Onderstaand artikel werd geschreven door Ruud Groen, journalist bij het Eindhovens Dagblad.
Rijks- en gemeentepolitie in de regio Eindhoven werken al een half jaar nauw samen in een zogeheten „Kempen-team". Dit team heeft in die tijd in het diepste geheim meer dan vijftig arrestaties verricht. Daarmee heeft het zeker tweehonderd misdrijven opgelost. De arrestanten worden verdacht van kleding -en antiekdiefstallen, overvallen op burgers en bankinstellingen, gebruik van vuurwapens, diefstal van dure auto en heling in Zuid-Nederland. De waarde van het gestolene loopt in de vele miljoenen guldens. Tot de vijftig tot nu toe gearresteerden over het hele land behoort een groep van negen, die tot de harde kern behoort, waarop het team vooral jacht heeft gemaakt. De leden van die harde kern, waarin de meest schietgrage verdachten zitten, zijn afkomstig uit Zuidoost Brabant. De aanhouding van de als zeer gevaarlijk bekend staande verdachten gebeurde door een speciaal daarvoor getrainde groep politiemensen. Bij een actie gisternacht op de twee woonwagencentra in Eindhoven dacht de arrestatie-eenheid de onlangs in Best ontsnapte hoofdverdachte Toontje P. aan te treffen. Op de centra werden bliksemsnelle acties uitgevoerd in woonwagens. Die leverden niets op. Wel veroorzaakte de wijze van handelen van de speciale arrestatie-eenheid groot ongenoegen en onrust onder de bewoners van het centrum. Het optreden van de arrestatie-eenheid berust op de ruimere opsporingsbevoegdheid die het Kempen-team bij de formatie vorig jaar kreeg. De acties om "harde" verdachten aan te houden gebeuren bliksemsnel en op een speciale manier om te voorkomen dat er wapens worden gebruikt. Het Kempen-team verwacht naast de vijftig tot nu aangehouden verdachten, onder wie een aantal helers, van wie er al een terecht heeft gestaan in Breda nog meer verdachten te kunnen arresteren. Het speciale team is ontstaan nadat enkele jaren geleden een groot aantal zware criminelen in de Kempen een ware terreur uitoefende bij de nachtelijke strooptochten langs textielzaken, juweliers en burger woningen.
Daarop begin vorig jaar onder leiding van de commissaris van de koningin in Noord-Brabant J. van der Harten (links), overleg tot stand gekomen tussen vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie, onder wie officier van justitie mr. P. Duyx en politiekorpsen uit de Kempen. Doel was een methode te vinden om aan die terreur het hoofd te kunnen bieden.
Dat overleg heeft midden vorig jaar geleid tot een samenwerkingsverband tussen alle gemeentepolitiekorpsen in de regio Eindhoven en de rijkspolitie van het district Eindhoven. Half oktober vorig jaar werd het Kempen-team, zoals het werd genoemd, operationeel. Begin dit jaar al werden de eerste verdachten gepakt. Aanvankelijk probeerde het team dat uit 30 tot 40 man bestaat en dat op bepaalde momenten voor directe of indirecte assistentie werd aangevuld tot bijna 100 man, de leden van de inbrekersbenden op heterdaad te betrappen. Die methode bleek echter te gevaarlijk en was bovendien in de lange winterperiode met veel gladde wegen niet te gebruiken. Daarop is besloten om via wat officier van justitie mr. Duyx enkele maanden geleden "de langetermijntaktiek" noemde, de misdrijven op te lossen. Die methode van speurwerk waarbij niet langer het risico werd gelopen dat inbrekers en politie gaan schieten, heeft tot resultaat geleid. De vijftig tot nu toe gearresteerde verdachten variëren in leeftijd vanaf 16 jaar en ouder voor wat wordt genoemd de randgroepen criminelen en van 25 tot 45 jaar voor de "harde" kern. Van die harde kern zijn er negen aangehouden. Op 29 maart 1979 ontsnapte een van de hoofdverdachten, een 29-jarige Eindhovenaar(Toontje P) in Best, toen hij met twee parketwachters op weg was van de gevangenis in Maastricht naar Den Bosch. Hij is nog steeds spoorloos. (noot webmaster: Hij meldde zich twee maanden later bij de politie en werd alsnog veroordeeld.)
De ontsnapping van Toontje P. (bijgenaamd "Dik Toontje") sloeg natuurlijk in als een bom.
In een Fiat 127 werd hij door twee parketwachten vervoerd vanuit Den Bosch naar Maastricht. Op de Boschdijk in Best, op de brug over het Wilhelminakanaal, zag Toontje kans, geboeid en wel, de achterruit uit de auto te drukken en zo uit de auto te springen. Hij deed dat op het moment dat de auto weer optrok nadat die voor het rode licht was gestopt.
Hij probeerde aan de andere kant van de weg een lift te krijgen maar vluchtte, toen dat niet lukte, naar het nabijgelegen woonwagenkamp.
De 2 parketwachters staakten hun achtervolging toen ze dat merkten.
Na korte tijd werd het kamp omsingeld en doorzocht maar zonder resultaat.
Mr. P. Duyx, officier van justitie, begreep er niets van dat dit had kunnen gebeuren. Toontje stond immers bekend als vluchtgevaarlijk. Politiemensen staken hun kritiek niet onder stoelen of banken. Het had immers nog al wat kruim gekost om hem eerder (16 februari 1979) te arresteren en hij had bovendien de reputatie van vuurwapengevaarlijk.
In 1974 was hij ook als eens ontsnapt aan een reclasseringsambtenaar tijdens zijn bezoek aan zijn ouders op een kamp in Waalre. Het duurde toen 8 maanden voordat hij weer werd gearresteerd.
Dat was na een schietpartij waarbij hij in zijn schouder werd geschoten.
Naar aanleiding van de rechtszaak in Den Bosch schreef Jacques Verdorst van het Eindhovens Dagblad op 26-7-1979 onderstaand artikel.
"Ik voel me net als een chirurg die een been moet amputeren. Die doet dat ook met tegenzin. Maar als ik nu niet op de harde toer ga, kan ik beter mijn toga uittrekken.
In de hoop dat zelfs Toon gaat inzien dat hij alleen zichzelf heeft als hij zo doorgaat, eis ik negen jaar gevangenisstraf."
Zo eindigde mr. P. Duyx gisteren zijn requisitoir tegen de leider van de Kempenbende, de 29-jarige Toon P. uit Eindhoven.
"Een lankmoedige opstelling jegens hem heeft niets uitgehaald", aldus de officier.
Volgens hem is de Kempenbende meedogenloos opgetreden. "Topcriminaliteit", zei hij.
Mr. Duyx ging andermaal in op de tactiek die bij de arrestatie van de leden van de bende door het zogenaamde Kempenteam was toegepast. Over de humanisering van het Strafrecht merkte hij op: "Daar kun je nooit tegen zijn. Maar je krijgt dan wel de rekening gepresenteerd. Want de misdadigers trekken zich van de humanisering niets aan. Zij stelen en roven. En op degenen die hen in de weg proberen te staan wordt geschoten. "Niet om af te schrikken maar om te doden", verklaarde een Belgische wapendeskundige die een ballistisch onderzoek had ingesteld.
De al tot drie jaar veroordeelde Janus N. werd uit de cel gehaald om tegen Toon te getuigen. Hij weigerde ook maar iets te zeggen of de eed af te leggen.
"Maar wilt u dan niets zeggen over de wijze waarop uw verklaring tegen Toon tot stand is gekomen", probeerde de advocaat Mr. P. Doedens.
"Ze hebben me geestelijk kapot gemaakt", was het enige dat Janus kwijtwilde.
Zijn bij de politie en rechter-commissaris afgelegde verklaringen werd echter wel voorgelezen. En die was uiterst belastend voor verdachte Toon.
Ook Tinard P., die na een eis van vier jaar vijf jaar cel heeft toegemeten gekregen, deed de mond niet open. "Ik ben zelf verraden maar daarom hoef ik nog niemand te verraden", luidde de verklaring van zijn weigering. Ik zijn schriftelijke bekentenis bekende hij dat Toon degene was die de kraken had georganiseerd. Bovendien zorgde Toon dat de spullen werden verkocht.
In een andere zaak die Toon werd verweten, de kraak in een bontzaak in Geleen op 12 oktober 1978, werd op de bovenbuurman en de overbuurman van het geramde perceel geschoten. Het was het tweede bezoek dat de Kempenbende binnen zes weken aan deze middenstander had gebracht.
Janus en Tinard werden weer uit hun cel gehaald maar rechtbankvoorzitter Mr. van de Loo kon geen woord uit hun mond krijgen.
"U kent mijn standpunt zo langzamerhand wel", zei Tinard. "Dat wel. Maar ik moet u steeds vragen te getuigen", probeerde mr. Van de Loo. "Natuurlijk, vragen staat vrij", reageerde Tinard.
Vernietigend
Bijzonder brutaal noemde de officier de roofoverval op 23 november 1978 in Mill en St. Hubert. Daar werden bontmantels ter waarde van 220.000 gulden buitgemaakt. Twee politiemannen die de auto van de verdachte stonden op te wachten, werden vanuit de auto met een geweer en een pistool onder vuur genomen. Ook de politie schoot. Dat had een defect aan de auto van de vluchtenden tot gevolg. Geen nood. De auto met de buit werd in een weiland achtergelaten en de inzittenden stalen in de onmiddellijke omgeving een Mercedes.
In het weiland werd de buit overgeladen waarna het sein "wegwezen" klonk.
In deze affaire moest de al tot vijf jaar veroordeelde Willy S. getuigen. Ook hij weigerde. De inhoud van zijn verklaring, die de rechtbankvoorzitter voorlas, was vernietigend voor Toon.
Ook de spectaculaire roof van 100 naaimachines in Hoogeloon op 7 oktober 1978 ontkende Toon. De zuignappen, waarmee de ruit uit de gevel was getild, vond de politie in zijn bergruimte terug. Janus en Tinard zwegen ook in deze zaak als het graf.
Het enige wat Toon toegaf, was het bezitten van een vuurwapen. Niet zomaar een Belgisch flobertje maar een rellengeweer kaliber 12. Daar horen patronen bij waarin 9 loden ballen zitten. Die bleken bij schietproeven gaten met een diameter van 2 cm. te maken.
Mr. Duyx vorderde daarvoor drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
Boven midden: rechercheur de Jong en rechts 'Dik Toontje'
Kaartavondje
Nooit is duidelijk geworden waarom Toon, die op 28 maart 1979 op spectaculaire wijze ontsnapte uit een personenauto waarmee hij van Maastricht naar Den Bosch werd gebracht, zichzelf na twee maanden bij de politie had gemeld.
Gisteren zei hij op verzoek van zijn advocaat mr. P. Doedens uit Utrecht: "Ik was bang dat ze me kapot zouden schieten."
"Wie?" wilde de advocaat weten.
"De politie natuurlijk. Ik was zo'n beetje vogelvrij verklaard", luidde het antwoord.
Mr.Doedens lardeerde de moeizame procesgang met aanvallen en insinuaties op de wijze waarop de politie met zijn cliënt zou zijn omgesprongen.
Mr.Duyx nam persoonlijk rechercheur W. de Jong (links) in bescherming toen het hem te gek werd.
Deze politieman had overigens geen bescherming nodig. Hij wist met groot gemak de advocaat van zich af te schudden.
"Hoe hebt u Tinard tot een bekentenis gekregen?" vroeg Doedens.
De rechercheur: "Je kweekt vertrouwen en de aanhouder wint."
Doedens: "Dus omdat hij u aardig begon te vinden bekende hij maar?"
Mr. Duyx de officier: "Hij is helemaal niet aardig, integendeel. Deze politieman is een zeer lastige verhoorder.
Mr.Doedens verheelde niet dat ook hij de ten laste gelegde feiten ernstig vond. "Maar bij het opsporen en het verzamelen van bewijs is de wet opzijgezet.
Strafvorderlijk noodrecht heeft de officier dat in een interview met het Brabants Dagblad genoemd. En zo-even heeft hij dat mondeling onderstreept.
Als het openbaar Ministerie de wet willens en wetens overtreedt, vraag ik me af of het dan niet-ontvankelijk moet worden verklaard." aldus de advocaat.
Hij was helemaal niet te spreken over het optreden van het Kempenteam.
"Goed, als er een ruitje moet sneuvelen om een woonwagen binnen te komen, dan moet dat maar. Maar als je ziet dat degene die je moet hebben, ligt te slapen, waar is het dan voor nodig dat het interieur kort en klein wordt geslagen? Ik heb daar foto's van. Dergelijke agressie roept onherroepelijk nieuwe agressie op. Ook de gedachte die een ander lid van het Openbaar Ministerie (mr. Hulleman) onlangs lanceerde door het leger een taak in de bestrijding van de terreur toe te dichten, maakt mij angstig." Aldus Mr. Doedens. Volgens hem was in vele gevallen geen sprake van mededaderschap maar van medeplichtigheid. En daar past een veel lagere straf bij.
"Medeplichtigheid? Als je met Toon midden in de nacht met vuurwapens en bivakmutsen aan boord op stap gaat, kun je wel nagaan dat het niet om een kaartavondje gaat", reageerde mr. Duyx.
"Ik ben onschuldig", zei Toon in zijn laatste woord. Een familielid van Toon (Bart P.) zou de dag daarvoor terechtstaan voor het plegen van een roofoverval op de Rabobank in Helmond op 22 december 1978 en het beroven van het postkantoor in Oirschot.
Een heelster uit Zevenhuizen was eerder wegens heling van door de Kempenbende gestolen goederen veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf. De officier had 2 jaar geëist.
Met het oprollen van de Kempenbende was een einde gekomen aan een terreur die zijn weerga tot dan toe niet kende. Voor zover bekend is er daarna in de geschiedenis van de gemeentepolitie Eindhoven nooit meer een zaak van zulke omvang en met een zodanige impact op de maatschappij geweest. Het was ook de eerste grootschalige zaak die door gedegen samenwerking van Rijks -en Gemeentepolitie kon worden geklaard.
Degenen die deel hadden uitgemaakt van het zgn. "Kempenteam" ontvingen van de burgemeester van Eindhoven onderstaande tevredenheidsbetuiging.
klik op afbeelding voor vergroting