De oorlogsperiode - Politietaak bij luchtbescherming

 

 

 

 

 

 

 

 

Luchtbescherming en politie

 

De politie had niet veel van doen met de Lucht beschermingsdienst die aanvankelijk geheel uit vrijwilligers was opgebouwd. In november 1940 werd een begin gemaakt met het vormen van een zgn. vaste kern. Deze vaste kern heeft zich uitgebreid, zodat later het gehele Luchtbeschermingspersoneel beroepspersoneel was. 

De eerste leider der Lucht beschermingsdienst te Eindhoven was Mr.Fens, opgevolgd door Ir.Budde, daarna door Ir.Oosterholt.
Beide laatstgenoemden waren tevens reeds in dienst van de gemeente in een andere tak van dienst. Secretaris bij de dienst onder Ir.0osterholt was de Heer Putman Cramer.
In de jaren 1941-1942 kwam als hoofd van de dienst de Heer Fleischeuer met als secretaris de Heer Donker die Mr.Fens als leider opvolgde, doch slechts voor enkele maanden.
In Maart 1943 werd de post van Commandant Lucht bescherming en Commandant Ordepolitie in één persoon verenigd, nl. in die van Majoor Vermeulen.
Secretaris was in deze periode de Heer van Gorp. Deze toestand bleef gehandhaafd tot aan de bevrijding. Daarna werd Ir. Castendijk belast met het commando luchtbescherming, bijgestaan door secretaris van Gorp. In deze bezetting is geen verandering meer gekomen tot aan de liquidatie van de dienst.
Het spreekt vanzelf dat bij luchtaanvallen e.d. de politie echter wel steeds werd ingeschakeld. Bij elk luchtalarm moest het gehele personeel in dienst komen. Omdat er in Eindhoven nog bijna geen bombardementen waren geweest werd dat luchtalarm nogal gemoedelijk opgenomen. 

Dat werd echter anders na de bombardementen van 1942, 1943 en 1944.

  • Bommen (waarschijnlijk Duitse) vielen op de Hemelrijken in de nacht van 14 op 15 november 1940.Geheel links op de foto hierboven staat de Staf Luchtbescherming. Derde van links Donker, Luchtbescherming. Vijfde en zesde van links Commissaris Brinkman en Burge­meester Verdijk, geheel rechts Piet Knabben.
  • In februari 1941 werd er luchtalarm gegeven omdat Engelse vliegtuigen boven de stad bleven cirkelen.

 

  • In maart 1941 werd de 80 meter hoge gashouder(boven), staande op het terrein van de gasfabriek aan de Nachtegaallaan, door brandbommen getroffen. Op een gegeven ogenblik raakte het gas in brand en door de uitschietende steekvlam werd heel Eindhoven fel verlicht. Achter in Woensel kon men op straat de krant lezen, niettegenstaande het voor het bombardement  volslagen donker was en de straatverlichting volledig was gedoofd.
  • In de nacht van 20 op 21 april 1941 viel er op de spoorlijn Eindhoven-Best bij kilometerpaal 53.8 een drietal bommen. Een van die bommen ontplofte daarbij niet. De blindganger zou op 29 april 1941 worden verwijderd. Dat verliep niet zoals men zich dat had voorgesteld, want de bom ontplofte voortijdig waarbij de Heer Beusecom van de Nederlandse Spoorwegen en acht Duitse militairen op slag gedood werden, terwijl één persoon gewond raakte
  • In de nacht van 12 op 13 juni 1941 werd luchtalarm gegeven wegens een luchtgevecht boven het stadsdeel Strijp. Als gevolg van dit gevecht viel in de toenmalige gemeente Aalst-Waalre een vliegtuig.
  • Op 19 Augustus 1941 stortte een Duits vliegtuig brandend neer bij de Oude Bossche baan
  • In de nacht van 21 op 22 oktober 1941 werden in de omgeving van Eindhoven een 18 brisantbommen en een aantal brandbommen afgeworpen. Het politierapport meldde dienaangaande "twee kalveren gedood, twee broeikassen vernield, geen persoonlijke ongelukken".
    Hoewel deze resultaten veel doen denken aan de Duitse propagandaberichtgeving, was in dit geval de toestand juist weergegeven gezien de bron van het nieuws.
  • Een Engels vliegtuig stortte neer op de Woenselse straat in de nacht van 27 op 28 augustus 1942. Tijdens zijn val raakte het in brand. Het stortte neer tussen twee woonhuizen. De brandende benzine veroorzaakten brand in een boerderij en negen woonhuizen. Bij dit geval waren vijf doden en twintig licht gewonden te betreuren. Ook de piloten van het vliegtuig schoten het leven er bij in.
  • Op 24 september 1942 en 4 oktober 1942 zijn vliegtuigen neergestort, respectievelijk bij de spoorbaan Eindhoven - Valkenswaard en bij de Javastraat.
  • In de nacht van 24 op 25 juni 1943 stortte in Acht een Engels vliegtuig brandend neer en beschadigde daarbij een hoogspanningskabel van de P.N.E.M. De bemanning van vijf koppen kwam om het leven. De stad was gedurende 25 minuten van elektriciteit verstoken.
  • In de nacht van 21 op 22 mei 1944 stortte weer eens een vliegtuig neer, nu bij de spoorlijn Eindhoven - Weert, ten Oosten van het Kanaal
  • op 8 juni 1944 een op de Blaarthemseweg. Hierbij werd een burger gedood. Twee huizen werden voor de helft verwoest, terwijl er vier werden beschadigd.
  • Op 14 juni 1944 weer een luchtaanval, nu langs de Oirschotsedijk nabij de kazerne. Over een lengte van circa 1,5 K.M. viel een groot aantal brisant -en splinterbommen aan weerszijden van de weg. Er waren 4 doden en drie gewonden. Een drietal boerderijen werd beschadigd en enig vee getroffen. In het algemeen was er niet achter te komen welke schade aan militaire objecten was aangericht omdat dit angstvallig verborgen werd gehouden. Naar aanleiding van de aanval van 14 juni werd het gerucht verspreid dat de stad zou worden gebombardeerd. Er ontstond een paniek onder de bevolking. Naar schatting een 15.000 mensen verlieten de stad. De stroom vluchtelingen bewoog zich langs het kanaal, de Geldropseweg, de Leenderweg, de Aalsterweg, de Boschdijk en de Sonseweg naar het vrije veld. De directeur van het Binnen ziekenhuis liet dit gebouw ontruimen, waarbij het vervoer van de patiënten met alle mogelijke en onmogelijke voertuigen geschiedde. De kinderen werden van school naar huis gestuurd. Toen om 12 uur ‘s-middags nog niets gebeurd was, zakte de paniekstemming en tegen de avond waren de meeste vluchtelingen in hun huizen teruggekeerd.

TOP