DE EERSTE REORGANISATIE
In 1920 werd begonnen met de eerste reorganisatie van het nieuwe gemeentepolitiekorps.
De personeelssterkte bedroeg 45 man.
Op het einde van de oorlog was dat 246. In de beginjaren van het korps was het bezit van een politiediploma nog geen aanstellingseis.
Iedereen moest voor zich zelf maar zien dat diploma, waarvoor een toelage van f 1,-- per week werd gegeven, machtig te worden. De een leerde het van de ander. Velen deden hun politiekennis op bij Vermeulen.
Er werden in die tijd geen opleidingscursussen gegeven door of vanwege de dienst, terwijl men ook geen faciliteiten kreeg.
SALARIËRING
Je werd als agent aangesteld op een salaris van f 27,-- per week, terwijl in die tijd een wegens dronkenschap in arrest gestelde grondwerker een loonzakje bij zich had met....schrik niet.... f 70,--
Als je dan nog in ogenschouw neemt dat de diensttijd 72 uren per week bedroeg, is het duidelijk dat er voor de bondsbestuurders in die tijd ook al veel te doen was.
De rechtspositie en bezoldiging werden toen nog gemeentelijk geregeld n.l. door de gemeenteraad.
Er is in die jaren een grote salarisstrijd gevoerd moeten worden. Dit blijkt nu nog duidelijk uit de sterk schommelende salarissen van die tijd.
Door aanzienlijke salarisverhogingen in het vrije bedrijf (het voorbeeld van die grondwerker toont dit wel duidelijk aan), waarmede de overheidsbezoldiging geen gelijke tred had gehouden, was er een scheve verhouding ontstaan.
In die tijd moesten de salarisacties plaatselijk gevoerd worden, wat betekende, dat zoveel mogelijk raadsleden persoonlijk bewerkt moesten worden om van hun medewerking zoveel mogelijk verzekerd te zijn.
Tijdens een scherp politie-salarisdebat in een raadsvergadering, zei een der raadsleden (een ingenieur van Philips) het onverantwoord te vinden dat een politieagent met nog geen f 30,-- per week naar huis werd gestuurd, terwijl het gemiddelde loon bij Philips f 45,-- per week bedroeg. „Ik voel mij onder deze omstandigheden 's avonds op straat niet meer veilig, mijnheer de voorzitter", zou dit raadslid aan zijn betoog hebben toegevoegd.
Zittend vlnr: Bruin-Van den Broek-Insp. van der Laan-CvP Brinkman-Dorsselaar-Ten Haaff-Minnaert-Vermeulen-Hendriks en Verkaart
1e rij staande vlnr: Giel Baken-Van Keulen-Stuyvenberg-Klaas van Soerland- Knabben-Eftink-Van Dommelen-Van Veen-Kuijs-Schreuder-Duisters-Van Wanrooy-Antonis-Hurkmans-Van de Wiel - Sjef van den Biggelaar
2e rij staande vlnr: Sprokholt-Aarts(adminisratie)-Duvigneau-Driek van de Wal-Hoppenbrouwers-Van Ingen-Werkhoven-Buteijn-Van der Leegte-Klessens-Roks en Harrie Foolen
3e rij staande vlnr: Nijenhuis-Van de Leur-Wils-Verhagen-Wernaert-Smits-Senders-Van Summeren-Vink-Brok-Bogert-Van Esch en Van Hoek.
Voor zover bekend is dit de éérste foto van het korps Gemeentepolitie Eindhoven in het Eindhoven na de annexatie.
De foto werd gemaakt bij gelegenheid van het afscheid van hoofdinspecteur van Dorsselaar op 1 augustus 1923 bij het toenmalige commissariaat aan de Dommelstraat 32, tevens de woning van commissaris Brinkman.
Het politiebureau was toen immers nog in het stadhuis aan de Rechtestraat.
Van Dorsselaar werd opgevolgd door hoofdinspecteur Ten Haaf. Naar de stad kwamen toen inspecteur De Poorter, als practisch chef van de geüniformeerde dienst, en inspecteur Minnaert.
In 2016 kreeg ik onderstaande foto van een kleindochter van Sytze van der Laan die op deze website haar opa ontdekte. Het is onbekend bij welke gelegenheid deze foto is genomen meer het lijkt erop dat die ook is genomen rondom het moment dat inspcteur van Dorsselaar afscheid nam.
Er staan nl. diverse mensen op die ook op bovenstaande foto staan. Ook is onbekend waar deze foto in Eindhoven is genomen.
1924
- in Woensel waren 1 hoofdagent en 4 agenten.
- Acht (2)
- Stratum (2)
- Gestel (2)
- Strijp (2)
- Tongelre (2)
Hun taak (behalve in Woensel) was te vergelijken met die van wijkagent.