Voor 1920 was het grondgebied van de huidige gemeente Eindhoven verdeeld over de gemeenten Eindhoven, Strijp, Woensel en Acht, Stratum, Gestel & Blaarthem en Tongelre.
Door de annexatie op 1 januari 1920 ontstond de huidige gemeente Eindhoven met een inwoneraantal van 45624.
De politie bestond in de nieuw gevormde gemeente Eindhoven uit de politiemensen afkomstig uit de voormalige gemeenten. Deels uit agenten en deels uit veldwachters.
Door het inwoneraantal werd de gemeente Eindhoven vanaf die tijd een commissariaat:
De Gemeentepolitie Eindhoven
Voor de annexatie van Eindhoven met de omliggende gemeenten bestond het politiekorps van Eindhoven uit:
1 inspecteur, 1 adjunct inspecteur en 9 agenten. Een werkdag bestond uit 10 uur.
Dat veranderde in een 8 urige werkdag na een raadsbesluit op 7 april 1919.
Het korps werd om die reden uitgebreid met 1 hoofdagent en 4 agenten, waarvan 1 rechercheur.
Burgemeester van het voormalige Eindhoven was Van Mens.(L-R)
Hij had tevens de leiding over het korps waarvan u hieronder een foto ziet van voor 1920, het jaar van de annexatie van Eindhoven met de omliggende gemeenten.
Het korps van oud-Eindhoven bestond uit: uit de hoofdinspecteur J. van Dorsselaar (zittend midden) en Inspecteur Ten Haaf (zittend 3e van links) met oa. als (hoofd)agenten:
Zittend vlnr: Verkaart - Hendriks - Insp. Ten Haaf - Hip. J. van Dorsselaar - Van de Leij - P. Vermeulen - Baken
Staande vlnr: Van Wanrooij - Van Dommelen - Hurkmans - Van Heugten - Van Esch - Franken - Savonije - Sjef van den Biggelaar - Berkers - Van Werkhoven - Antonis
In augustus van dat jaar werd inspecteur J. van Dorsselaar (l) bevorderd tot hoofdinspecteur en de heer Ten Haaf (r) tot inspecteur.
Op 1 januari 1920 kwam de annexatie tot stand. Een politieman die voor de annexatie een strafbaar feit ontdekte moest er als de kippen bij zijn om de overtreder te pakken want als die de gemeentegrens had overschreden stond de politieman machteloos.
Daardoor was het zogenaamde 'klein Eindhoven' voor veel verdachten een eldorado omdat het zo gemakkelijk was om de grens van een van de omliggende gemeenten over te wippen.
Na de annexatie bleef de verdeling van de politie enige tijd gehandhaafd. Zo bleef inspecteur de Poorter met zijn mannen in Woensel en inspecteur Minnaert in Stratum.
STRATUM
Burgemeester van het voormalige Stratum was de heer Smitz. (L)
De dagelijkse leiding van het korps berustte bij inspecteur Minnaert (boven midden voor)
Zij hadden de leiding over de (hoofd)agenten (boven):
Zittend vlnr: Willem van der Leegte, Hip. Minnaert - Peels
Staande vlnr: Nieuwburg, Effting, Greefhorst, Harrieke Foolen
OUD WOENSEL
In Oud Woensel werd de scepter gezwaaid door hoofdinspecteur De Poorter (vooraan midden) onder leiding van burgemeester De Vries.
Zittend vlnr:
Den Brok, Van den Broek, De Poorter, Wouters, van de Vorst
Staande vlnr:
van Boven, Jansen, Driek van de Wal, Peters, Nijenhuis, Bergsma en Hoppenbrouwers.
P. de Poorter overleed op 29 mei 1932. Van zijn uitvaart zijn nog enkele foto's bewaard gebleven. De stoet stond opgesteld op de Grote Berg bij het hoofdbureau van politie (onder)
Vlnr: Brinkman - Minnaert - Vrensen - 6e is Ip. Van Keulen
klik op de afbeelding voor vergroting
GESTEL
In Gestel, onder waarnemend burgemeester van den Hurk, werd de politiedienst uitgeoefend door Piet Knabben.(boven)
De burgemeester Kolfschoten was in een andere gemeente benoemd en men vond het vanwege de aanstaande annexatie niet nodig een nieuwe burgemeester te benoemen.
Piet Knabben werd als veldwachter benoemd in 1918.
Na de annexatie werd hij (net als de anderen) als veldwachter ontslagen en op dezelfde datum als agent van politie weer aangesteld.
Hieronder de daarop betrekking hebbende formulieren.
Links: de aanstellingsakte als veldwachter - midden: de eedaflegging - rechts: de aanstelling als agent.
Klik op de afbeeldingen voor vergroting en in het nieuwe scherm nog een keer
STRIJP
In de gemeente Strijp was burgemeester van Vroonhoven (linksboven) met de als politie Driek Senders (midden) en Duysters rechts);
Driek Senders zou na de annexatie portier worden op het hoofdbureau aan de Grote Berg.
Het was een flamboyante man die in zijn vrije tijd een rode flambard (flaphoed) droeg waardoor hij wel eens werd aangezien voor een zigeuner.
TONGELRE
In Tongelre had men burgemeester van Engeland met als veldwachters vlnr: Klaas van Soerland(l), van Summeren, Franken foto uit 1937 en Martens(geen foto)
Na de annexatie in 1920
Toen op 1 januari 1920 (na annexatie van de gemeenten Strijp, Woensel, Gestel, Stratum en Tongelre) de gemeente Eindhoven ontstond, was Burgemeester Verdijk (r) hoofd van de politie.
Dat duurde tot 1 februari 1942 (tweede wereldoorlog) toen hij, bij besluit van de Commissaris Generaal voor Bestuur en Justitie werd ontslagen.
Vanaf dat moment werd de N.S.B-er Pulles tot aan de bevrijding op 19 september 1944, burgemeester van Eindhoven.
Daarna werd, tot aan zijn pensioen op 1 januari 1946, Verdijk weer burgemeester.
DE EERSTE KORPSCHEF VAN GROOT EINDHOVEN
Als eerste commissaris werd op 13 augustus 1920 benoemd Gerrit Frederik Brinkman geboren op 15 december 1875, voormalig hoofdinspecteur van politie in 's Hertogenbosch. (boven) Brinkman ging op 31 december 1940 met pensioen en overleed op 24 september 1948. Voor zover bekend was hij de enige commissaris van politie in Nederland die een uniform droeg. Het verhaal deed de ronde dat, toen Brinkman een blauwe maandag in Eindhoven was, hij voorbij een café aan de Nieuwstraat kwam waar het nogal rumoerig toeging.
Zich bewust van zijn waardigheid stapte hij onvervaard binnen en trachtte de vechtenden te scheiden nadat hij zich bekend had gemaakt als "De commissaris van politie".
Of de vechtenden hadden het niet begrepen of ze hadden nog nooit van de kersverse commissaris gehoord, maar er vielen rake klappen over en weer.
Dit voorval zou de aanleiding zijn geweest om een uniform aan te schaffen dat hij daarna veelvuldig droeg en hem het aanzien gaf van een Russische generaal uit de Tsarentijd.
Brinkman was de bekende ruwe bolster met de blanke pit. Fors gebouwd, driekwart jas met bontkraag, witte shawl en grote hoed.
Tijdens een gesprek met een van zijn inspecteurs zei hij het volgende: "Mijnheer, de democratie ontwaakt in de mens eerst dan wanneer hij er zich van bewust wordt dat hij op dezelfde manier poept als de minister."
Een uitspraak die niet zou hebben misstaan in de les staatsinrichting.
De korpsleiding onder CvP Brinkman
Zittend vlnr: Ten Haaf - Minnaert - Brinkman
Staande vlnr: Vrensen - Pijls - Van Keulen - Van Dijk (In de oorlog SS-er en korpschef Nijmegen)
Deze foto is vermoedelijk begin dertiger jaren genomen. Van Dijk was in 1929 bij het korps gekomen en Vrensen op 1 mei 1930.
In 1937 werd er in Eindhoven film 1937 gemaakt over de stad. Daarin is te zien dat commissaris Brinkman (met vermoedelijk De Poorter) het hoofdbureau aan de Grote Berg verlaat. Brinkman in burger met zijn karakteristieke hoed.
Ook is op het filmpje te zien dat het Philipspersoneel van de fabriek aan de Emmasingel naar huis gaat. Een enorme drukte. Het verkeer bij de toenmalige Woenselse overweg werd geregeld vanuit de zogenaamde peperbus.
In het Eindhoven, ná de annexatie, kwamen hoofdinsp. van Dorsselaar en Insp. ten Haaf dus onder leiding van de eerste commissaris van het gemeentepolitie korps Eindhoven: Brinkman. Als er nieuwe agenten werden aangesteld werden die gedurende 3 maanden onder de hoede genomen van een oudere politieman en kregen ze theorielessen van hoofdagent Pierre Vermeulen (boven).
Die lessen waren niet verplicht maar er werd "een zachte drang" op hen uitgeoefend door de leiding. In het begin werd er alleen te voet gesurveilleerd maar al snel ontstond de behoefte aan fietsen.
Die fietsen, merk "Brennabor" werden gehuurd van de fietsenhandelaar Bodar.
Omdat die fietsen vaak na drie maanden al 'in de soep' gereden werden werd er een rijwieltoelage ingevoerd die tot in de negentiger jaren gehandhaafd bleef.
OMSTANDIGHEDEN IN HET BUREAU
In de kamer van de hoofdagenten werd ook theorie gegeven aan het jonge personeel. Het was een donker bureau en als er iemand eens een lamp teveel aan had werd die door de hoofdinspecteur meteen uitgedaan. De cellen in het houten gebouwtje werden ondermeer gebruikt door lieden die hun roes moesten uitslapen. Vaak bleven die tegen de deuren schoppen waardoor de 'rust' in de agentenwacht werd verstoord. Agenten lieten dan water de cel inlopen waardoor de arrestanten hun toevlucht zochten tot een hoger gelegen brits achter in de cel en zo de deur niet konden bereiken zonder natte voeten te halen. Slechts een keer in de 20 jaar kwam er een ministeriële beschikking met daarin de eisen waaraan cellen moesten voldoen. Vaak waren de verblijven van de manschappen slechter. In het bureau Woensel grensden de cellen aan de agentenwacht. Het gevolg was dat de urine van arrestanten, die de celdeur voor urinoir aanzagen, de wacht instroomde.
DE EERSTE REORGANISATIE
In 1920 werd begonnen met de eerste reorganisatie van het nieuwe gemeentepolitiekorps.
De personeelssterkte bedroeg 45 man.
Op het einde van de oorlog was dat 246. In de beginjaren van het korps was het bezit van een politiediploma nog geen aanstellingseis.
Iedereen moest voor zich zelf maar zien dat diploma, waarvoor een toelage van f 1,-- per week werd gegeven, machtig te worden. De een leerde het van de ander. Velen deden hun politiekennis op bij Vermeulen.
Er werden in die tijd geen opleidingscursussen gegeven door of vanwege de dienst, terwijl men ook geen faciliteiten kreeg.
SALARIËRING
Je werd als agent aangesteld op een salaris van f 27,-- per week, terwijl in die tijd een wegens dronkenschap in arrest gestelde grondwerker een loonzakje bij zich had met....schrik niet.... f 70,--
Als je dan nog in ogenschouw neemt dat de diensttijd 72 uren per week bedroeg, is het duidelijk dat er voor de bondsbestuurders in die tijd ook al veel te doen was.
De rechtspositie en bezoldiging werden toen nog gemeentelijk geregeld n.l. door de gemeenteraad.
Er is in die jaren een grote salarisstrijd gevoerd moeten worden. Dit blijkt nu nog duidelijk uit de sterk schommelende salarissen van die tijd.
Door aanzienlijke salarisverhogingen in het vrije bedrijf (het voorbeeld van die grondwerker toont dit wel duidelijk aan), waarmede de overheidsbezoldiging geen gelijke tred had gehouden, was er een scheve verhouding ontstaan.
In die tijd moesten de salarisacties plaatselijk gevoerd worden, wat betekende, dat zoveel mogelijk raadsleden persoonlijk bewerkt moesten worden om van hun medewerking zoveel mogelijk verzekerd te zijn.
Tijdens een scherp politie-salarisdebat in een raadsvergadering, zei een der raadsleden (een ingenieur van Philips) het onverantwoord te vinden dat een politieagent met nog geen f 30,-- per week naar huis werd gestuurd, terwijl het gemiddelde loon bij Philips f 45,-- per week bedroeg. „Ik voel mij onder deze omstandigheden 's avonds op straat niet meer veilig, mijnheer de voorzitter", zou dit raadslid aan zijn betoog hebben toegevoegd.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Zittend vlnr: Bruin-Van den Broek-Insp. van der Laan-CvP Brinkman-Dorsselaar-Ten Haaff-Minnaert-Vermeulen-Hendriks en Verkaart
1e rij staande vlnr: Giel Baken-Van Keulen-Stuyvenberg-Klaas van Soerland- Knabben-Eftink-Van Dommelen-Van Veen-Kuijs-Schreuder-Duisters-Van Wanrooy-Antonis-Hurkmans-Van de Wiel - Sjef van den Biggelaar
2e rij staande vlnr: Sprokholt-Aarts(adminisratie)-Duvigneau-Driek van de Wal-Hoppenbrouwers-Van Ingen-Werkhoven-Buteijn-Van der Leegte-Klessens-Roks en Harrie Foolen
3e rij staande vlnr: Nijenhuis-Van de Leur-Wils-Verhagen-Wernaert-Smits-Senders-Van Summeren-Vink-Brok-Bogert-Van Esch en Van Hoek.
Voor zover bekend is dit de éérste foto van het korps Gemeentepolitie Eindhoven in het Eindhoven na de annexatie.
De foto werd gemaakt bij gelegenheid van het afscheid van hoofdinspecteur van Dorsselaar op 1 augustus 1923 bij het toenmalige commissariaat aan de Dommelstraat 32, tevens de woning van commissaris Brinkman.
Het politiebureau was toen immers nog in het stadhuis aan de Rechtestraat.
Van Dorsselaar werd opgevolgd door hoofdinspecteur Ten Haaf. Naar de stad kwamen toen inspecteur De Poorter, als practisch chef van de geüniformeerde dienst, en inspecteur Minnaert.
In 2016 kreeg ik onderstaande foto van een kleindochter van Sytze van der Laan die op deze website haar opa ontdekte. Het is onbekend bij welke gelegenheid deze foto is genomen meer het lijkt erop dat die ook is genomen rondom het moment dat inspcteur van Dorsselaar afscheid nam.
Er staan nl. diverse mensen op die ook op bovenstaande foto staan. Ook is onbekend waar deze foto in Eindhoven is genomen.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
1924
- in Woensel waren 1 hoofdagent en 4 agenten.
- Acht (2)
- Stratum (2)
- Gestel (2)
- Strijp (2)
- Tongelre (2)
Hun taak (behalve in Woensel) was te vergelijken met die van wijkagent.
1928
Dat heeft geduurd tot 1928 toen er in Woensel en in Stratum 1 agent bij kwam.
In het jaarverslag van dat jaar: "In verband met de dringende behoefte aan toezicht op de parken werd 1 agent in Woensel en 1 in Stratum gedetacheerd met speciale opdracht "om tegen de beschadiging en onzedelijkheid aldaar te waken"
1929
In 1929 waren er in Woensel 3 hoofdagenten en 9 agenten en in Stratum 4 agenten.
1930
In 1930 bestond de straatdienst uit 2 inspecteurs, 9 hoofdagenten en 59 agenten, verdeeld over
- Woensel (3 hoofdagenten en 13 agenten)
- in Acht 2 agenten,
- Stratum (4)
- Gestel (3)
- Strijp (3)
- Tongelre (3)
1931
In 1931 waren er 70 agenten bij de geüniformeerde dienst die ook werd uitgebreid met 1 adjunct inspecteur.
1932
vlnr: Maas (germeentewerken) - ? - Slingerland - Funnekotter (gemeentewerken) - Van Velzen (gemeentewerken) - Piloot Postma - Mevrouwe van Keulen - Vöcking (Gemeentebedrijven) Ip. van Keulen - Mr. Brinkman (gemeentehuis) - CvP. Brinkman - Annie Brinkman (dochter CvP) - Mevr. Ten Haaf - ? - Hip. Ten Haaf - Ip. Van Dijk - Rijksrechercher van Zeelt (alias ome Frans, de grote onbekende en Sherlock Holmes)
1932 was het jaar waarin op 9 september het vliegveld Welschap werd geopend.(boven)
In dat jaar waren er 2 inspecteurs, 3 adjunct inspecteurs, 9 hoofdagenten en 70 agenten.
In dat jaar werden de stadsdelen Gestel, Strijp en Tongelre vanuit het hoofdbureau besurveilleerd.
Na de annexatie was het vaak rumoerig in het zogenaamde "Groot Eindhoven".
Vooral rondom het "Eindje", dat op dezelfde plaats was gesitueerd als de huidige parkeergarage, was het vaak raak.
Voor het bombardement op 6 december 1942 stond daar de Nederlands Hervormde kerk.
Omdat er zoveel werd gevochten waren de cellen bij de woning van hoofdagent van den Broek aan de Harmoniestraat vaak vol.
Toentertijd waren de zijstraten van het Eindje aan de ene kant het Binnenpad en aan de andere kant de Voetbrugsteeg en het Dwarseindje.
Op het Eindje waren veel cafés en danszalen. zoals de "Moulin Rouge", "Oud Keulen", café "de Klomp" en café "Van Heck".
Ook al in 1930 pleitte men voor meer politie in Eindhoven getuige dit krantenartikel.
Het is dus van alle tijden.
"Wie zijn geschiedenis niet kent is gedoemd haar te herhalen." (schrijver / filosoof George Santayana (1863-1952)
Op een gegeven moment werd er eens assistentie gevraagd in café "De Klomp" van "Mammie" op de hoek van het Eindje en het Binnenpad. Een lastige vent (ene Aarts) werd ingesloten in een van de cellen aan de Harmoniestraat. Toen hoofdagent Verkaart (foto's de cellen ging controleren ging die Aarts als een bezetene te keer en daagde Verkaart uit om de cel in te komen. Die deed dat en na enkele ogenblikken had Aarts daar al spijt van. Een ander moment liep voor Verkaart slechter af. Op "het Broek" een straat die destijds lag bij de Broekseweg en de Brugstraat, werd in een café behoorlijk gevochten door een destijds beruchte vechtersbaas Fried van Meurs die in het bezit zou zijn van een mes. Verkaart ging naar binnen en nam hem het mes af. Buitengekomen bemerkte van Meurs dat Verkaart alleen was en er ontstond een vechtpartij op leven en dood die wel een half uur duurde. Van Meurs moest het uiteindelijk beslechten en belandde in het ziekenhuis met een door een sabel opengekliefde schedel. Verkaart had - wat men destijds noemde- zo'n zenuwschok opgelopen (tegenwoordig noemt men dat een traumatische ervaring) dat hij lang met ziekteverlof ging en nooit meer de oude werd.
Het gevolg was dat in later jaren de celwagen op zaterdag -en zondagavond aan de poort van het hoofdbureau klaar stond om uit te rukken.(boven links)
Er was zo'n animo onder de agenten om met die wagen mee op assistentie te gaan dat de inspecteur wachtcommandant mensen moest aanwijzen die aan het bureau moesten blijven in plaats van omgekeerd. In de celwagen waren 4 cellen met tussen die cellen en de cabine een ruimte voor in beslag genomen spullen. Achter op de wagen (nog overdekt) waren twee zitplaatsen voor de begeleiders(boven rechts)
In juli 1925 raakte politieman L. den Brok (l) zwaar gewond toen hij met een mes in zijn borst werd gestoken.
In onderstaand krantenartikel wordt eea. beschreven. Den Brok maakte deel uit van het eerste politiekorps in Woensel.
Even een sprong in de geschiedenis in relatie tot traumatische ervaringen:
Op 6 oktober 1988 werd in het korps een regionaal team voor nazorg en begeleiding bij schietincidenten en andere traumatische ervaringen opgericht. Daarvoor was er een begeleidingsteam schietincidenten voor de opvang en begeleiding van politiefunctionarissen die betrokken waren bij een schietincident. Een voorbeeld van zo'n incident staat onder deze link. Het regionaal team was een initiatief van de regionale dienstcommissie (ander woord voor ondernemingsraad). Het team bestond uit 10 leden (Rijks -en Gemeentepolitie) waarvan 2 reserveleden, een bedrijfsmaatschappelijk werker, een psychotherapeut, een bedrijfsarts, een lid van de verkeersgroep Rijkspolitie en 1 lid van de gp Eindhoven voor begeleiding van vrouwen die getraumatiseerd raakten na of tijdens de aanpak van zedenzaken.
De onderstaande foto's dateren van 1929 en zijn gemaakt door het toenmalige persbureau Het Zuiden uit Den Bosch (glasnegatieven)
2e van links is Van Vugt en 3e van links is De Rooij
Na aankomst op het bureau werd het stoffelijk overschot naar het sectielokaal gebracht. Rechts de tafel waarop sectie werd verricht.
Op de achtergrond staat de commisssari himself (Brinkman) toe te zien. Compleet met dikke sigaar.
Deze foto is waarschijnlijk rond 1930 gemaakt.
Vlnr: Ten Haaf - Commissaris Brinkman - onbekend - Minnaert
Omstreeks 1937 werd het voltallige korps gefotografeerd voor het hoofdbureau aan de Grote Berg.
klik op de afbeelding voor vergrotingen daarna de nieuwe afbeelding voor extra groot.
Zittend vlnr:
Van Veen, Siebels, V.d. Wielen, Lutke Schipholt, Spijkermans, Insp.Vrensen, Insp. Van Keulen, Insp. Van Dijk, Insp. Pijls, Insp. Minnaert, Hoofdinsp. Ten Haaf, Comm. Brinkman, Insp.Dijs, Insp.Matla, Mulder, Knabben, Verhagen, Nijenhuis, Kuijs, Van Wanrooij, Van Esch, Schreuders, Van Vugt, Franken, Antonis.
1e rij staande v.l.n.r:
tussen de auto’s Mosterd, Arends, Van Oorsouw, Snijders, V. d. Els, Willem van Hees, Berben, Van Mol, Schreuder, Janssens, Romein, V.d.Heuvel, Reiber, Van Pelt, V.d. Kolk, Brands, Baaijens, Wils, Aarts, Buteijn, Josephs, Duvigneau, Douze, Janssen, Stevenaar, Verhoeven, V.d.Leur, Hoppenbrouwers, Raap, Legius, Leijssen, Moseman, De Boer, (N.V.Philips), Kuif, Kleijn, (N.V.Philips), Hellings, Diepstraten, Van Lingen, V.d.Veerden, Schraven, Braat, Smits, Werkhoven, tussen auto's Hartog (N.V.Philips), Reukers.
2e rij staande v.l.n.r:
Veenstra, Van Breukelen, Janssen, Lensink, Van Vugt, Kok, De Groot, De Tollenaer, Willems, Buijs, Van Soerland, Willem v.d.Leegte, Primus, Zelen, Glaudemans, Herwijnen, Soethout, V.d.Meer, Bechtold, Klerks, Terburg, V.d.Nosterum, Rijntjes, Verhoeven, Van Summeren, De Rooij, Kruseman, (Philips), V.d. Wiel, Verweij, Eikhoudt, Raes,
Daarboven Van Rooijen, Baken, V.d.Bogert, Van Perlo, V.d. Broek, Pijnenburg, Ter Voorde, Van Maris, V.d.Pasch, Gossink, Staal, V.d. Wiel, Van Kruijsbergen, Heskens, Jonkers, Wernaarts (Philips), Klessens, Verhagen, Van Dommelan, Kokhuis, Van Breughel,
Achterste rij v.l.n.r:
Verstappen, Boumans (Philips), V.d.Biggelaar, V.d.Heuvel, Van Stuivenberg, De Rooij, Sprokholt, Baken (Giel), Aarts, Foolen, Aarts, Klingens, Kuipers, Van Basten, Klinkenberg, Van de Palen, Hennige, Vink
Deze foto is genomen bij gelegenheid van het zilveren ambtsjubileum van Driek Senders (nummer 4) destijds de portier van het bureau en nu pontificaal naast commissaris Brinkman (nummer2). Driek was op 7 april 1905 als veldwachter Strijp in dienst getreden en bij de annexatie in 1920 bij het korps gemeentepolitie Eindhoven gekomen.
Nummer 1= Willem van der Leegte-3= Ip. Ten Haaf- 5=Ip. Van Keulen-6= Harieke Foolen-7=Van Vugt-8=Vermeulen
Klik op de afbeelding voor vergroting
Van collega Johan Pullens ontving ik enkele ansichtkaarten waarop Eindhovense politiemannen in een straatbeeld staan.
Jan Klessens was in 1922 bij de Eindhovense politie begonnen en in 1958 gepensioneerd. De foto is gemaakt in 1986 toen hij 88 jaar oud was. De andere foto is uit 1923 toen hij dus net 1 jaar in dienst was.
Jan kwam uit de tijd dat het "Eindje" een beruchte plek was in Eindhoven. Het was het toenmalige uitgaanscentrum. Van vrijdagavond tot maandagmorgen was het er altijd raak. Er waren zes cafés waarin veel werd gedronken en veel werd gevochten.
In de buurt woonde rechercheur Sjef van den Broek die aan huis twee cellen had waarin vaak vechtersbazen tijdelijk werden opgesloten. Jan Klessens is ook jarenlang de tamboer maître van de politieharmonie geweest.
In de dertiger jaren werd het zwembad de IJzeren man in Tongelre geopend.
Om de 'zedenverwildering' tegen te gaan was het toen niet toegestaan om gemengd te zwemmen.
De waterplas werd door middel van kabels en stangen verdeeld. Een deel voor de dames en een voor de heren.
Het gedeelte niemandsland tussen die delen was ongeveer 20 meter breed.
Het zou toch eens voor komen dat een mannenhoofd dichter dan 10 meter bij een vrouwenhoofd zou komen.
Omdat de omheining nog niet was zoals bedoeld en er geen financiën waren om een badmeester aan te stellen werden er twee 'potige' politiemannen ingezet die in het bezit waren van een zwemdiploma.
Ze droegen een witte jas, broek en pet.
Jan Klessens(l) en Jan Smit werden "badmeester" en voor twee jaar gedetacheerd in het zwembad. Hun taak was niet alleen het ervoor zorgen dat er niemand verdronk maar ook het strikt gescheiden houden van de dames en heren.
Hoe men over het begrip goede zeden dacht wordt voor een deel duidelijk als je de kranten uit die tijd leest. Over het gemengd zwemmen in het Eindhovense openlucht zwembad werd regelmatig geschreven. Het was gewoonweg verboden. De Eindhovense politiek heeft er enkele jaren over gepraat of dat nu wel of niet moest worden toegestaan.
Hieronder enkele krantenartikelen over de perikelen (politieke) rond de Ijzeren Man en het optreden van de politie waarop veel negatief commentaar werd gegeven.
Bron artikelen: Delpher.
1953
klik op de afbeeldingen voor vergroting
klik op de rechter afbeelding voor vergroting
klik op linker afbeelding voor vegroting Een ingezonden stuk.
Adjudant Verhagen (l) en Wim van Gaalen (rechts in 2006)
Commissaris Brinkman, de hoofdinspecteur Ten haaf en een of meer andere inspecteurs, waren in het bezit van een zilveren politiepenning, die speciaal voor hen was gemaakt.
Volgens het boek van Matla bij de N.V. Philips.
Oud adjudant Verhagen heeft de hierbij afgebeelde penning in de vijftiger jaren aan de toen jonge inspect. van Gaalen gegeven die hem op zijn beurt aan mij gaf tijdens mijn afscheid in 2006.
De penning was een soort legitimatiebewijs van de politie en stamt van ver voor de tweede wereldoorlog. Werd in Nederland op andere plaatsen gebruikt van 1900 tot 1940.
Verhagen was geboren in 1894 en kwam bij de politie Eindhoven in 1921. Hij nam afscheid in 1955.
Wim van Gaalen werd geboren in 1928 en kwam in 1952 bij de politie. Hij nam afscheid in 1988 en overleed op 83-jarige leeftijd in 2012.
Ook hoofdcommissaris Bote van der Werf had ook een politiepenning. Het is niet bekend of deze penning ook bij de N.V. Philips was gemaakt.