Na de oorlog - District Centrum

 

 

DISTRICT CENTRUM

 

Op 1 juni 1988 ging het omgevingsgericht werken van start voor het hoofdbureau en wel voor het district centrum. Daaronder vielen de wijken Centrum, Strijp en Tongelre.
Het was een symbolische datum omdat het komen tot omgevingsgericht werken een proces was en dus niet van de een op de andere dag een feit was.
Er was een turbulente periode aan voorafgegaan van verbouwingen die deels werden veroorzaakt door de komst van de Rijkspolitie in het bureau. Verder moesten natuurlijk ook de eigen werkruimten geschikt worden gemaakt.

Er werd in de hal een grote open balie gemaakt waar publiek te woord werd gestaan door medewerkers van de Administratieve Dienst Ondersteuning (ADO)


De afdeling bestond uit een chef en een aantal administratieve krachten, die veel werk uit handen van de politieagenten en  rechercheur namen, met name op het administratieve vlak.

Zaken als:

  • opnemen van aangiften van misdrijven verwerken van door agenten opgemaakte processen-verbaal
  • afwerken van kienvergunningen
  • vermissing rij- en kentekenbewijs,paspoort
  • meldingen van evenementen
  • betalen van allerleibekeuringen
  • verder alle voorkomende administratieve werkzaamheden die niet direct met het publiek te maken hebben, doch voor het district waren.
 

Eén van de doelstellingen was, dat mensen die voor ,,zaken" naar de ADO kwamen, vlot geholpen werden en niet lang hoefden te wachten.

Alle personeelsleden van ADO beschikten over een opsporingsbe voegdheid zodat ze toch een proces-verbaal mochten opmaken.

De nieuwe opzet was, dat de mensen in de hal van het bureau te woord werden gestaan en dat  bijvoorbeeld een aangifte in de hal werd opgenomen aan een speciale balie. De meer privacygevoelige  aangiften werden vanzelfsprekend in spreekkamers afgehandeld. 

Enkele gegevens over District Eindhoven Centrum over 1987 dat toen werd  bewoond door 51.798 mensen (27,1 % van alle inwoners van Eindhoven).

  • 650 aangiften van woninginbraken
  • 2296 aangiften van diefstal uit auto's en 190 aangiften van diefstal van auto-onderdelen
  • 1037 aangiften van inbraken in scholen en bedrijven
  •  31206 parkeerovertredingen
  • 732 winkeldiefstallen ter ore van de politie gekomen. In oktober 1987 werd gestart met het Lik-op-stuk beleid ter bestrijding en voorkoming van winkeldiefstallen. 0nder bepaalde voorwaarden kon de winkeldief in aanmerking komen voor een lik-op-stuk transaktie. Dit was een geldboete. 
    Bij het voldoen daaraan werd het feit in verband met eventuele herhaling geregistreerd en vervolgens als afgedaan beschouwd. Bij niet betalen kwam de winkeldief binnen drie maanden voor de politierechter (lik-op-stuk).
  • De opsporing van ernstige geweldsmisdrijven had en heeft in het Eindhovense korps een hoge prioriteit.  Geweld tegen homo’s  is daar één voorbeeld van. Na onderzoek was gebleken dat met name de aangiftebereidheid van de slachtoffers van dit geweld moest worden verhoogd.
  • In het verleden was de opsporing van daders van groter belang dan de slachtofferhulp. In 1987 was via een landelijk beleid bepaald dat dit echter gelijkwaardig diende te zijn. De politie richtte zich daarom op crisisinterventie en doorverwijzing.
  • ln het kader van de bestrijding van de veel voorkomende criminaliteit kreeg de aanpak van het vandalisme de nodige aandacht. ln Eindhoven was de haltwinkel. Jeugdige vandalen die aan een aantal voorwaarden voldeden (o.a. bekennen, voor het eerst in aanraking met politie) kregen een alternatieve straf in plaats van een proces-verbaal en geregistreerd zijn bij justitie. De politie leverde als het ware de vandalen aan de haltwinkel. Zij moesten dan een aantal uren werken om de schade te betalen c.q. te herstellen. Ze werden in gesprekken met de medewerkers van de haltwinkel zoveel mogelijk met de feiten en gevolgen van hun gedrag geconfronteerd. ln 1987 werden er 57 vandalen via district Centrum doorverwezen naar de haltwinkel

 

 

Na twee jaar in district Noord als districschef te hebben gewerkt werd Hans van den Bergh nu districtschef van district Centrum.

De afdelingen Centrum, Tongelre en Strijp zaten vooralsnog in hetzelfde bureau.
Pas veel later zouden Strijp en Tongelre hun eigen bureau krijgen.

De voltallige leiding van het district staat hierboven aangetreden voor het hoofdbureau aan de Mathildelaan.

VLNR: Marja Raaijmakers (ADO) - Fons Blommaert - Wim Swart - Hans van den Bergh - Pieter van Bokhoven - Jan Kort en Henk Achten.

 

In dit district waren 6 wijkagenten werkzaam te weten:

 


vlnr: Wil Becs - Piet Alkema - Mart Strijbos - Frans Hijnen - Jan Thiele† - Wally Lutters

 

De afdeling recherche Centrum

bestond in 1988 uit 4 rechercheurs, waaronder 4 jeugd/zedenrechercheurs en een coördinator voor jeugd- en zedenzaken voor de drie districten.

Mensen konden bij de recherchegroep terecht voor inlichtingen, raad en advies ten aanzien van:

  1. Jeugdzaken:
    Jeugd- en zedenzakenrechercheurs werkten vaak samen met jeugdhulpverleningsinstellingen èn met ouders van jongeren die. door wat voor een oorzaak dan ook, in de problemen waren geraakt.
  2. Zedenzaken:
    jeugd- en zedenzakenrechercheurs hadden een speciale opleiding gehad om een slachtoffer van een zedendelict een goede eerste opvang te geven en ze naar de juiste hulpverlenende instantie te verwijzen.De politie Eindhoven beschikte toen al over een speciale opvang –en onderzoeksruimte. Indien nodig  werd een vrouwelijke arts ontboden en kon men zich, bij het doen van aangifte, laten bijstaan door een vriend(in) of familielid.
  3. Gewelds/vermogensdelicten:
    De recherche was de afdeling die zaken behandelde als mishandeling, bedreiging, vernieling, brandstichting, diefstallen, inbraak. De recherchegroep onderzocht ook bedrijfsongevallen, samen met de arbeidsinspectie, zelfdoding of niet-natuurlijke dood. Daarnaast trad zij op bij euthanasie, moord of doodslag.

 De afdeling Verkeer.

 

Deze afdeling bestond (in vergelijking met de vroegere afdeling verkeer die 8 jaar tevoren was opgeheven)  uit slechts enkele krachten. De afdeling verzorgde een coördinerende rol tussen de 3 districten. Taken die vroeger ook al door de zelfstandige afdeling verkeer werden uitgevoerd.

Zo werden binnen de afdeling  nauwkeurig de ongevalcijfers bijgehouden en in kaart gebracht om zodoende het verkeerstoezicht daarop af te kunnen stemmen.

Ontheffingen voor bijzondere wegtransporten werden er afgegeven terwijl men ook de zorg had over de opleiding en het toezicht op de Verkeersbrigadiers (kinderoversteekplaatsen). Verder werden er voor alle districten de technische onderzoeken aan voertuigen uitgevoerd.

 

Afdeling Bijzondere Wetten:

 

Deze afdeling verleende verguningen en ontheffingen die voor wetten als Jachtwet, Vogelwet, Visserijwet, Winkelsluitingswet, wapenwet etc. nodig waren. Verder hadden ze natuurlijk het toezicht op die wetten en verleende ze adviezen aan andere overheidsinstanties zoals de gemeente.

TOP