Het prille begin - Na de annexatie

Na de annexatie in 1920

Toen op 1 januari 1920 (na annexatie van de gemeenten Strijp, Woensel, Gestel, Stratum en Tongelre) de gemeente Eindhoven ontstond, was Burgemeester Verdijk (r) hoofd van de politie.
Dat duurde tot 1 februari 1942 (tweede wereldoorlog) toen hij, bij besluit van de Commissaris Generaal voor Bestuur en Justitie werd ontslagen.
Vanaf dat moment werd de N.S.B-er Pulles tot aan de bevrijding op 19 september 1944, burgemeester van Eindhoven.
Daarna werd, tot aan zijn pensioen op 1 januari 1946, Verdijk weer burgemeester. 

 DE EERSTE KORPSCHEF VAN GROOT EINDHOVEN

Als eerste commissaris werd op 13 augustus 1920 benoemd Gerrit Frederik Brinkman geboren op 15 december 1875, voormalig hoofdinspecteur van politie in 's Hertogenbosch. (boven) Brinkman ging op 31 december 1940 met pensioen en overleed op 24 september 1948. Voor zover bekend was hij de enige commissaris van politie in Nederland die een uniform droeg. Het verhaal deed de ronde dat, toen Brinkman een blauwe maandag in Eindhoven was, hij voorbij een café aan de Nieuwstraat kwam waar het nogal rumoerig toeging.
Zich bewust van zijn waardigheid stapte hij onvervaard binnen en trachtte de vechtenden te scheiden nadat hij zich bekend had gemaakt als "De commissaris van politie".

Of de vechtenden hadden het niet begrepen of ze hadden nog nooit van de kersverse commissaris gehoord, maar er vielen rake klappen over en weer.
Dit voorval zou de aanleiding zijn geweest om een uniform aan te schaffen dat hij daarna veelvuldig droeg en hem het aanzien gaf van een Russische generaal uit de Tsarentijd.

Brinkman was de bekende ruwe bolster met de blanke pit. Fors gebouwd, driekwart jas met bontkraag, witte shawl en grote hoed.
Tijdens een gesprek met een van zijn inspecteurs zei hij het volgende: "Mijnheer, de democratie ontwaakt in de mens eerst dan wanneer hij er zich van bewust wordt dat hij op dezelfde manier poept als de minister."
Een uitspraak die niet zou hebben misstaan in de les staatsinrichting.

De korpsleiding onder CvP Brinkman
Zittend vlnr: Ten Haaf - Minnaert - Brinkman
Staande vlnr: Vrensen - Pijls - Van Keulen - Van Dijk (In de oorlog SS-er en korpschef Nijmegen)
Deze foto is vermoedelijk begin dertiger jaren genomen. Van Dijk was in 1929 bij het korps gekomen en Vrensen op 1 mei 1930.

In 1937 werd er in Eindhoven film 1937 gemaakt over de stad. Daarin is te zien dat commissaris Brinkman (met vermoedelijk De Poorter) het hoofdbureau aan de Grote Berg verlaat. Brinkman in burger met zijn karakteristieke hoed.
Ook is op het filmpje te zien dat het Philipspersoneel van de fabriek aan de Emmasingel naar huis gaat. Een enorme drukte. Het verkeer bij de toenmalige Woenselse overweg werd geregeld vanuit de zogenaamde peperbus.

In het Eindhoven, ná de annexatie, kwamen hoofdinsp. van Dorsselaar en Insp. ten Haaf dus onder leiding van de eerste commissaris van het gemeentepolitie korps Eindhoven: Brinkman. Als er nieuwe agenten werden aangesteld werden die gedurende 3 maanden onder de hoede genomen van een oudere politieman en kregen ze theorielessen van hoofdagent Pierre Vermeulen (boven).
Die lessen waren niet verplicht maar er werd "een zachte drang" op hen uitgeoefend door de leiding. In het begin werd er alleen te voet gesurveilleerd maar al snel ontstond de behoefte aan fietsen.
Die fietsen, merk "Brennabor" werden gehuurd van de fietsenhandelaar Bodar.
Omdat die fietsen vaak na drie maanden al 'in de soep' gereden werden werd er een rijwieltoelage ingevoerd die tot in de negentiger jaren gehandhaafd bleef. 

OMSTANDIGHEDEN IN HET BUREAU

In de kamer van de hoofdagenten werd ook theorie gegeven aan het jonge personeel. Het was een donker bureau en als er iemand eens een lamp teveel aan had werd die door de hoofdinspecteur meteen uitgedaan. De cellen in het houten gebouwtje werden ondermeer gebruikt door lieden die hun roes moesten uitslapen. Vaak bleven die tegen de deuren schoppen waardoor de 'rust' in de agentenwacht werd verstoord. Agenten lieten dan water de cel inlopen waardoor de arrestanten hun toevlucht zochten tot een hoger gelegen brits achter in de cel en zo de deur niet konden bereiken zonder natte voeten te halen. Slechts een keer in de 20 jaar kwam er een ministeriële beschikking met daarin de eisen waaraan cellen moesten voldoen. Vaak waren de verblijven van de manschappen slechter. In het bureau Woensel grensden de cellen aan de agentenwacht. Het gevolg was dat de urine van arrestanten, die de celdeur voor urinoir aanzagen, de wacht instroomde.

TOP