Na de oorlog - Werkplannen, bezuinigingen en contractmanagement

 Een nieuw fenomeen: Werkplannen, bezuinigingen en contractmanagement.

 

In 1988 werd er begonnen met het maken van zogenaamde werkplannen. Per district werd beschreven welke politiezorg dat gebied nodig had. Niet aan alles kon aandacht worden geschonken maar de plannen moesten aangeven welke problemen het meest in de wijken leefden. Daardoor moest het werk van de politie efficiënter worden. Daarom ging de politie te rade bij de bewoners zelf maar ook bij andere instanties die in de buurt werkzaam waren. Op die manier moest duidelijk worden wat er speelde. Dan werd beschreven welke problemen werden aangepakt en hoe dat moest gebeuren.

 

Op de plattegrond van Eindhoven zag de nieuwe indeling van de drie districten er als volgt uit:

 

 

 

 

 

BEZUINIGINGEN

 

Midden tachtiger jaren begon ook de landelijke overheid met het beknibbelen op politie uitgaven.
Zowel de toenmalige hoofdcommissaris Rob Hessing (r) als de burgemeester van dat moment, Dr.Gilles Borrie, gaven stevige kritiek op het landelijke beleid ten aanzien van de politie.
De hoofdcommissaris verweet in een van zijn toespraken de beide departementen dat die onvoldoende in staat zijn geweest het dagelijkse politie management te ondersteunen en dat ze niet of nauwelijks voorwaardenscheppend hadden gewerkt.
Ook verweet hij de departementen dat die zich teveel met details bemoeiden, terwijl ze zich met hoofdzaken dienden bezig te houden omdat concrete bedrijfsvoering niet op landelijk niveau te regelen zou zijn.
Door de overheid werden destijds ombuigingsoperaties uitgevoerd en werden politiekorpsen achteraf gekort.

Hessing: "Er valt geen plaatselijk politiebeleid te voeren en strategische keuzes te maken, wanneer het management steeds wordt getrakteerd op kortingen die een terugwerkend effect hebben. Het zal voor het korps steeds moeilijker worden een antwoord te vinden op mankracht en middelen."

In 1986 dienden er 19 formatieplaatsen te worden ingeleverd. Op dat moment wist Hessing dat tot 5 te beperken en moest later dat jaar stevig gaan 'vechten' voor behoud van de andere plaatsen.
Steeds meer burgerpersoneel diende bepaalde taken van de politie over te nemen.
Eenvoudig toezicht, administratieve taken werden daarmee bedoeld.
In zijn nieuwjaarstoespraak van 1987 waren de toverwoorden van Hessing efficiëntere dienstroosters, kwaliteit van werk, rouleren en flexibiliteit. Specialisme weghalen waar mogelijk is zodat de meesten breder inzetbaar waren.
De roep om meer mensen of handhaving van de bestaande sterkte hoorde je op het ene moment en de bovengenoemde mogelijkheden weer op andere momenten. Ook van burgemeester Borrie die in een interview in het kader van zijn afscheid ronduit zijn minachting uitsprak over de bezuinigingsmaatregelen.

Enkele citaten uit het interview: 
"De inkrimping is volstrekt in strijd met de prioriteiten die er gesteld moeten worden hoewel ik wel denk dat er efficiënter gewerkt kan worden."
"Er wordt door de landelijke overheid teveel met het rode potlood gestreept"

"Als we zo doorgaan is het politievak naar mijn mening niet meer naar behoren uit te oefenen"

"Kamerleden zijn over het algemeen onvoldoende geïnformeerd over de situatie waarin de politie zich bevindt."

 

CONTRACTMANAGEMENT.

In 1987 werd er weer iets nieuws ingevoerd. Contractmanagement. Dit was een middel om het korpsbeleid te concretiseren. Het korps was al langer gewend aan cijfers mbt. personeel en financiën maar niet op het gebied van politiewerk.
Er waren tal van bezwaren onder de korpsleden. Het eigenlijke politiewerk, het product, zou niet in cijfers uit te drukken zijn. Vooral op het gebied van hulpverlening was dat moeilijk.
Toch waren er natuurlijk ook werkzaamheden die wel in cijfers te vatten waren.
Te denken viel aan:

  • Afgehandelde verkeersongevallen
  • (On)opgeloste misdrijven
  • Aantal aangehouden verdachten
  • Aantal opgemaakte processen verbaal
  • etc.

De cijfers zouden moeten helpen bij het maken van juiste beslissingen en dus niet direct moeten leiden tot beslissingen.

De doelen die men daarbij voor ogen had:

  1. Meer duidelijkheid; een district, afdeling of ploeg weet concreet wat er van hen verwacht wordt;
  2. Betere bijsturing; een district, afdeling of ploeg krijgt de mogelijkheid bij te sturen wanneer het contract niet gehaald dreigt te worden;
  3. Betere verantwoording; een district, afdeling of ploeg krijgt de mogelijkheid zich te verantwoorden voor de verrichte activiteiten;

In de eerste contracten, die door de drie districtschefs voor hun district met de korpschef werden ondertekend, werd niet alleen aangegeven welke productie zij voor het komende jaar wilden gaan leveren, maar ook wat ze dachten nodig te hebben om dat doel te behalen. Mensen, middelen en budget.

In de beginperiode moest alle informatie die nodig was om het contractmanagement te controleren op de juiste werking, handmatig worden bijgehouden door de zogenaamde ADO's van ieder district. Dat waren de Administratieve Diensten Ondersteuning. Een geautomatiseerd systeem moest nog ontwikkeld worden.

Het was natuurlijk niet zo dat, als er een contract was afgesloten, de rest vanzelf kwam. De contracten waren daar te abstract voor. De afdelingen moesten zelf aan de slag om (met het contract als kader) werkplannen te maken. Daarin gaf men aan hoe men de gestelde doelen wilde behalen.
Contractmanagement was een middel om binnen de politie bedrijfsmatiger met elkaar om te gaan.

  

TOP