Gebeurtenissen die indruk maakten - Brochures van/over de Rode Jeugd

 
 Door de Rode Jeugd werden brochures voor hun leden uitgebracht. In de brochure hierboven werd uitvoerig uitgelegd welke rechten je als verdachte had als je door de politie was gearresteerd.
De definitie van de verdachte uit het wetboek van strafvordering,  de staandehouding, aanhouding inverzekeringstelling etc.  werden besproken en er werd uitgelegd wat de politie voor rechten had en vooral ook welke dingen je als verdachte niet moest doen.
Er werd bijvoorbeeld op gehamerd dat je vooral in het politiebureau geen verklaring moest afleggen en moest blijven zwijgen. Zeker niet als je nog geen contact met een raadsman had gehad.
 
  
 Voor bepaalde mensen in de politieorganisatie werd een fotoboekje gemaakt met daarin foto's van 42 personen. Hoewel op de kaft de tekst stond dat geen conclusies mochten worden getrokken politieke activiteiten, waren degenen die erin stonden allemaal duidelijk gelieerd aan links activisme.
 
 
 
 Dit boekje werd door de Rode Jeugd uitgegeven nadat, volgens hen, Lucien van Hoesel door de BVD in de val was gelokt en daarna door de politie Eindhoven werd gearresteerd.
Hieronder een verkorte samenvatting van teksten uit dat boekje.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
De Rode Jeugd had een dubbelspion ingezet in de persoon van Danny Mulders (boven) en was er op die manier  in  geslaagd aan te tonen dat er inderdaad sprake was geweest van een val die tot gevolg had dat Lucien van Hoesel op 13 december 1972 in zijn woning werd gearresteerd.
Deze BVD actie waaraan volgens de Rode jeugd medeplichting waren de toenmalige minister van justitie Van Agt, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Geertsema, hoofdcommissaris Odekerken en commissaris Vringer van de Eindhovense gemeentepolitie.
De Rode jeugd wilde hen laten getuigen in de rechtzaak tegen Van Hoesel om zo klaarheid te brengen in die zaak en in de golf van zogenaamde bomaanslagen die nooit door hen waren geclaimd.
Danny Mulders was als 18 jarige werkzaam in een fabriek in Drunen waar al twee keer brand was geweest. Hij werd daarvan verdacht en gearresteerd.
Hij werd tijdens het verhoor geschopt, bedreigd en bij zijn keel gegrepen door ene Viervijzer. Danny was volgens hen lid van de Rode Jeugd.
Daarna werd hij verhoord door ene Vlaminxs die op de vaderlijke toer ging. De volgende morgen werd Danny ontslagen. Niet alleen uit het politiebureau maar ook verliest hij zijn werk.
Evert van den berg was destijds secretaris van de Rode Jeugdafdeling in Breda en daar trekt Danny heen. Van Ever ontvangt hij een stevige ideologische scholing.
5 Maanden na zijn arrestatie wordt hij benaderd door iemand die zich voorstelt als  iemand van het ministerie van binnenlandsezaken.
De man met de kikkerogen zoals hij wordt genoemd. Later zou hij zich De Roo noemen en vertellen van hij van de BVD was.
In de tijd daarna werd Danny 'geronseld' om voor de BVD als informant te dienen. In ruil daarvoor zou zijn zaak voor de brandstichting gunstig voor hem aflopen en werd hij betaald. Hij stemde ermee in maar zag later in dat de bedoelingen van de BVD verder gingen dan alleen maar inlichtingen en ging als dubbelspion fungeren. Hij werd voor de Rode Jeugd een belangrijke inlichtingenbron binnen de BVD om klaarheid te brengen in de zaak tegen Lucien van Hoesel.
Zijn naam werd voor de BVD "Hagendoorn" als hij contact zocht mer De Roo.


Het pistool 

Door de BVD wordt Danny enkele malen gepushed om een pistool te bemachtigen/kopen via Evert van den Berg. Uiteindelijk voor een bedrag van 400 gulden met de bedoeling met vingerafdrukken van Evert op het pistool te kunnen bewijzen dat hij vuurwapens leverde.
Danny vertelt dan tegen Van den Bergh dat de BVD hem wil nekken waarop Evert contact opneemt met de landelijke Rode jeugd waar wordt besloten het spel mee te spelen. Danny wordt dubbelspion.
Op een bepaald moment wordt hij zelfs uitgerust met een minizendertje zodat de BVD gesprekken met Van den Bergh kan volgen. Die gesprekken worden natuurlijk gevoerd met de wetenschap dat de BVD meeluistert.
De Roo laat zich later ontvallen dat zowel van Hoesel (links) als van den Bergh slachtoffer waren van een BVD-val. Danny krijgt ook het hierboven afgebeelde boekje te zien waarin de vele foto's van vermeende Rode Jeugdleden stonden.
Dan dient uiteraard nog de overhandiging van het door Van den Bergh verkochte pistool te gebeuren. Die handeling wil de Rode Jeugd op foto vastleggen om zodoende te bewijzen dat de BVD een val voor Van den Bergh aan het voorbereiden is.
Als lokatie wordt de stationsrestauratie in Tilburg uitgekozen omdat men daar veel makkelijker alles kon fotograferen.
 
Alles wordt in gereedheid gebracht en met 6 getuigen en twee fotografen gaat men naar de plaats van afspraak.
Daar overhandigt Danny het pakje maar daar zitten papieren zakdoekjes in.(rechts)
Als de Roo hem verward aankijkt geeft hij aan dat hij het verkeerde pakje heeft gegeven en dat het andere in de bagagekluis ligt.
Als hij het zogenaamd gaat halen verdwijnt hij in de mensenmenigte. 
  
 
 
 
 
Door deze actie probeerde de Rode Jeugd anderen ervan te overtuigen dat de BVD  - in samenwerking met de politie-  er op uit was om hen onterecht in een kwaad daglicht te stellen.
Er werden artikelen uit de kranten geciteerd waarin stond dat Henk Wubben (links) en Willem Oskam (uiterst links) hun theorieën voor gewelddadig optreden hadden opgedaan in Albanië. Ze zouden daarvoor geld hebben ontvangen van de Albanese diplomatieke vertegenwoordiger in Brussel.
Hierdoor werd de Rode Jeugd door de toenmalige minister Dries van Agt aangeduid als een betrekkelijk kleine groep die werd "doorgelicht" door de BVD en door de speciale bombrigade van politie en justitie. (De Telegraaf 24-10-1972)
Men verweet de BVD dat die bewijzen  tegen de Rode Jeugdleden produceerde.
Elsevier publiceerde een artikel waarin Eindhoven het terreurcentrum van ons land werd genoemd ( 28-10-1972)
Er werd in de brochure vermeld dat men een openbaar onderzoek zou eisen in de zaak tegen Lucien van Hoesel en dat er strafvervolging zou worden ingesteld tegen de BVD-er De Roo wegens poging tot uitlokking.
Ook wilde men een parlementair onderzoek naar de werkzaamheden en middelen van de BVD.

 Hieronder enkele verklaringen uit de brochure om de echtheid van het verhaal aan te tonen.

 
 

  

 

De brandstichting was bedoeld voor Piet Snijders (foto) die naast het getroffen pand woonde.
 
 
 
Hieronder een korte samenvatting van deze brochure waarmee de Rode Jeugd wilde aantonen dat bepaalde 'figuren' een privé-oorlog tegen hen voerden.
Aanleiding was ondermeer de arrestatie en het proces tegen Henk Wubben, Lucien van Hoesel en Geert Paulussen voor de brandstichting in het pand Bloemfonteinstraat 87.
In dat pand werd in de nacht van 29 op 30 juni 1970 een brandbom gegooid. 
Het doel was de woning van  hoofdagent Piet Snijders (onder) maar per abuis trof men het huis van zijn bejaarde buren.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Geert Paulussen werd na de brandstichting aangehouden onder, volgens de brochure, valse voorwendsels en zonder dat hij van zijn rechten als verdachte gebruik mocht maken. 
Hij zou op het moment van arrestatie onder invloed van LSD hebben verkeerd waardoor hij voor de politie makkelijk 'kneedbaar' zou zijn geweest.
Door het gebruik van die drug zou hij paranoïde zijn geweest en een sterk achtervolgingscomplex hebben gehad. Ook had het verblijf in de cel in die toestand zo'n invloed op hem dat zijn geest was gebroken.
Men omschreef zijn aanhouding als een ontvoering.
Door middel van een sorteerproef werd aangetoond dat Geert Paulussen de dader van deze aanslag zou zijn geweest. Bij een sorteerproef krijgt de verdachte een stalen buisje dat hij in zijn kleding moet bewaren waardoor zijn geur op het buisje wordt overgedragen.
Dan wordt het door een politieman met een tang aangepakt en in een doosje gedaan.  Een vijftal andere mensen krijgen ook zo'n buisje in bewaring.
Die buisjes worden dan in willekeurige volgorde en op een bepaalde afstand van elkaar neergelegd. De speurhond krijgt dan eerst de geur aangeboden van iets wat op de plaats van het misdrijf is gevonden en waarvan wordt vermoedt dat het van de betreffende verdachte afkomstig is. Daarna gaat de hond de geur opsnuiven van alle buisjes en als het goed is moet hij het buisje met de geur van de verdachte eruit halen.
 
In de brochure wordt verder beschreven dat Geert Paulussen in een speciale verhoorkamer werd verhoord door Flip Raap en Jan Bronkhorst terwijl er vier felle schijnwerpers op zijn gezicht gericht waren. Als hij moe werd zou hij geslagen zijn om hem weer wakker te maken en verder te kunnen met het verhoor. Na urenlang verhoor zou hij uiteindelijk onder dwang hebben bekend.
 
In een ander hoofdstuk van de brochure wordt het verhoor van Luciën van Hoesel beschreven.
Die was op 2 juli 1970 aangehouden door Piet Snijders en Dick Beenen. Ook hem zou niet de reden van zijn aanhouding zijn verteld nadat hij onder het mom van een aan het bureau liggende bekeuring zou zijn meegenomen .
 Hij zou de volgende dag tussen 9 uur 's morgens en 7 uur 's avonds aan een stuk zijn verhoord door Jan Bronkhorst (links) en Henk van Aanholt.
 Hieronder een kopie van een deel van de tekst uit de brochure die handelt over het verhoor van Luciën van Hoesel, waarmee men wilde aantonen dat alle regels waren overtreden.
 

DUBBELSPION

Uieindelijk werden de drie vrijgesproken om uiteenlopende redenen. De Rode Jeugd vroeg zich af waarom Geert Paulussen niet meer vervolgd werd en men weet dit aan het feit dat hij door de politie gevraagd was om als spion voor hen te gaan fungeren.
Hij was nl. op het bureau uitgenodigd waar hem dat voorstel werd gedaan door Flip Raap en Piet Snijders.
Volgens hen waren die bang geworden omdat Henk Wubben, die ook was vrijgesproken, had gezegd dat hij voor iedere dag dat hij had gezeten, zou afrekenen.
Uit de brochure: "Vooral Flip Raap begon zich niet op zijn gemak te voelen en Snijders begon zijn pistool vast te smeren."
Geert stemde toe maar liep rechtstreeks naar Theo Engelen om hem dat te vertellen. Die zag er wel een rol voor hem in als dubbelspion.
 
 Hieronder zijn verklaring uit de brochure:
verklaring geert
 Als dubbelspion had Geert aangegeven dat er een aanslag voorbreid werd op de woning van Officier van Justitie Mr. Peynenburg. Volgens hen werd die zo bang dat hij Flip Raap en Geert bij hem thuis uitnodigde voor een gesprek. Dus in de veronderstelling dat Geert voor hen als spion werkte.
Om te bewijzen dat Geert daar inderdaad mee naar toe was geweest werd door hem in de brochure uitvoerig het interieur van de woning van Peynenburg beschreven. Omdat geert later belde dat de aanslag niet zou doorgaan werd geloofd dat hij voor de politie goede diensten kon bewijzen en kon men de politie verder bespelen.
In een andere aktie om de politie te misleiden, een aanslag op een kolonelswoning van de vliegbasis Welschap, werd Flip Raap thuis bezocht. Men had hem verteld dat er enkele kogels door die woning geschoten zouden worden.
Toen men daarover Flip Raap thuis benaderde zou die de deur geopend hebben met een pistool gericht op Geert. In de brochure wordt ook het interieur van de woning van Flip Raap beschreven om aan te tonen dat men daar wel degelijk binnen was geweest.
Raap zou gezegd hebben dat hij 'op'  was omdat hij verwachtte dat er een bom bij hem naar binnen zou worden gegooid. Hij zou gezegd hebben dat hij degene die iets bij hem naar binnen zou gooien, kapot zou schieten. Vandaar het pistool en de gedoofde lichten.
 
Hieronder twee verklaringen uit de brochure:
 
verklaring-2
verklaring-3

HET NAWOORD UIT DE BROCHURE

NAWOORD
Hieronder een krantenartikel bij gelegenheid van het afscheid van Piet Snijders waarin hij kort praat over de "Rode Jeugd"
krant snijders afscheid