In 1986 werd er in het Eindhovense korpsblad "Polivisie" een groot artikel gewijd aan het onderwerp politie en homoseksualiteit. Dat was onder andere naar aanleiding van een artikel in het Haagse korpsblad waarin stond geschreven dat de "Discussie over politie en homofilie voorlopig werd gesloten".
Naast enkele positieve reacties van de redactrice waren er ook negatieve zoals "Gezeur over homo's moet maar eens afgelopen zijn" en de vraag of de betrokken politiemensen er wel goed aan hadden gedaan om hun probleem tot dat van 2000 anderen te maken.
De reden dat het nu in het korps Eindhoven bespreekbaar werd gemaakt was onder andere dat de schrijver van het artikel, Joop de Jager die in 1983 als chef afdeling voorlichting was aangesteld(R), zich niet alleen hoefde te bedienen van anonieme politiemensen zoals dat in het Haagse korps was gebeurd.
Andere redenen om dit te doen waren:
- het feit dat De Jager in het verleden nooit negatieve reacties gehad op door hem geschreven controversiële artikelen,
- er bij het bekend worden van zijn voornemen om over dit onderwerp te schrijven onverwachte reacties waren losgekomen in de vorm van ongepaste grappen
- dat hij eerdere stukken had gelezen over dit onderwerp die er niet om logen. Zo was eens een politieman in opleiding verzocht ontslag te nemen nadat hij bekend had gemaakt dat hij homo was.
Niet, zoals De Jager schreef, voor de oorlog maar in de tachtiger jaren. De jaren van tolerantie en vrijheid voor iedereen.
De Jager nodigde twee homoseksuele collega's uit om over dit onderwerp te praten.
Een van hen, Inspecteur Peter van Weert, vond dat je, als je iets wilde bereiken, dat niet anoniem moest doen. Hij vond de reacties op het voornemen van De Jager om over dit onderwerp te schrijven, genoeg aanleiding geven om het op deze manier te doen.
Het werd uiteindelijk een artikel waarin beide collega's heel open hun levensverhaal vertelden. Hoe ze waren opgegroeid, hoe ze op een bepaald moment tot ontdekking kwamen homo te zijn en hoe ze daar vervolgens binnen hun eigen kring (in het geval van Peter) mee naar buiten kwamen en wat voor problemen ze daar mee hadden.
De andere collega was daar nog niet aan toegekomen. Zelfs zijn ouders wisten het toen nog niet. Voor iemand van in de 20 is dat een behoorlijke belasting omdat er nu eenmaal bepaalde verwachtingen zijn zoals verkering krijgen etc.
Ook was het tijdens het werk een belasting omdat er vaak negatieve opmerkingen en grappen over homoseksualiteit werden gemaakt zonder dat men wist dat hij homo was.
Het constant verstoppertje spelen was moeilijk.
Ook het risico chantabel te zijn was niet denkbeeldig. Je kon tenslotte in het bijzijn van een collega die niets van je geaardheid wist, in contact komen met een verdachte die je uit het homo circuit kende.
Peter schreef tijdens zijn opleiding aan de Nederlandse Politie Academie een scriptie over Politie en homoseksualiteit ((ISBN10 9068390066 en ISBN13 9789068390063) die werd aangeboden aan een vertegenwoordiger van Binnenlandse Zaken.(links)
Toen hij in het korps kwam werken wist overigens niemand dat hij homo was. Er was ook niet naar gevraagd toen hij solliciteerde.
Na het gesprek kwamen beiden tot de conclusie dat het Eindhovense korps in het algemeen niet echt homo onvriendelijk was.
Uiteraard kende het korps niet alleen homoseksuele mannen maar ook vrouwen.
Ook die kampten natuurlijk met dezelfde moeilijkheden vanaf het moment het bij zichzelf ontdekken tot aan de coming out.
De politieorganisatie was een conservatieve, vrouwen in het korps waren een nieuw fenomeen. Bleek die vrouw dan ook nog lesbisch dan was dat volgens haar helemaal problematisch.
De geïnterviewde vrouwelijke collega kwam echter op een bepaald moment tot de conclusie dat het grootste probleem bij haarzelf lag. Ze was bang voor de reacties na een coming out en dat bleek achteraf helemaal niet nodig te zijn geweest.
Nooit heeft ze daarna tijdens haar werk problemen ondervonden vanwege haar geaardheid.
Ze wilde gewoon zichzelf zijn en wilde nooit tot een bepaalde categorie horen. Niet bij feministen of roze driehoek. Gewoon zijn wie ze was. En dan is het fijn als je in een tolerant korps werkt waar dat kan.