Na de tweede wereldoorlog was het natuurlijk niet vanzelfsprekend dat het korps van de een op de andere dag zou doorgaan zonder dat er gedegen onderzoek werd gedaan wie als politieman zou worden gehandhaafd.
Hierover is geschreven in het hoofdstuk "Na de oorlog"
Enkele documenten die Gerrit heeft bewaard hebben betrekking op zijn verdere periode bij het korps gemeentepolitie Eindhoven.
De toenmalige korpschef Bote v.d. Werf schreef een vrijgeleide voor Gerrit die voor een opdracht naar Amsterdam moest. Duidelijk werd vermeld dat hij voor wat betreft zijn politieke houding volledig betrouwbaar was.
Opvallend is dat dit nog was getypt op papier uit de oorlogstijd toen er nog een Gewestelijk Politiepresident was, door de Duitse bezetter aangesteld.
Men had dit nog wel even doorgestreept.
Per 1 januari 1946 werd Gerrit Bruin aangesteld als agent van politie te Eindhoven met een proeftijd van 1 jaar. Hij moest nl. nog wel de vereiste politiediploma's behalen.
In een in 1994 gegeven interview spraken ze daar hun ongenoegen nog over uit.
Ze hadden in een hele moeilijke tijd trouw gediend en dan voelt het niet fijn om een proeftijd krijgen bij een nieuwe aanstelling in hetzelfde korps.
Zoals aangegeven bleek de reden te zijn dat ze hun politiediploma moesten behalen.
Om na die moeilijke jaren de de praktijk weer opnieuw in de boeken te duiken zal bepaald niet hebben meegevallen.
Als je de examenopgaven uit die tijd bekijkt zijn die in de 20-30 jaar daarna niets veranderd. Behalve natuurlijk aanpassingen in wetgving.
Hieronder de opgaven voor de examens die in 1946 en 1948 werden afgenomen.
Omdat de uitslag van de examens pas enkele maanden later bekend zouden worden werd de proeftijd verlengd. Die was nl. op 1 januari 1947 verlopen.
Gerrit zakte voor dit examen op het misdrijf proces-verbaal. Zoals je uit de puntenlijst kunt opmaken was dat de enige onvoldoende. Dat hield in dat je dan geen zogenaamd "Diploma met aantekening" ontving. Om dat te verkrijgen vereiste dat je voor alle vakken weer opnieuw examen moest doen met een voldoende voor het misdrijfproces-verbaal.
Onder de zogenaamde Bijzondere Wetten waren toen ook nog de Mollen-, Egels- en Kikvorsenwet en de Trekhondenwet.
Op 1 januari 1947 krijgt Gerrit zijn vaste aanstelling.
Ruim een jaar later, op 27-2-1948, doet jij opnieuw examen om zijn diploma mét aantekening te verkrijgen.
Het proces-verbaal voor een overtreding was hetzelfde als dat hij 2 jaar eerder had gemaakt.
De puntenlijst van het examen waarvoor hij wel slaagde voor het diploma mét aantekening. Niet alleen het punt voor het misdrijf proces-verbaal was verbeterd maar ook voor alle andere vakken schoten de punten omhoog.
In de laatste periode van zijn politieloopbaan diende Gerrit bij het Bureau Bijzondere Opdrachten waarvoor de bovenstaande functieomschrijving werd opgegeven.
Per 1 december 1979 verliet Gerrit op 60 jarige leeftijd de dienst met functioneel leeftijdsontslag.
Dat was destijds een regeling voor politieambtenaren die dan, met behoudt van 85% van hun salaris tot hun persioengerechtigde leeftijd (65), de dienst mochten verlaten.
In 2017 was hij 70 jaar lid van de Politiebond ACP.
Op 14 november dat jaar kreeg hij daarvoor een oorkonde uitgereikt.
.
Gerrit Bruin overleed op 24 september 2018.