In 1928 treffen we de eerste, zij het nog vage verschijnselen van een naderende echte verkeersdienst aan.
De klerk Van Keulen, in het bezit van een particulier motorrijwiel B.S.A., voelde zich zeer tot deze dienst aangetrokken en zo kon het dan ook gebeuren dat we hem aantreffen op zijn motor, in burger gekleed, vergezeld van de agent Wils in uniform op de duo, op zoek naar mogelijke verkeerszondaars.(boven)
Nog steeds zijn we in het jaar 1928 waarin het toenemend verkeer in de binnenstad het noodzakelijk maakte verkeersregelingen te treffen.
In het kader hiervan werd eenrichtingverkeer in de Vrijstraat ingevoerd.
Maar ook het verkeer op de Demer, Rechtestraat, Stratumseind, Kerkstraat, Ten Hagestraat en Nieuwstraat mocht zich in de belangstelling van de politie verheugen.
Enige agenten werden speciaal voor verkeersdiensten aangewezen en kregen tot taak de voetgangers te verzoeken over de rechter trottoirs te lopen en de bestuurders van auto's, die hun voertuigen te lang in genoemde straten lieten staan, te noodzaken door te rijden of hun auto elders te plaatsen.
Als voorlopig parkeerterrein werd de Markt aangewezen.
In ditzelfde jaar werd ook gedokterd aan de verkeersregeling bij de Woenselse Overweg.
DE EERSTE OFFICIËLE VERKEERSBRIGADE.
In 1930 werd er een speciaal artikel in de krant gewijd aan de afdeling verkeer.(bron: Johan Pullens)
Klik op de foto voor een vergroting.
Vooraan vermoedelijk agent Van Alphen. Achteraan links inspecteur Van Keulen (chef verkeer) en rechts commissaris Brinkman (korpschef)
klik op de foto voor vergroting.
klik op de foto voor vergroting
Enkele van de originele foto's die in het krantenartikel zijn gebruikt.
Leden van de nieuwe verkeersbrigade in 1930. Vlnr: Van Vugt - Lutke Schipholt, de chef Inspecteur van Keulen en Dijs.
Deze laatste was overigens niet van de verkeersdienst. De foto's zijn gemaakt door het toenmalige persbureau Het Zuiden uit Den Bosch. (glasnegatieven)
In 't jaar 1929 kreeg Eindhoven een officiële verkeersbrigade, bestaande uit een adj. inspecteur (Van Keulen-zittend achter zijn bureau), een hoofdagent en acht agenten. Deze brigade werd uitgerust met drie motoren, waarvan twee met zijspan. Alle drie waren Harley's. Rechtsboven kijkt insp. Van Keulen toe hoe men op surveillance gaat. Het eenrichtingverkeer werd uitgebreid en wel voor de Demer en een gedeelte Kleine Berg. De Demer werd voor het inrijdend verkeer afgesloten vanaf de Parallelweg tot aan de Vrijstraat en de Kleine Berg vanaf de Keizersgracht tot aan de Bergstraat.
Verkeersleiders en vluchtheuvels werden aangebracht op de hoeken Willemstraat, Emmasingel, Keizersgracht, Grote Berg, Raiffeisenstraat, Nieuwstraat en Vestdijk. Ook nieuw aangelegde straten werden, voor zover men toen nodig oordeelde, voorzien van verkeersgeleiders en schildpadden. (verkeersdrempels)
De laatste hebben menig autocarter naar de andere wereld geholpen. Tijdens het bewind van Burgemeester Pulles is het grootste gedeelte van de verkeersgeleiders opgeruimd, terwijl ook andere verkeersobstakels, zoals voortuintjes, in de letterlijke zin uit de weg geruimd werden.
Bespreking tussen Inspecteur Ten Haaf (links) en Inspecteur Dijs in 1929.
Aan de muur achter Ten Haaf hangt een foto die is gemaakt op 1 augustus 1923 nabij het commissariaat aan de Dommelstraat, bij het afscheid van de toenmalige hoofdinspecteur van Dorsselaar.
In 1919 werd in het zogenaamde "klein Eindhoven" (is Eindhoven vóór de annexatie) op de drukste uren van de dag een verkeersagent geplaatst op het kruispunt Rechtestraat - Vrijstraat.
Dit kruispunt zag er toen uiteraard anders uit dan tegenwoordig. Op de hoek waar nu Vroom en Dreesmann is, stond toen een apotheek, terwijl de tegenoverliggende hoek Demer het belastingkantoor stond. Een winkel van Vroom en Dreesmann bestond toen ook in veel kleinere vorm maar werd toen “Magazijn de Zon" genoemd.
Om echter op die verkeersagent terug te komen. Eén van de agenten van de geüniformeerde dienst werd bij toerbeurt aangewezen om het verkeer te regelen; van een verkeersbrigade was toen nog geen sprake. Deze verkeersregelaar was uitgerust met een wit geverfde stok die een hulpmiddel was om zijn bedoelingen aan de weggebruikers kenbaar te maken.
Hoewel een eigenlijke verkeersbrigade eerst werd opgericht in 1929, werd voor die tijd veel aandacht aan het verkeer geschonken. Men verwachtte in die tijd veel heil van het rigoureus handhaven van de maximum snelheid, getuige het feit dat in 1924 chronometers werden aangeschaft en in de stad 21 zgn. 'autovallen' gelegd werden.
Automatische verkeerssignalen werden geplaatst op de kruispunten Emmasingel - Keizersgracht en Keizersgracht - Wal, doch deze werden in 1929 nog niet in werking gesteld. Ze werden echter pas in 1931 in werking gesteld. Die op het kruispunt Emmasingel - Keizersgracht bleken onbruikbaar en werden weer buiten werking gesteld,
Foto boven links: De Hoofdinspecteur Ten Haaf (uiterst rechts) en de Inspecteur van de Verkeersdienst Van Keulen (bij het verkeerslicht), lieten zich met de signalen vereeuwigen.
Op deze foto is de koepel nog te zien van de Joodse synagoge aan de Kerkstraat. Een van de historische panden die in de loop der jaren in opdracht van het Eindhovense gemeentebestuur jammergenoeg zijn afgebroken.
Deze verkeerssignalen waren oorspronkelijk ook nog voorzien van elektrische bellen, die een hels lawaai maakten en als doel hadden de weggebruikers te waarschuwen dat de lichten van kleur gingen veranderen. Dat leidde tot klachten waarna de bel na korte tijd al werd uitgeschakeld tot grote vreugde van de omwonenden.
Verkeerscontrole in 1929 op de Keizersgracht. Links, met fiets, is Werkhoven en in het zijspan zit Van Vugt. Een fietser die aan de linker kant van de weg rijdt krijgt het zwaar te verduren met drie leden van de pas opgerichte Verkeersdienst.
Toen was er nog personeel genoeg.
Aan de linker kant terrein Fens (het huidige parkeerterrein) en op de achtergrond de Philipsfabrieken.
(boven links) Door Ip. Van Keulen (r) werd verkeersinstructie gegeven aan vlnr: Jonkers-Moseman en Werkhoven. (Boven rechts) Van Alphen ( in zijspan) en Gijs Mosterd verlaten het bureau Grote Berg 39, nagekeken door de chef, inpsecteur Van Keulen.
Uitbreiding van de Verkeersdienst vond plaats in 1930 en wel met 3 hoofdagenten en 6 agenten, terwijl in dit zelfde jaar de verkeersverordening het levenslicht aanschouwde (Gemeenteraadsvergadering van 24 februari1930).
Een proef werd genomen met verlichte verkeerspijlen, oa. op het punt Bilderdijklaan - Wal en op de Marconilaan. In de loop van 1931 vond weer een uitbreiding plaats, bestaande uit 6 agenten. Als materiaal was toen ter beschikking van de verkeersdienst 5 motoren waarvan 2 met zijspan, 1 personenauto en 1 celauto.
De personenauto - men sprak destijds van een 'luxe auto' - was een open Ford, die in het koude jaargetijde en bij regenweer, werd voorzien van een kap en zeiltjes.
De motoren met de enkele koplamp werden voor de gelegenheid geleend. De mannen met de bolhoedjes behoorden tot de verkeersrecherche.
In 1931 gebeurden er 471 verkeersongevallen waarvan er twee met dodelijke afloop waren. De jaren 1931, 1932, 1933, 1934 en 1935 gaven niet veel nieuws op het gebied van de afdeling verkeer.
In 1933 kwam er één hoofdagent bij die in 1934 weer vervangen werd door een agent.
De afdeling gemeentewerken maakte in 1935 bestek -en detailtekeningen en ook een begroting voor uitbreiding van de bestaande garage die het jaar daarop werd uitgevoerd.
Er kwam nu plaats voor een tweede personenauto.
In 1936 bestond de verkeersdienst uit: 1 inspecteur, 5 hoofdagenten, 22 agenten waarvan 16 eerste klasse.
In het tijdsvak 1937 tot 1940 heeft de afdeling voor wat betreft sterkte en wagenpark geen noemenswaardige veranderingen ondergaan.
De witte stok van de verkeersagent werd al snel vervangen door de zwart-wit gestreepte manchet. Nog later werd de verkeerspolitie (vooral de agenten op de kruispunten) voorzien van een witte helm.(onder)
De verkeersbrigade omstreeks 1936-1937.
vlnr: Baken-Antonius-Legius-Romein-Hellings-Raap-Lutke Schipholt-Kuif-Soethout-Jonkers-Van Oorsouw- Van Soerland- Ip. Van Keulen-Ter Voort-?-Verwijst-Van de Palen-Van Vugt-Moseman-Jacobs-Siebels- 'de zwarte'Van Vugt-Verhoeven- Van de Wielen-Staal-Werkhoven en Franken.
Na de oprichting van de verkeersdienst ontstond al snel de behoefte aan een afdeling die specifiek werd belast met de afhandeling van verkeersongevallen.
De zgn. verkeersrecherche werd opgericht en bestond uit vlnr: H.Bruin - Wils - Buteijn en J.M. Jacobs (geen foto)
De verkeersrecherche had dezelfde taak als het latere Bureau Verkeersongevallen. Ze waren dus gespecialiseerd in de behandeling van verkeersongevallen. Het aan de hand van sporen en getuigenverklaringen herleiden van de oorzaak van een verkeersongeval.