koffie was zo sterk dat je lepeltje er rechtop in bleef staan.
Vlnr: Roel van de Vlag - ? - Timmermans - Piet Musters - Rietveld en Smulders.
Niet meer roosjes melken maar noodweer schieten etc.
Bart Verhoeven was een van de latere instructeurs (onder)
2= Bovenverdieping de leslokalen en beneden de kamers van de staf/directie en de kamer van de wachtcommandant. (bij toerbeurt een van de leerlingen)
3= De binnenplaats waar iedere morgen het appél werd afgenomen en alle klassen stonden aangetreden. Ook exercitieterrein.(Dat stond toen ook op het lesprogramma)
4= Beneden was de kantine met bar gesitueerd die tevens werd gebruikt om judoles en bokslessen te geven.
5= Onder het afdak hingen de schietschijven en hier werden schietlessen gegeven. Later werden die gegeven op de schietbaan in het bureau te Heerlen
6= Het sportveld. Hier werd oa. gevoetbald. Op deze foto stond er gras op maar wij hebben in 1965 regelmatig gevoetbald terwijl we na regenbuien door de modder (klei) liepen. Gevolg: Trainingspakken die vol modder zaten werden opgeborgen in de kelder onder gebouw 1. Na een dag kon je de pakken gewoon rechtop zetten door de hard geworden modder.
7= Een achter het kasteel gelegen boerderij (had overigens niets met de opleidingsschool van doen.)
In 1965 was er grote bezorgdheid over de toekomst van het korps met betrekking tot de werving van nieuwe agenten. Men zag dit somber in. In dat jaar werden 600 ULO scholen bezocht en dat had maar 6 nieuwe adspiranten opgeleverd.
Ieder korpslid werd dan ook opgeroepen om namen van jongelui door te geven van wie men vermoedde dat die interesse in het politievak toonden.
Het hoofd personeelszaken (Schoonebeek) zag het somber in en schreef dat er wellicht eerst een boot met geld voorbij zou moeten komen om uitbreiding van het korps mogelijk te maken.
Er was ook onder jonge politiemensen grote woningnood. 10 % van het totale executive personeel was woningzoekend.
Slechts één jaar later begon de animo onder jongeren om bij de politie te gaan werken, beter te worden.
Verder zijn bekend de aspiranten van de GP Eindhoven:
2: Johnny van de Winkel - 3: Piet van Megen- 4: Nico Waterschoot - 5: Wil van Brunschot - 6: Emiel Stutz - 7: Arends - 8: Peter van Zanten - 9:Theo van Spreuwel
Boven rechts: Knielend: David Denkers.
Als je iemand wierp moest je oppassen om hem niet tegen een van de ijzeren verwarmingsradiatoren te gooien. (zie foto onder)
Men mocht, ondanks dat de meesten al een rijbewijs hadden, niet zomaar in een surveillanceauto rijden.
- Je moest eerst een rijvaardigheidsproef afleggen met als resultaat "ruim voldoende."
- Dan kreeg je voor 3 maanden een voorlopig dienstrijbewijs en mocht je alleen met een ervaren chauffeur als bijrijder rijden
- Na 3 maanden weer een rijproef met als resultaat "goed".
- Na verkrijging van het dienstrijbewijs volgde na 1 jaar een voortgezette rijopleiding die iedere 2 jaar moest worden herhaald.
Naast een dienstrijbewijs werd ook voor het EHBO-diploma opgeleid. Dat bestond al heel lang.
Het hieronder afgebeelde is van Herman Mulder die dat in 1951 behaalde. Zoals te zien werd de opleiding gegeven door Dr. Spoorenberg van de GGD Eindhoven.
Het werd ook ondertekend door de toenmalige hoofdcommissaris Bote van de Werf met de vermelding dat de politieman toegang had tot door politie afgezette terreinen om EHBO te verlenen.
Opleiding 1-4-1963
Achterste rij uiterst rechts: Wil van Brunschot (Eindhoven)
Klas B 1-10-1963 met op de voorste rij in het midden brigadier de Jong (uniform)
Achterste rij rechts: Lambert Lagarde (Eindhoven)
2e rij staande: 2e van links: Jos Raaijmakers (Eindhoven)
2e rij staande, uiterst rechts: Huub van de Winkel (Bijnaam Johnny)
Zittend niet in uniform: Gerard Arends (Eindhoven)
De accommodatie was naar huidige maatstaven Spartaans. 13 jongens in stapelbedden op één kamer die zo klein was dat je bij wijze van spreken op elkaar moest wachten om je bed uit te kunnen.
Het voetbalveld was gewoon een kleivlakte zonder gras. Als je bij regenweer op dat veld had gespeeld was je trainingspak doorweekt en totaal met klei besmeurd. Omdat er geen droogvoorzieningen waren werd je kleding in een kelderruimte gehangen waardoor de klei opdroogde en je het pak gewoon rechtop kon zetten tot de volgende wedstrijd.
In de entree van het kasteel hingen alle klassenfoto's van alle leerjaren die aan de school waren opgeleid.
In deze klas zaten 3 Eindhovense adspiranten. Achteraan rechts Joop Blummel
Middelste rij Peter van de Wal en Hans Kokhuis (respectievelijk derde en tweede van rechts.)
Men vond het zo bijzonder dat we zelfs het Limburgs Dagblad haalden. Een geweldig weerzien met elkaar alsof er geen 50 jaar tussen zaten. Helaas waren er al 2 klasgenoten op relatief jonge leeftijd overleden.
De A-klas na het examen. Er werden twee klassefoto's gemaakt. Een met de directie (met netjes de pet op) en een met de brigadier de Jong en sportinstructeur Gijs Cornelissen (wat meer onspannen zonder pet)
Eindhovense cursisten waren Loek de Folter (zittend links) - Thijs den Hartog (1e rij links) Jan Smeets 1e rij 2e van links) Gerard Sas (3e rij we van links) en Herman van Zanten ((achterste rij 2e van links)
vlnr: Jan Smeets - Piet van Soerland - Harrie Habets - Huub Raeven - N. Thijssen - Gerard Sas.
Anderhalf jaar eerder toen ik (webmaster) werd beëdigd, was dat nog anders.
Ik ging op de fiets met adjudant van Soerland naar het gemeentehuis. Werd op de kamer van de burgemeester beëdigd, kreeg het korpsbrevet uitgereikt dat ik op de gang mocht opspelden. 's Avonds de nachtdienst in.
Staande: Hans Klaassen (1e links) Kees van de Ven (3e van links) Jan Kersten (4e van links) - Vincent Reukers (4e van rechts) Ton Beliën (2e van rechts)
De leerlingen werden, de langdurige buien trotserend, ruim voor tijd in gelid geposteerd op het parkeerterrein voor het instituut.
De komst van de Minister liet nogal lang op zich wachten en aldus sloeg de verveling toe.
Nu wilde het toeval dat Zijne Excellentie kort daarvoor door de douane was betrapt op de smokkel van zo’n 1000 pakjes sigaretten en deze ‘misdaad ‘ was uiteraard het gesprek van de dag.
Tijdens de inspectie van de wacht zette het aspirantenkoor ter plaatse, spontaan en met zacht gezang, het liedje in: ”Hij was een smokkelaar ”…Beernink toonde tijdens de douanecontrole zijn diplomatieke pas en mocht zijn smokkelwaar behouden, aldus de Telegraaf. Zijn smokkeltruc leidde overigens niet tot strafrechtelijke of politieke gevolgen.
De nieuwe school in Heerlen. Van alle gemakken voorzien die in de tijd van Doenrade ongekend waren.
Schietles in de voor die periode (1969) zeer moderne schietkelder in de nieuwe politieschool.
Schutters zonder gehoorbescherming, met uitzondering van de instructeur adjudant de Jong.
2e van links Fons van Vlerken korps Eindhoven.
In de school was een complete praktijkruimte ingericht, zoals een winkel, bar etc. waar de studenten praktijklessen kregen (foto's onder vd curusus 1977)_
Eindhovense cursisten: Aan de tafel in burger Els Brekelmans-van Woensel, Rechts zittend Loek Mies. Op achtergrond de dames Marjan Caelen (links) en achteraan staande Lucia van Daal. Uit raam hangend Jos Rijnaarts.
Waarschijnlijk praktijkles over de Warenwet met dezelfde Eindhovense cursisten als vorige foto.
Els Brekelmans-Van Woensel tijdens de les Praktisch Politieoptreden.
Klas 47 in oktober 1970.
2e rij, 2e van links Fons van Vlerken. 3e rij. 4e van links, Henk van Wandelen. (beiden voor korps Eindhoven)
1: Chris Oosterveen 2: Henk van Beek 3: Johan Hobbelen 4: Geert van Agt 5: Geert Veroude.
middelste rij van voor naar achter:
Willem van Strijb-Willie Heinen - Frans van Dorp - Nico Dohmen - Marcel Vilé - Henk van Beek - Geert van Agt - Geert Veroude - Piet Weterings
Achterste rij van voor naar achter:
Ben Jooren - Wim de Jong - Harm Ronde - Cor Louwers - Josef Slagers - Bert van den Boom - Jo Dammers - Nico Sprik - Henny Smits.
klik op de afbeelding voor vergroting.
Op de voorste rij vlnr:
Chris van Seters (personeelszaken) - Dees de Jaeger (hfd verkeer) - HCvP Cees Vringer - Schoonebeek (hoofd personeelszaken) Wim Schoon en Hans van den Bergh (surv.dienst) en Hfd.Insp. Jan Menger.
Op de achterste rij (de mannen vlnr):
? - Aad Kops - ? - Jan Brouwer - Peter van Zanten - Thijs van Vuuren - Wim Cleijne - Wim Zwiers (recherche) - Jan Keuning - ?
Herman Weimar (l) kwam in mei 1973 van de gemeentepolitie Amsterdam bureau Lodewijk van Deysselstraat (Amsterdam -Osdorp) naar de GP Eindhoven.
Omdat het in die tijd toch niet zo vaak voorkwam dat dienders van buitenaf instroomden, werd hij individueel beëdigd door wijlen hoofdcommissaris Odekerken op diens kamer op de 1e verdieping aan de Grote Berg 59.
De Eindhovense adspiranten voor de klas 1973-1974
Het was gebruik dat van de nieuwe adspiranten, voor hun vertrek naar de opleiding, een groepsfoto werd gemaakt voor het hoofdbureau aan de Grote Berg 59.
In deze klas met geslaagden zaten 3 agenten voor Eindhoven.
Achterste rij: 3e van links Frans Hijnen en rechts naast hem Henk Mobach.
7e van links Theo Raap
Groepsfoto genomen na de selectie en vóór aanvang van de opleiding oktober 1974.
Vlnr: ?, Alex Theunen, Jaap Frerichs, Peter Mulders, Ger Verhoeven, Peter van Moorsel, Johan Heijnemans, ?,Peter van Kaathoven, Piet van Schooten, ?, Cyriel Poppelaars, Chris Coolen, Jac Neijts, Ton de Kort, Leo Sevriens en Ad Kok.
Groepsfoto ZNIvGPO klas 80 (okt. 1974 – okt 1975).
nummer 1: Ad Kok; staand geheel rechts Piet van Schooten; daarnaast Joop Heinen en
nummer 2: Johan Heijnemans en nnmmer 3: Piet van Schooten.
Voor het korps Eindhoven: Piet van Schooten(1) Johan Heijnemans(2), Ad Kok(3)
met 3 Eindhovense agenten:
vooraan links Hans Strijbos
Achteraan 3e van links: John Leuvering
2e rij 2e van rechts: Martien van Eerd.
Onder leiding van sportinstructeur Gijs Cornelissen (lichte shirt) werden in het Limburgse heuvelland de beruchte veldlopen gehouden.
Gijs liep altijd mee, enkele keren per dag.
Vlnr: Jos Hagen(†) - Stan van den Buijs - Henk van Middelkoop-Jan Sweere-John Leuvering-Bert van 't Schip-Martien van Eert-Hans Strijbos-Frank Schellekens-Wim Steinbusch en Frans Heessels.
In onderstaande krantenartikelen gaf burgemeester van der Lee aan dat hij een eenjarige opleiding veel te kort vond en hij pleitte voor een driejarige opleiding.
Nu zouden de opgeleiden te weinig kennis opdoen van "Schakeringen van Sociaal en Maatschappelijk gebeuren die de werkzaamheden van een politieman steeds nadrukkelijker gaan markeren." Daardoor zou de relatie tussen politie en burger verstoord dreigen te raken.
Links Henk van Middelkoop en naast hem Martien van Eert.
Aan de geslaagden werd een boekje uitgereikt van de KNBRD.
In
Dit en de constatering dat Nederland wat betreft het aantal vrouwen in de executieve dienst achterbleef bij sommige andere landen waren de redenen voor het beleggen van een studiebijeenkomst in 1966 te Heelsum.
Een belangrijke conklusie van deze studiebijeenkomst was dat de vrouw in het algemeen een grotere plaats zou moeten krijgen in het politieapparaat en dat bestaande restricties in de executieve dienst (hoofdafdeling Surveillance) zouden moeten worden opgeheven.
- er werkten 149 vrouwen bij geüniformeerde afdelingen, verdeeld over 26 korpsen;
- na Heerlen volgde in 1954 Amsterdam;
- van de 11 hoofdcommissariaten kenden 8 vrouwelijke politie, waarvan 7 -net overtuiging;
- in het enquêtejaar bleek Rotterdam topscorer met 26 vrouwen, gevolgd door Amsterdam en Den Haag met ieder 20. Oss bijvoorbeeld had er toen al 3.
Wat betreft diensttijden en werkzaamheden, nam Amsterdam toen al een aparte positie in; het was het enige korps waar vrouwen in een 24-uurs dienst rouleerden. In 15 andere korpsen deden vrouwen dienst tot uiterlijk 19.00 uur en de overige kenden de roulerende dag- en avonddiensten.
Alleen in bijzondere situaties zou hij voor aanstelling van vrouwen zijn, bijvoorbeeld wanneer en veel vacatures in het korps waren. Pas in 1975 begint in Eindhoven het balletje te rollen.
In een communiqué van de dienstcommissie stond letterlijk: "De personeelsvertegenwoordiging is er geen voorstander van indien bij ons korps zou worden overgegaan tot de aanstelling van een aantal vrouwen. Na ampele discussie deelde de waarnemend hoofdcommissaris mede dat bij ons korps vooralsnog niet zal worden overgegaan tot aanstelling van vrouwelijke agenten".
In zijn nieuwjaarstoespraak van januari 1976 geeft van der Lee aan dat hij enkele vrouwen op proef zal aannemen hoewel hij er van op de hoogte is dat de hoofdcommissaris (Vringer) dat niet ziet zitten.
Hij verwoordt dat als volgt: "Ik weet dat mijn plan voor enige beroering heeft gezorgd maar ik hoop toch dat het korps ze op collegiale wijze zal accepteren."
Hoofdcommissaris Vringer zegt in zijn toespraak van dat jaar: "We hebben niet om hun komst gevraagd maar eerbiedigen het genomen besluit".
Aanvankelijk wilde men starten met vier vrouwen, snel daarna werden dit er om praktische redenen vijf.
Er zou er immers wel eens een kunnen stranden tijdens de opleiding! Dit gebeurde echter niet en per 1 oktober 1977 deden Eef van Hoogstratenoogstraten, Marjan Caelen, Els van Woensel, Tine van Eijck en Lucy van Daal hun intrede in ons korps.
In het midden docent Nico Waterschoot met enkele geslaagde dames
Voor Eindhoven was dat uiterst links Els van Woensel en uiterst rechts Lucia van Daal met naast haar Marjan Caelen.
"Een historische dag voor de gemeentepolitie Eindhoven", zegt Hans van den Bergh, hoofd van de hoofdafdeling Surveillance, wat toen nog de surveillance en bewakingsdienst was.
Voorste rij vlnr: Els v an Woensel - Lucia van Daal - Eef van Hoogstraten - Tine van Eijck - Marjan Caelen.
Op de achtergrond brigadier Victor Frans Godfried met naar hem Cyriel Poppelaars.
Hoewel hoofdcommissaris Vringer in zijn beëdigingstoespraak aangaf dat de vrouwen gelijkgesteld zullen worden met hun mannelijke collegae, en dus in de surveillancedienst zullen beginnen, geeft hij aan het einde van zijn toespraak aan: "De vrouwelijke agenten moeten zich realiseren dat hun inzet en prestaties nauwlettend en met veel belangstelling zullen worden gevolgd, om te kunnen beoordelen, of zij aan de verwachtingen voldoen."
klas 1976-1977
1e rij staande uiterst rechts Jos Rijnaarts.
Dit zijn de Eindhovense korpsleden.
Onder: Een wat minder officieel moment.
Staande 4e van links Paul van Haarlem en 2e van rechts Loek Mies
met 3 Eindhovense kandidaten
Achterste rij, 3e van rechts: Titus Crombach.
zittend 2e van links: Eef van Hoogstraten en 2e van rechts Tine van Eijk.
Staande achter uiterst rechts: Ad Aben (†) met naast hem Leo Steur.
Staande achterste rij 2e van links: Koos van de Griendt
Staande voorste rij 4e van links: Ad Berkers.
Achteraan uiters rechts: Koos van de Griendt met naast hem Ad Aben (†).
De vrouw is Eef van Hoogstraten.
Aachteraan links: Eef van Hoogstraten.
In 1977 was dat bij de vrouwen de Eindhovens adspirant Eef van Hoogstraten. (foto's onder)
Tweede van rechts is Adjudant Piet van Soerland die altijd de taak had nieuwe agenten wegwijs te maken in het korps en de beëdigingsplechtigheid te leiden.
Zittend uiterst rechts: Wilte de Groot.
Onder leiding van sportinstructeur Gijs Cornelissen werden marsen gelopen als onderdeel van de opleiding.
Les P.P.O (Praktisch Politie Optreden) in 1980. De adspiranten voor het Eindhovense korps zijn Theo Heller (links) en Gijs Methorst (rechts.)
3e van links is Bert Bakker (docent) die voorheen in het Eindhovense korps werkzaam was.
achter v.l.n.r: William Damen, Peer Retera, Bert ter Voert en Peer Huskens
Voor v.l.n.r: Ruud Maas, Alger Visser, Geert Achten en Jan de Laat.
Dit was de laatste groep agenten die vanuit het toenmalige hoofdbureau aan de Grote Berg 59 naar de opleiding ging.
Een jaar laten werden ze ook als eerste groep beëdigd in het restaurant van het nieuwe hoofdbureau aan de Mathildelaan. (onder)
Rechts Peer Huskens en midden Peer Retera. Burgemeester Borrie feliciteert de nieuwe agenten.
Vlnr: Ruud Maas - Peer Retera, Peer Huskens, Jan de Laat, Alger Visser, Geert Achten, William Damen en Bert ter Voert
Op 13 november 1980 werden in het bureau Woensel aan de Koning Arthurlaan 14 nieuwe agenten beëdigd door burgemeester Gilles Borrie.
In 1976 werd bij gelegeneheid van een beëdinging in de krant vermeld dat het korps in 1977 op sterkte zou zijn. Dat heeft dus wat langer geduurd.
De nieuwe agenten waren:
Voorste rij vlnr: Jolanda Stevens - Christa Schutters - Sylvia Kanters - Kitty Odendaal - Rob Lingeman - Peter van Delft en Henny Verwimp.
Achterste rij vlnr: Theo Heller - Hans Duyvesz - Gijs Methorst - Fred den Ouden - Fred Emmerik (niet zichtbaar) - Roland van de Biggelaar - Perry Oosterbosch.
Fred Emmerik is op deze foto niet zichtbaar.
Dit is de lichting oktober 1981 die een jaar later werd beëdigd door burgemeester Gilles Borrie.
eerste rij vlnr: Nico Rutten - Werner van Brussel -André Huisman - Peter Rutjes † - Marcel van Gessel † - Wim van den Biggelaar en Jolanda Vermeulen.
tweede rij vlnr: Henri Boon -John Spork (met bril)- Theo Rutten- Frank Meeuwsen - Tom Verleg - Lucas Koetsenruijter en Paul van den Oord met achter hem zijn vader die ook bij het korps werkzaam was.
Vlnr: Jos van Riet - burgemeester Gilles Borrie - Jolanda Vermeulen - Wim van den Biggelaar - Marcel van Gessel - Peter Rutjes † - Lucas Koetsenruijter - André Huisman - Frank Meeuwsen - Werner van Brussel.
knielend vlnr: Tako Meijer - Bart Spieringhs - Ton de Cock - Ingeborg Hofstede
Staande vlnr: Martin van Els - Williejan Damen - Nanda van der Schel - John van Oorsouw - Ellen Dillen - Minke Greefhorst - Sjef van Hoof - Sjors Thomassen - Gerard van Bakel - Joep van Meijel - Bart Coppens.
Klik op de afbeelding voor vergroting.
Na de opleiding de beëdiging door burgemeester Dr. Gilles Borrie in het restaurant van het hoofdbureau aan de Mathildelaan.
Vlnr: Ellen Dillen - Minke Greefhorst en Sjef van Hoof. Rechts HC Rob Hessing.
Na geslaagd te zijn werden ze een jaar later beëdigd. Ze kregen de twee strepen van agent en het korpsbrevet opgespeld.
achterste rij vlnr: Sjef van Hoof - Williejan Damen - Bart Spieringhs - Ton de Cock - Bart Coppens - Sjors Thomassen - Joep van Meijel - John van Oorsouw -
Voorste rij vlnr: Minke Greefhorst - Ingeborg Hofstede - Nanda van der Schel - Ellen Dillen - gehurkt Martin van Els
De dames van de lichting oktober 1986.
Vlnr Lizzy Willems, Ine-Marie van de Veerdonk, Monique Moonen, Sylvia van Jongen/van Rooy, Jolanda Goyarts, en Renea Dircks
Met bril Lucré van Dael en in het midden Yvonne Cornelissen. De naam van de 3e collega is mij onbekend.
Gestart met de opleiding in 1987. Na het behalen van het diploma de beëdiging door korpschef Rob Hessing.
20-12-1988
Vlnr: Jacqueline van der Waal - Monique Nieuwkerk - Ester Wijgergans - Ingrid Kerkhoven - Hanneke Ensing.
In 1993 werden twee nieuwkomers beëdigd op de kamer van hoofdcommissaris Huub Raeven.
Dat waren Karin van Leest en Ruben Amatsakio.
Links Ruben Amatsakio en rechts Karin van Leest
Vooraan links Ed Mulder.
Eind zestiger jaren kwam een nieuwe school voor middenkader in Zutphen (bij de rechercheschool)
In 1968 voerde men een dienstcursus in die werd gegeven door docenten uit het eigen korps (officieren)
Er kwamen voor het eerst summiere faciliteiten die er tot dan eigenlijk niet waren.
Voorheen volgde je de cursus aan het hoofdbureau tussen 19.00 en 22.00 uur. Als je nachtdienst had betekende het dat je 's morgens om 8 uur naar huis ging om te slapen. Om 19.00 uur weer aan het bureau voor de cursus tot 22.00 uur en daarna weer de nachtdienst in.
Een andere markante docent was hoofdinspecteur Vrenssen. (boven links)
Hij is mij altijd bijgebleven als een zeer intelligente man die een heel aparte uitstraling had. Iemand waarvoor je automatisch respect had.
Hij stond bekend als een vraagbaak voor iedereen en behoorde ook tot de examinatoren voor het B-examen.
In vergelijking met het A-diploma was de B-opleiding uitgebreider en werd er veel dieper op de materie ingegaan.
In aanmerking genomen dat niet iedere bezitter van een B-diploma ook automatisch in aanmerking kwam voor de rang van brigadier, kon worden geconcludeerd dat het voor de jongere hoofdagent zeer te moeite waard was om de B-opleiding te gaan volgen.
Er werd les gegeven in:
-
Nederlandse taal
-
Verkeersrecht
-
Staatsinrichting, Organieke Wetten en Processen-verbaal
-
Bijzondere Wetten
-
Strafrecht en Strafvordering
-
Opsporingsleer
-
Dienstcorrespondentie
-
Burgerlijk Recht
H. Buteijn, een zoon van een oud-adjudant van de kinderpolitie, gaf de cursus Engels. Zijn vader was er trots op toen hij hoorde dat hij daarvoor was benaderd. "Goddank. Nu is er tenminste nog een 'n klein beetje bij de politie", waren toen zijn woorden.
Buteijn heeft van 1966 tot 1983 les gegeven aan zowel het bureau aan de Grote berg als aan de Mathildelaan.
Hij maakte de start na daartoe het verzoek te hebben gekregen van adjudant van de Palen die, net als Buteijn, in zijn vrije tijd imker was. Van de Palen was destijds bestuurslid van de Katholieke Politiebond St.Michael.
De cursussen werden door hem stoomcursussen genoemd omdat het getuigschrift binnen een jaar moest worden gehaald. Dat was voor degenen die een vooropleiding als MULO of HBS hadden gehad geen probleem maar wel voor de ouderen die zo'n vooropleiding niet hadden genoten.
Buteijn loste dat op door die mensen bij hem thuis extra bijlessen te geven en proefexamens af te nemen.
Er waren er zelfs die 's morgens nog even bij hem thuis kwamen om een proefexamen te doen terwijl die in de middag het eigenlijke examen moesten afleggen.
Het kwam dan zelfs voor dat Buteijn in zijn pyjama een proefexamen afnam omdat hij de kandidaten niet naar huis wilde sturen en hen gerust wilde stellen voor het aanstaande examen.
Dat mensen zo gemotiveerd waren voor een getuigschrift Engels klinkt u misschien vreemd in de oren maar het was wel zo dat hun toekomst er min of meer vanaf hing.
Behaalden ze het getuigschrift niet dan konden ze een bevordering wel vergeten. De druk was heel erg hoog en zowel Buteijn als de kandidaten van destijds hebben dat systeem als verschrikkelijk ervaren.
In het begin dat er cursussen werden gegeven kwamen de hoofdcommissaris en andere leidinggevenden nog wel eens belangstelling tonen maar dat ebde later weg. Het werd op een gegeven moment als normaal beschouwd. Faciliteiten waren er niet of nauwelijks. 's-Morgens op examen en 's middags de dienst weer in.
Buteijn noemde het de cursus voor "Jan Soldaat" want officieren zag of hoorde je nauwelijks.
Buteijn heeft in de 17 jaar dat hij les heeft gegeven zo'n 20 á 25 man per jaar opgeleid. Toen het korps ging verjongen hadden de meesten al Engels in hun vooropleiding gehad en verviel niet alleen de noodzaak maar ook de verplichting om zo'n getuigschrift te hebben.
Er waren hoofdagenten in het korps die vonden dat ze ook best een zware taak hadden maar door omstandigheden nooit hun B-diploma hadden kunnen halen. Sommigen voelden zich achtergesteld.
Hondenpoep, controle op visvergunningen, vogeltjesvangers waren zo'n beetje de onderwerpen die tot die tijd (zij het minimaal) de aandacht kregen en dan nog vooral door de parkwachters.
Eind zeventiger jaren was de landelijke overheid begonnen met nieuwe milieuwetgeving, vergunningenstelsels etc. omdat de noodzaak daarvan meer en meer werd ingezien.
Van handhavingszijde werd er echter nauwelijks aandacht aan geschonken.
Als gevolg daarvan was er onder de reguliere politie een grote kennisachterstand ontstaan en hadden die ook weinig zicht op andere instanties die zich op dat terrein bezighielden.
Dat had ondermeer het gevolg dat men bij de politie er vanuit ging dat andere diensten zich om die milieuproblematiek bekommerden.
Van alle instanties die zich om milieuwetgeving mogen bezighouden is de politie echter de enige die landelijke 24 uur per dag aanwezig is en dus op zijn minst een zeer belangrijke signaleringsfunctie heeft.
Bovendien beschikt de politie over kennis en kunde op het gebied van rechercheren, verhoortechnieken en zijn ze algemeen opsporingsambtenaar waardoor een grote objectiviteit is gewaarborgd.
Het werd dus tijd dan 'het milieu" tot prioriteit werd verheven omdat het anders nog bij een of enkele hobbyisten in de korpsen zou blijven hangen.
In februari 1986 begonnen de eerste 25 politiemensen aan de eerste negendaagse Regionale Basiscursus Natuur en Milieu.
De cursus werd gegeven door ambtenaren van diverse op milieugebied actieve instanties waardoor het kennen en gekend worden werd bevorderd.
De cursus zou een keer per jaar worden herhaald naast eventuele vervolgcursussen voor (oud)cursisten.
Nu vond er een vlucht plaats met een Cesna van dat korps.
Rinus Mesman had de eer die eerste officiële milieuvlucht te mogen maken.Toen pas bleek hoe moeilijk het was je te oriënteren vanuit de lucht.
Een heli kon nog even blijven 'hangen' om wat meer tijd te hebben. In een vliegtuig gaat dat nu eenmaal niet.
Ontwikkeling lesmateriaal
Training en scholing voor milieuhandhaving werd nl. steeds belangrijker door de groeiende belangstelling voor het milieu.
De diaserie liet zien om welke problemen het gaat en wat de controlerende ambtenaren kunnen tegenkomen.
Het doel van de serie was politiemensen 'warm'te maken voor het milieu aan de ene kant en aan de andere kant ket leren zien en herkennen van milieudelicten.
Uit de zeer grote belangstelling bij de premiere van de diapresentatie in het Provinciehuis in Den Bosch bleek dat het milieu voor de politie geen ver-van-mijn-bed-show meer was.
Er waren nl. vertegenwoordigers van 65 gemeentepolitiekorpsen en van alle Rijkspolitiedistricten bij de presentatie aanwezig.
Saillant detail was dat voor de 50 dia's die milieudelicten lieten zien, nagenoeg niets in scene hoefde te worden gezet. Het waren allemaal dia's met praktijksituaties.
Rechercheschool
Voor vrijwel iedereen was dat wennen. De meesten hadden al een gezin en hadden al jaren niet meer in de schoolbvanken gezeten.
Zo werd eind tachtiger jaren de wapenstok vervangen. Dat was tot die tijd een soepele, buigzame wapenstok die werd vervangen door een harde wapenstok.
Dat vroeg dus om een aanvullende opleiding vanwege de risico's die aan ondeskundig gebruik kleefden. Als je de opleiding goed had doorstaan werd onderstaand certicicaat uitgereikt.
Een begeleidende advertentie was geplaatst op de daarop volgende pagina.
Het aanbod bleef echter achter bij de wens.
In de zestiger jaren werd het tekort nijpender. Het hoofd van de afdeling personeelszaken, de heer Schoonebeek (l), schreef daarom in het korpsblad van september 1965 een artikel om die noodzaak te onderstrepen.
De resultaten van de werving bleven uiterst gering.
Tot 1982 zouden in totaal 119 korpsleden met pensioen gaan. Ook moest er rekening mee gehouden worden dat, op grond van de gemiddelde cijfers van de voorbije 15 jaren, in totaal nog 128 personeelsleden waren vertrokken om andere redenen door bijvoorbeeld overlijden, het aanvaarden van een andere betrekking etc.
Ook moest er rekening mee worden gehouden dat het korps tegen die tijd met 30 man zou zijn uitgebreid.
Dat zou betekenen dat er 277 vakatures zouden zijn wat neer kwam op 17 per jaar.
Daarom werden, naast andere wervingsactiviteiten, middelbare scholen bezocht om daar voor de klassen informatie te geven over het werken bij de politie in Eindhoven.
In 1965 werden in totaal 17 scholen bezocht waarmee ongeveer 600 leerlingen werden bereikt.
Van die 600 meldden er zich 59 voor een excursie op het hoofdbureau aan de Grote Berg in Eindhoven. Van die 59 gingen er uiteindelijk in oktober 1965 maar 6 naar de opleiding.(onder)
Schoonebeek schreef verder: "Het vorenstaande geeft niet zonder grond een groot pessimisme voor de personeelsbezetting in ons korps in de naaste toekomst. In een periode van 15 jaren kan veel gebeuren, maar als de arbeidsmarkt in dezelfde mate overspannen blijft als thans het geval is, dan ziet het er voor de korpsbezetting niet rooskleurig uit, tenzij er weer een "boot" wordt gevonden die opnieuw meer geld voor de politieman brengt !"
L'histoire se repaite (2020)
De lichaamslengte moest minimaal 1,75 m. bedragen.
Er werden tot dan 44 sollicitanten afgewezen.
In totaal werden in die periode 3500 jongeren bereikt. Het bleek onder de jeugd heel goed aan te slaan en er werd (oa. in schoolkranten) heel positief over geschreven.
Op een muurkrant op een van de scholen stond de taak van de politie als volgt omschreven
Hun plicht gebiedt om dag en nacht te waken,
te helpen in nood, en nimmer te verzaken.
Boven: Jongeren worden voorgelicht over de Harley Davidson KH-900 die tot 1971 bij de verkeerspolitie Eindhoven in gebruik was.
Boven: Nico Waterschoot in functie als wervingsambtenaar.
Jan Kersten schreef regelmatig (maatschappij) kritische stukjes in het korpsblad.
Altijd doorspekt met humor. Zo schreef hij ook het onderstaande artikeltje over de wervingsbus.
IN DE „BUS" GENOMEN
Als je er als politieman binnenstapt, weet je wat je te wachten staat. Anders wordt het natuurlijk, als je dit enorme gevaarte als leek betreedt.
Ondergetekende probeerde zich even in de schoenen van zo’n leek te stellen en beklom schoorvoetend het ijzeren trapje dat naar het innerlijk van deze wervings -en voorlichtingstempel voerde.
Als je het moede hoofd weer opricht, omdat die ijzeren treden ook weinig aantrekkelijks te bieden hebben, kijk je in het breed grijnzende gezicht van een duidelijk voor deze taak opgeleide politieman, die je met een breed handgebaar verder noodt.
Nu ben je als leek niet zo onder de indruk van grijnzende politiemensen, dus kijk je maar snel een andere kant op. Je aandacht wordt dan onmiddellijk getrokken door een beschadigd bloot baby-bipsje, dat in onnatuurlijke proporties aan de wand van de bus is bevestigd. „Kindermishandeling", mompelt de agent naast je onverschillig.
Je knikt zwijgend en toont je diep onder de indruk over de kennis van zaken, die zo'n man toch maar heeft. “Als er verder nog vragen zijn, hoor ik het wel".
Met die woorden neemt hij zijn post boven aan het trapje weer in. Vol ontzag bekijk je hem dan ook eens van de achterkant.
Wat zijn het toch knoeperts van kerels. Maar ja, je bent niet de bus binnengestapt om flinke kerels te gaan staan bekijken, per slot van rekening ben je een gezonde jongen.
Langzaam loop je verder en staart vol bewondering naar de grote hoeveelheid foto's die alle facetten van het politiewerk proberen weer te geven.
Je ziet aanrijdingen, branden, de zee, relletjes. En de daarboven geplaatste kreten als: Preventie, Bestrijding van de misdaad en Hulp aan burgers, doen je duizelen.
Plotseling duikt er vanachter het als biechtstoel aandoend achterdeel van de bus nog een agent op. Onwillekeurig vraag jij je af of er misschien een nest zit.
Met onderzoekende ogen bekijkt hij je van top tot teen en vraagt dan of je werkelijk geïnteresseerd bent. "Natuurlijk". Wat moet je anders.
Je kunt moeilijk zeggen dat je alleen maar even rondkijkt. Je bent tenslotte niet bij V&D. Dan mag je met die echte agent die biechtstoel in. Wat een eer, wat een eer!
Voorzichtig neem je plaats op een wankel stoeltje en kijkt oom agent vragend aan. In een stortvloed van woorden begint hij je duidelijk te maken, dat het bij de politie nog niet zo slecht is.
Nog eenmaal loop je langs al de foto's en dan valt het je pas op. Bekeuren hoeven ze blijkbaar niet veel.
En als je dan met een voldaan gezicht en vol goede verwachtingen het trapje afloopt, na even vriendelijk te hebben geknikt tegen de agent bij de deur, blijkt achter de ruitenwisser van je auto een klein geel briefje te zitten.
Dan begrijp je plotseling ook de betekenis van de woorden op de sticker, die je zojuist hebt gekregen: “Het is maar goed dat er politie is".
De Herziene Primaire Opleiding. (HPO)
Voorste rij vlnr: Marcel Bakker - Hans van Berkel - Anton Aarts - Albert Diender
Achterste rij vlnr: Hans Spooren - Marcel van Oosterwijck - Gert Jan Hegge - Pien Janssen.
-
de manier van lesgeven
-
een langdurige stage
-
van theoretische kennis meer naar praktische toepasbaarheid en sociale en maatschappelijke vaardigheden
Ook werd er een stagecoördinator aangewezen die de contactpersoon was tussen de school en het korps.
De eerste coördinator voor Eindhoven was Joop Paulissen.(l)
De groep had een eigen stagementor en assistent-mentor.
De eerste (assistent) mentoren waren:
De eerste 15 weken van de stage bestond uit het bijbrengen van kennis en vond plaats buiten het korps.
De daarop volgende zes weken 'draaiden' ze mee in een ploeg van de surveillancedienst.
Dan volgde een week om het schriftelijk werk af te werken waarna ze voor de 3e fase naar school gingen.
Joop de Jager (voorlichting - op de rug gezien met geruite jas) heeft een interview met de nieuwe groep Herziene Primaire Opleiding.
vlnr: Gert Jan Hegge - ? - Martien Deeben (op rug gezien) ? - Hans Spooren - Roos Branten - Theo van der Aalst - Anton Aarts- ? - Marcel Bakker - Albert Diender
Klik op de afbeelding voor vergroting.
Joop de Jager (voorlichting) 2e van links, heeft een interview met de nieuwe groep Herziene Primaire Opleiding.
vlnr: Albert Diender - Marcel Bakker - Martien Deeben - ? - Gert Jan Hegge - Leon van Meijel- Gerton Wensink
Methode van der Steen
Van der Steen bewerkte zijn modellen uiteindelijk tot een serie opleidingsfilms voor de politie, getiteld ‘Interactie Politie/Publiek’. Binnen de modules – bijvoorbeeld ‘Gedrag in Bekeuringsituaties’ - werd aandacht besteed aan het voeren van een gesprek met de burger. De adspirant werd geleerd dat zowel de burger als de agent verschillende vormen van gedrag kunnen vertonen en dat de agent door middel van gesprekstechniek het gedrag van de burger kan beïnvloeden. Wanneer een agent bijvoorbeeld een burger agressief benadert, kan hij agressief gedrag terug verwachten.
Er zou geoefend worden met een rollenspel, waarin het optreden van politie en burger werd gesimuleerd. De ‘Methode Van der Steen’ vormde op dat punt bij uitstek het lesmateriaal. De politieschool in Heerlen kreeg de beschikking over een simulatieruimte. De ruimte bestond uit een straat, supermarkt, politiekantoor en enkele huiskamers, waarin de omgang met het publiek tijdens de opleiding kon worden geoefend. De activiteiten van de aspiranten werden geregistreerd door camera’s en naderhand besproken.
De ‘Methode van der Steen’ veroorzaakte een omslag binnen de mentaliteit van de politie. De assertieve burger werd tegemoet getreden door een even assertieve agent. In de jaren tachtig won de politie het zelfvertrouwen weer terug.
De eerste cursussen werden in 1983 ingevoerd en in Eindhoven werden daarmee gestart in oktober 1985. Dat was voor degenen die al in het korps werkzaam waren. Na het starten van de Herziene Primaire Opleiding hadden die cursisten immers de cursus als gehad.
De cursussen voor de zittende mensen werden BEKSIT genoemd (Bekeuringssituaties).
De eerste docenten van de cursus waren mensen uit het korps zelf, de mentoren van de HPO. Ze werkten als dezelfde mentorkoppels waarin ze ook bij de HPO hadden gewerkt. Toen ontbrak nl. bij het bureau Training Vorming en Opleiding nog de vereiste ervaring.
De koppels waren:
Martin Deeben en Ad van Oorschot, Theo van de Aalst en Bert van 't Schip, Will van Hooff en Ruud Swart.
De eerste allochtonen in het korps
Op 1 oktober 1985 vertrokken Roy Kirindongo en Orsinni van Wessel naar de opleiding in Limburg.
Enkele jaren daarvoor was er ook al een allochtoon in het korps maar die was al weer vrij snel teruggekeerd naar zijn vaderland. Dat was Johnny Felten die oa. op het toenmalige District II werkzaam was en terugkeerde naar Curaçao.
Zoals bij iedere verandering was ook deze bijzonder.
Het feit dat de interviewer destijds nog had aangegeven dat hij moeilijk het verschil kon zien tussen iemand uit Suriname en De Antillen wees er op dat het echt nieuw was. Orsinni gaf toen aan dat dit hetzelfde grote verschil was als Nederland en België.
Bij de beëdigingsplechtigheid deed Roy, mede namens de andere nieuw beëdigden, het woord. Hij gaf aan dat er na de benoeming van de eerste vertegenwoordigers uit een minderheidsgroepering
meer diende te gebeuren. Roy: "Acceptatie binnen het korps en begrip voor elkanders culturen is bij de verdere ontwikkeling van het Eindhovense korps onvermijdelijk en dat geldt niet alleen voor de politie, maar is van elementair belang voor een verdere socialisatie van onze samenleving. Het geklets over huidskleur, geaardheid, geslacht of culturele differentiaties moet afgelopen zijn. Er moet gewerkt worden aan erkenning van ieder individu". De Nederlandse overheid is op de goede weg en de inspanningen zullen resulteren in een betere samenleving. Wel dienen tolerantie en een wederzijds begrip als vaandels meegedragen te worden en iedereen zal dan ook zijn steentje hiertoe moeten bijdragen."