In de tweede helft van de zeventiger jaren werd de Nederlandse Politie geconfronteerd met een steeds harder wordende criminaliteit.
Bij de aanhouding van die criminelen raakten politiemensen en douaniers (dodelijk) gewond. In Nederland bestonden toen nog geen gemeentelijke arrestatieteams. Eerst gebruikte de politie de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten Marechaussee of de BBE van het Korps Mariniers voor deze klussen. Het Korps Rijkspolitie richtte in de jaren zeventig als proef een arrestatieteam op, dat werd ondergebracht in het district Midden 1 (Provincie Utrecht). Dit werd gedaan in overleg met de minister van Justitie waaronder de Rijkspolitie destijds viel. Het parlement werd niet op de hoogte gebracht. Naar aanleiding van een schietincident in Breukelen eind jaren zeventig, toen hiervoor de minister van Binnenlandse Zaken tekst en uitleg moest geven, 'ontdekte' men dat er een speciaal politieteam (arrestatieteam) was samengesteld. In de jaren tachtig kreeg elk district van de Rijkspolitie een arrestatieteam. De politie bleek onvoldoende getraind te zijn voor dergelijke aanhoudingen wat de oprichting van speciale teams noodzakelijk maakte. Ook in Zuidoost Brabant. Dat was toen de aanhoudingseenheid van het "Kempenteam". Na het oprollen van de Kempenbende bleef de behoefte bij de gemeentelijke politiekorpsen om over een eigen arrestatieteam te kunnen beschikken. Er werd gekozen voor een regionale samenwerking en men besloot in 1981 om de groep "Bijzondere Taken" in het leven te roepen.
Het team werd getraind in het aanhouden van verdachten waarvan bekend was dat die een vuurwapen bezaten en het ook mogelijk zouden gebruiken. Andere arrestatieteam waren ook opgeleid voor de bestrijding van terrorisme.
De groep "Bijzondere Taken", zoals het arrestatieteam toen nog werd genoemd, bestond uit 10 man onder leiding van twee brigadiers en 1 inspecteur.
Zij waren speciaal geselecteerd uit diverse politiekorpsen in Zuid-Oost Brabant.
Naast hun normale politiewerk hadden zij er deze taak bij. Alleen voor speciale acties en trainingen werden zij uit het normale politiewerk gehaald.
De wekelijkse trainingen bestonden vooral uit fysiek-mentale vorming waarbij door de teamleden en de instructeurs tot het uiterste werd gegaan. De nadruk lag op team work.
Hoewel de voorkeur ernaar uitging om een verdachte aan te houden zonder het vuurwapen te gebruiken, werd er veel getraind op het gebruik daarvan.
De inzet van het team is aan strenge regels gebonden en het treedt pas op als alles terdege is voorbereid en alle aspecten van de aanhouding in alle varianten op een rij zijn gezet.
Belangrijk is dat alle risico's voor zowel de aan te houden verdachte, onschuldige voorbijgangers en de politiemensen zelf kan worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt.
Na een inspannende prestatie worden de leden van het arrestatieteam in Eindhoven verwelkomd door HCvP Rob Hessing(3e van links) en Huub Raeven (2e van rechts)
Het team was in een estafetteloop binnen 24 uur van het hoofdbureau in Groningen naar Eindhoven gelopen.
In de eerste twee jaar van het bestaan kwam de groep 30 keer in actie in Zuid-Oost Brabant.
Omdat het team hun optreden niet aan de grote klok hangt was het natuurlijk "wennen" voor verdachten die op die manier in een flitsende actie door het team werden aangehouden.
Politiemensen met bivakmutsen op, die in een bliksemactie iemand van bed lichten was nieuw.
Ook binnen de deelnemende korpsen ( Eindhoven, Deurne, Helmond, Geldrop, Valkenswaard en Veldhoven) was het team een nieuw fenomeen.
Het bestond nl. uit mensen die zich vrijwillig hadden opgegeven en die daarnaast gewoon als politiemensen "op straat" werkten. Geen macho's maar goed getrainde politiemensen.
Zij waren van mening dat je in het gewone politiewerk ook geconfronteerd kunt worden met gevaarlijke verdachten en dan was het meegenomen als je daarvoor goed getraind was.
Snelheid en verrassing bepalen het verloop van de acties. Daarom wordt er continue getraind in het snel overrompelen, boeien, ongewapend vechten, aanhoudingstechnieken maar ook schieten.
Het gedrag van het team wordt nl. uiteindelijk bepaald door degene die moet worden aangehouden.
Die training was wekelijks. Urenlang op de hindernisbaan of in de sporthal om de conditie te verhogen. Trainen met een teamlid en dat gaat hard tegen hard. Geen compassie. En als een van de groep kokhalzend naar adem ligt te snakken wordt door de instructeur snel even gecontroleerd hoe het met hem is. Als de hartslag naar zijn mening te laag is krijgt hij te horen dat er een tandje bij moet. De inzet kan beter.
De eerste optredens van de groep verliepen geruisloos. Niemand merkte er iets van, buiten de verdachte die werd aangehouden en zijn omgeving.
De eerste keer dat het team wel opviel was bij een actie in het woonwagenkamp in Geldrop (1983)
Daar werden mannen, vrouwen en kinderen door de met bivakmutsen uitgeruste groep onder controle gehouden.
Op die manier werd de geheimzinnigheid over het team doorbroken. Anoniem optreden was voor de eigen veiligheid. Het was nl. niet de bedoeling dat ze later op straat zouden worden herkend als ze met hun 'normale' politiewerk bezig waren.
De grootste troef van de eenheid is snelheid en het verrassingselement.
Dat, alsmede de zeer gedegen training, moeten ervoor zorgen dat met zo min mogelijk geweld een verdachte kan worden aangehouden van wie bekend is dat hij niet schroomt om vuurwapens te gebruiken.
Om dat doel te bereiken wordt iedere actie terdege voorbereid. Geen verdachte is hetzelfde dus iedere aanhouding is anders.
Dat een goede, minitieuze voorbereiding van een actie noodzakelijk is blijkt wel uit de aanhouding van twee uit België ontsnapte verdachten die terzake moord gedetineerd waren.
Beide verdachte huurden op de Veldmaarschalk Montgomerylaan een flat die gedurende een bepaalde periode nauwlettend werd geobserveerd.
De wapens die in de flat aan de Montgomerylaan werden aangetroffen
Klik op afbeelding voor vergroting.
Als dan zo'n actie snel en accuraat en, zonder dat er een schot wordt gelost, wordt afgerond is dat precies het doel wat men met de inzet van het arrestatieteam wil bereiken.
Tot 1986 knapte de groep Bijzondere Taken de aanhoudingen op van vuurwapengevaarlijke verdachten. Het team, dat bestond uit leden van gemeentepolitie Eindhoven en leden uit omliggende gemeentepolitiekorpsen werd opgeheven, en er werd een team geformeerd uit leden van het korps gemeentepolitie Eindhoven.
Vanwege de goede ervaringen met het team ten tijde van de Kempenbende kreeg ook Eindhoven in 1986 een eigen, door de Minister erkend, arrestatieteam dat alleen uit mensen van het korps Eindhoven bestond. De groep "Bijzondere Opdrachten". In 1989 werd die naam veranderd in "Arrestatieteam".
Na de inzetten ten tijde van de zgn. Kempenbende trok de RP zich terug omdat dit korps een eigen arrestatieteam had.
Getraind in ongewapend gevecht, boksen, karate en natuurlijk uitermate getraind in het gebruik van vuurwapens. Dat alles met het doel aanhoudingen te verrichten zonder dat er een schot valt.
Tijdens de opleiding, waaraan een strenge selectie aan voorafgegaan was, gingen ze tot het uiterste en vielen af bij de geringste hapering.
Aanhouding van een Eindhovense verdachte (Frans van D.) op de snelweg bij Thorn, november 1985
In het kader van hert uitwisselen van ervaringen werden bezoeken gebracht aan het korps Mariniers (BBE).
Ook gaf men demonstraties in Antwerpen en Brussel en bracht men een werkbezoek aan het Duitse Spezial Einsatz Commanda (SEK) in Baden-Württemberg.
Deze groep was ook getraind in terrorismebestrijding. In Nederland is dat voorbehouden aan de BBE van het korps Mariniers.
Het doel van het bezoek was om kennis te maken met de organisatie, uitrusting en werkzaamheden van Duitse arrestatieteams en in hun oefenprogramma te participeren.
Daarvan maakte onderdeel uit het abseilen van een 30 meter hoge schoorsteen om te leren abseilen vanuit een helicopter. Een groep deed dit in de ijzige vrieskou, terwijl er een halve meter sneeuw lag. Omdat men daarop niet was voorbereid had men geen winterkleding meegenomen. Het feit dat men niet in de heli zat maar op de glijders buiten stond was geen lolletje. Men vloog op ongeveer 300 meter hoogte bij een temperatuur van -15 C., zoals gezegd in zomertenue.
Als kleine zwarte stipjes tegen de toren geplakt op weg naar boven.
In Zwolle werden, als onderdeel van een veertig uur durende training samen met de BBE, 113 meter hoge torens beklommen om vervolgens met het touw weer naar beneden te gaan.
Nadat de reorganisatie van de Nederlandse politie in 1994 werd het arrestatieteam van het korps Gemeentepolitie Eindhoven anders ingedeeld en is in een andere vorm doorgegaan.