De oorlogsperiode - Oorlogsactiviteiten

 

In augustus 1940 begonnen de N.S.B.ers hun terreurtochten door de stad. Ook het café-restaurant Schimmelpenninck (Biemans) dat beschouwd werd als punt van samenkomst van "Oranjeklanten" had het van de N.S.B.ers zwaar te verduren. Degenen die op de een of andere manier hun antipathie tegen deze "Zwarte Soldaten" lieten blijken, werden vaak op ergerlijke wijze mishandeld. Dat is o.m. gebeurd op vrijdag 30 augustus 1940 op de Demer, waarbij door de N.S.B.ers werd gebruik gemaakt van gummistokken en boksbeugels. Bij een van de tochten van de N.S.B. had één agent ruzie gekregen met de leider van die groep. Nadat de agent teruggekomen was op bet Bureau verscheen de hele troep op de Grote Berg en wilde het bureau bezetten. Dat werd verijdeld door de poorten te sluiten.
Dijs, die toen Hoofdcommissaris was werd van een en ander op de hoogte gesteld, doch maakte niet al teveel haast om naar de belegerde veste te komen. Toen hij uiteindelijk was gearriveerd verbood hij het aanwezige politiepersoneel van de wapens gebruik te maken en trad hij in onderhandeling met enkele der voormannen van de troep. Niet zo gemakkelijk kwamen de N.S.B.ers er in "Ons Thuis" vanaf. Daar was n.l. een groep Marechaussee ingekwartierd. De nieuwlichters trachtten ook daar de zaak te molesteren, doch kwamen van een koude kermis thuis. Diverse "Zwarte soldaten" werden met of zonder gummistok van de trappen van "Ons Thuis" geslagen en voelden zich daar dan ook niet thuis.

 Een van de eerste arrestanten die door de Duitsers werd ingesloten aan het Hoofdbureau was "Joodje Wiener", de eigenaar van de electronicazaak (later aan de Kruisstraat). Hoewel deze bijnaam nu beledigend zou overkomen werd die toen veelvuldig, zonder problemen, gebruikt.

Wie werden als Jood aangemerkt?

Het antwoord kwam op 22 oktober 1940:
Een Jood is een ieder die uit ten minste drie naar ras voljoodsche grootouders stamt. Als Jood wordt ook aangemerkt hij die uit twee voljoodsche grootouders stamt en hij zelf op de negenden mei 1940 tot de joodsch-kerkelijke gemeente heeft behoord of na dien datum daarin wordt opgenomen, hetzij op den negenden mei 1940 met een Jood was gehuwd of na dat oogenblik met een Jood in het huwelijk treedt. Een grootouder wordt als vol-joodsch aangemerkt, wanneer deze tot de joodsch-kerkelijke gemeenschap heeft behoord.

Radio Wiener was destijds gevestigd in de Willemstraat in het oude huis van Burgemeester Verdijk, het laatste huis aan de stadszijde voor de toenmalige overweg, waar later een kantoor van de NV.Philips was gevestigd. Wiener werd er van verdacht een geheime radiozender te hebben. Tijdens zijn gedwongen verblijf op het politiebureau heeft hij niet te klagen gehad. Hij kreeg geregeld bezoek o.a. van zijn vriendin met wie bij 's-avonds op de binnenplaats stond te praten. Ook werd zijn accordeon van thuis gebracht, zodat hij op de luchtplaats openluchtconcerten kon geven. Hoewel hij in diverse Duitse gevangenissen en kampen heeft gezeten heeft bij het er toch levend afgebracht. Wiener (r) bleef tot aan het eind van de zestiger jaren een frequent bezoeker van het hoofdbureau en was daar bijna dagelijks te zien in de kantine van het hoofdbureau aan de Grote Berg. Daar dronk hij aan de tafel van de officieren zijn kopje koffie. Nieuwe collega’s dachten lang dat hij tot de korpsleiding behoorde.
De politieke gevangenen hebben over bet algemeen toch niet te klagen gehad over hun behandeling op bet bureau, hoewel de soepele behandeling na het ten tonele verschijnen van Majoor Vermeulen moeilijker viel door te voeren.
Het aangrijpende verhaal van Rob Wiener over zijn arrestaties en het verblijf in het concentratiekamp is hier te lezen. Het is onvoorstelbaar hoe hij aan het einde van zijn verhaal toch nog weet op te brengen te zeggen dat niet iedere Duitser slecht was en dat weet terug te brengen hoe mensen met elkaar moeten omgaan. Niet in haat maar in verdraagzaamheid.,

Boven: Een door Willem Raap opgemaakt proces-verbaal over een door de S.D. aangehouden arrestant.

Gefrusteerde leiding

In januari 1942 schreef majoor Vermeulen:

"De stemming van het personeel is niet veranderd, derhalve ook niet verbeterd. Het is aan het personeel bekend, dat het dragen van alle insignes, welke uiting zijn van een politieke of Duits vijandige gezindheid, niet mogen worden gedragen, en dat, in voorkomende gevallen daartegen moet worden opgetreden. Waar door mij persoonlijk meerdere malen van deze insignes,o.m. kruisjes, in beslag werden genomen en mij tot nog toe niet werd gerapporteerd dat door de agenten ook maar de geringste activiteit werd getoond, moet ik aannemen dat zij in deze niet wensen op te treden, kortaf gezegd, zij willen het niet zien. Voor mij is dit wel een zeer sprekend bewijs van hun geestelijke mentaliteit."

Er was geen beter getuigschrift voor het personeel uit die dagen denkbaar.

In dat zelfde jaar (februari 1942) schreef Dijs:

"Ik ben begonnen tegenover het personeel een meer positiever standpunt in te nemen door hen meer in het bijzonder te wijzen op de noodzakelijkheid zich in de Nieuwe Tijd in te schakelen".

Boven een dienstorder van de foute Willem Dijs waarin het zelfs voor het personeel verboden wordt in diensttijd te zingen of te fluiten.

Veel leden van het personeel waren in die dagen langdurig ziek. Op een gegeven ogenblik waren bijvoorbeeld 7 korpsleden langer dan een maand ziek, duur der ziekte variërend tussen 4 en 2 maanden.
Een agent werd geschorst omdat hij zich met de familie van een S.D-arrestant in verbinding had gesteld.

In juli 1942 is Vermeulen nog steeds niet tevreden over zijn personeel.
Hij verklaarde tenminste:
"dat men ook onder de agenten blijkbaar op de definitieve nederlaag van Engeland wacht, om uiteindelijk zijn standpunt te bepalen. Van zeer grote, zo niet beslissende invloed, is de houding der geestelijkheid, gezien de omstandigheid dat het politiepersoneel bijna zonder uitzondering Rooms Katholiek is. Bij verdere uitbreiding van het korps te Eindhoven, acht ik het dan ook noodzakelijk daarvoor geen of zo weinig mogelijk R.K. personeel aan te wijzen"

Vermeulen was zelf ook R.K. Bij de politie werd waar mogelijk gesaboteerd. De toenmalige Politiepresident van Leeuwen had per dienst order bekend gemaakt dat kinderen die baldadigheid pleegden (of geringe criminele vergrijpen) door de Kinderpolitie gedurende twee dagen op het Hoofdbureau moesten worden ingesloten, wat volgens hem preventief zou werken. Dit voorschrift werd door het personeel stilzwijgend genegeerd en de jeugdige boefjes werden, na enige uren, aan hun ouders teruggegeven.
Van Leeuwen maakte in het rapportenboek van de Kinderpolitie de kanttekening "Schandelijk om zo mijn voorschriften te saboteren", maar de door hem bevolen opsluiting werd nooit uitgevoerd.

Majoor Vermeulen klaagde in Januari - februari 1943 nog steeds over de stemming van het personeel. Hij weet de slechte stemming -slechts van zijn standpunt bekeken- aan de Stalingradziekte. Hij dacht -och arm- dat die stemming wel weer zou omslaan met het kenteren van het getij.
De diverse mutaties vermeld bij de opgelegde straffen, zeggen inderdaad wel iets over de toenmalige stemming.

Enkele voorbeelden waarop straf stond:

  • Op een arrestant, die gefouilleerd was, werd een bedrag van f.83.- en een knipmes gevonden.
  • Bij het ontsnappen van een arrestant geen gebruik gemaakt van zijn vuurwapen.
  • Niet groeten voor een (verkeerde) inspecteur en daarbij een ongepaste houding aangenomen.
  • Op een hoek van een straat staande zijn commandant toen deze hem op ca. 6 meter genaderd was, niet gegroet, door zich opzettelijk in een zijstraat te begeven.

De Opperluitenants Loor en Kleine Staarman deden op 1 november 1943 hun intrede.
Beiden kwamen uit 's-Gravenhage. Laatstgenoemde vertrok al weer op 1 december 1943 naar de Luchtbescherming in Groningen, de eerste werd omstreeks maart - april 1944 ontslagen nadat hij voor het lidmaatschap van de N.S.B, had bedankt.

 

Op 15 november 1942, onder het regiem Dijs, werd te Eindhoven benoemd de Inspecteur Kooy.(r) Hij was afkomstig van de politie Amsterdam.
Deze werd speciaal belast met de technische verbindingsdienst, aanvankelijk alleen voor Eindhoven, later ook voor het gewest, bestaande uit Brabant en Limburg.  
Kooy werd bekend doordat hij kort voor de bevrijding de bekende dubbelspion Christiaan Lindemans, alias King Kong arresteerde.
Kooy had zelf als politieman een dubbelrol gespeeld door mensen tijdig te waarschuwen voor deportatie of erger.
Hij was vertrouwensman van de ondergrondse.
Omdat hij bij de politie de rol van verbindingsman vervulde was hij als eerste op de hoogte van op handen zijnde Duitse acties en kon dus tijdens mensen waarschuwen.
King Kong meldde zich zelf aan huis bij Kooy die hem niet vertrouwde en hem naar een "veilige" plaats liet overbrengen.
Hij werd onder een valse naam ingesloten aan het hoofdbureau van politie aan de Grote Berg.

Toen een dag later de SD daar een bezoek zou brengen werd hij verstopt in het kolenhok van "Ons Thuis"  aan de Deken van Somerenstraat.
Op 18 september 1944 gelastte een Engelse officier de vrijlating van 'een van zijn beste mensen'. 

 


Reinder Weis (boven) werkte nauw samen met Feike Kooy, o.a. het los laten van gevangenen op hoofdbureau van politie in Eindhoven na 5 sept.1944
Hij heeft in opdracht van de Engelsen, Lindemans / King Kong over de Nederlandse grens geloodst door de Duitse linies. (met dank aan Jan de Waal ( https://www.eindhoven4044.nl/ )

ontslagen personeel kop

weis ontslag
Na de bevrijding werd Weis, na geschorst te zijn geweest, ontslagen. (bron: Schrift Gerard van den Boom)

 

 Links politiepresident P.J. Kooijmans. 2e van rechts Majoor Vermeulen met links naast hem Feike Kooy ( 10-4-1943 Schalkhaar)

Jaren later heeft Kooy pas vernomen wat voor rol Lindemans had gespeeld en hij werd toen bevestigd in zijn voorgevoel dat er iets mis was geweest met de man.
kooy definitief ontslagen (indië) kopie
Feike Kooy werd definitief ontslagen ivm. zijn vertrek als politieman naar het toenmalige Nederlands Indië (bron: Schrift Gerard van den Boom)
Oud adjudant Piet van Soerland schijnt veel van de affaire King Kong te hebben geweten maar heeft daar altijd over gezwegen.
Na de oorlog vertrok Kooy naar Indië en werd later op 1 april 1955 benoemd als commissaris in Ridderkerk.
Hij overleed op 31-12-1991 in Eindhoven op 83 jarige leeftijd. Hij was drager van het verzetsherdenkingskruis.
Meer informatie over Feike Kooy

Boven: Twee in de oorlog afgegeven legitimatiebewijzen van Arie Schreuders.
Onduidelijk is waarom de op dezelfde datum afgegeven bewijzen twee verschillende pasfoto's en twee verschillende functie/rang bevatten.
Ook is onduidelijk waarom een niet is ondertekend door de korpschef. Dat was op dat moment hoofdcommissaris Willem Dijs.

 

 Willem Dijs kreeg op 31 juli 1940 een legitimatiebewijs van de directie NV. Philips' Gloeilampenfabrieken.
Daarmee had hij in binnen -en buitenland toegang tot alle complexen en terreinen van de NV.(onder)


Op 1 januari 1943 werd benoemd Harm Velthuijs. Deze zou worden belast met de vorming van het personeel en moest daarvoor eerst een korte cursus in Den Haag volgen.
Ook Antoon J. W. Josephs (Joep) werd met ingang van 1 januari 1943 alhier tot inspecteur benoemd in afwachting van zijn aanstelling te 's -Hertogenbosch.
Josephs was voor de oorlog hier rechercheur geweest, maar via zijn lidmaatschap van de N.S.B. inspecteur geworden.
Later in de bezetting is hij korpschef in Weert geweest.