De Eindhovense korpschefs

Het korps gemeentepolitie Eindhoven heeft in haar bestaan tussen 1920 en 1994 in totaal 10 korpschefs gehad.
Inclusief de korpschefs gedurende de oorlog.


 

 

Willem Frederik Brinkman

Hij werd in 1920 als commissaris aangesteld bij de annexatie van Eindhoven met de omliggende gemeenten.
Hij stierf op 24 september 1948 nadat hij op 15 januari 1940 met pensioen was gegaan.
Brinkman was de man met een ruwe bolster en de blanke pit.
Hieronder wordt Brinkman ook genoemd in het relaas over Willem Dijs.
In 2023 kreeg ik overwacht contact met Marie-Jeanne, kleindochter van commissaris Brinkman. Van haar ontving ik de dienstfluit en de ceremoniële sabel van haar grootvader. 103 jaar nadat hij die had ontvangen. Heel veel dank daarvoor.

 

 

 

 

 
 

 


Willem Dijs


Het linker krantenartikel hierboven is uit De Tribune, het Sociaal Democratisch Weekblad van 15 maart 1929. 

Willem Dijs (rechts in 1940) was geboren te Amsterdam op 27 januari 1884 en was chef van de Bewaking bij de N.V. Philips in Eindhoven en sinds 4 maart 1929 onbezoldigd inspecteur van politie 1e klasse.
Dijs heeft tot 1 maart 1943 de scepter gezwaaid als hoofdcommissaris van politie.
Hij was op 15 januari 1941 door Dr. Seis Inquart alszodanig benoemd.(boven rechts)

Op 30 januari van dat jaar vaardigde hij de Algemene Dienstorder voor het korps uit. Daarin werd tot in detail beschreven waaraan men zich diende te houden en hoe men zich diende te gedragen.

In 1982 bracht Frans Dekkers een boek uit "Eindhoven 1933-1945".
Omdat het boek lasterlijke passages bevatte over een oud Philips topman diende het bij vonnis van de Rechtbank uit de handel te worden genomen.
In het boek komen oa. ook passages voor over Dijs en zijn praktijken. Zowel op Dijs en Brinkman wordt uitvoerig in het boek geschreven.
In het kort komt het erop neer dat zijn optreden vooral te maken zou hebben gehad met de bestrijding van vermeende communistische activiteiten door Philipswerknemers en de bestrijding van spionage binnen het bedrijf. We schrijven eind twintiger en dertiger jaren.
Dijs zou vaak hard zijn opgetreden tijdens demonstraties van arbeiders en schuwde daarbij het gebruik van zijn klewang niet. Dat had onder andere tot gevolg dat er na zo'n optreden door het Werklozen Agitatie Comité pamfletten werden verspreid met de tekst: "Arbeiders...in plaats van melk en vlees, sabelhouwen en gummiknuppels." Hieronder een afbeelding uit het boekje "Bladergroen" dat na de bevrijding werd uitgegeven en waarin een spotprent van Dijs was opgenomen die betrekking had op zijn optreden bij gelegenheid van het 50 jarig jubileumfeest van Philips. Hoewel hij schijnbaar veel onheil had voorkomen werd hij toch afgeschilderd als de NSB-er die het feest in de kiem smoorde. (bron: Philips Archief)

krant Dijs 1932 krant dijs 1933

 

 

legitimatie philips dijs 1940pag 11 philipsfeest
Omdat Dijs ook onbezoldigd ambtenaar van politie was mocht hij ook buiten het Philipsterrein optreden.Dat leidde zelfs tot vragen op landelijk politiek niveau op het gebied van wapengebruik, arrestaties, hinderlijk volgens van personen etc.
De toenmalige minister antwoordde onder andere dat de leiding van die acties niet bij de Philipspolitie berustte maar bij een inspecteur van politie. En Dijs was tevens inspecteur van politie.
Toen de toenmalige commissaris Brinkman hierop een antwoord moest geven gaf hij dat in 1932 in een geheim schrijven. Hij antwoordde ondermeer dat het hem niet bekend was dat er in Eindhoven zoveel ontstemming was over het optreden van de Philips-politie.
Ook schreef hij dat de Communistische Partij Holland (1918-1935) met de Philips bedrijfspolitie doelde op een inspecteur van de gemeentepolitie en enkele onbezoldigde rijks -en gemeenteveldwachters die politiediensten buiten de terreinen van Philips verrichtten en dat hem niets van enige terreur was gebleken.
Kennelijk stond Brinkman dus achter Dijs.

Matla schrijft in zijn boek dat kort na de bezetting van ons land Dijs door de Duitsers is hij gearresteerd, maar dat hij  na veertien dagen per luxe auto vanuit Duitsland naar Eindhoven werd teruggebracht.
Dit zou nog tijdens het bewind Brinkman zijn gebeurd. Brinkman is echter op 15 januari 1940 met pensioen gegaan.
Dijs was bij het personeel even gehaat als Brinkman geliefd. 
Toen in 1943 de Nederlandse politie naar Duits model werd omgevormd weigerde Dijs lid te worden van de N.S.B. en van de Germaanse SS. Hij werd toen ontslagen.
Toch is er onderstaande krantenartikel waarin melding van zijn arrestatie wordt gemaakt. Niet vanwege lidmaatschap van de N.S.B. maar vanwege ernstige beschuldigingen.

 

 

 

 

 


 


 Mr.Ir.N. J. van Leeuwen

Hij was de derde korpschef van Eindhoven en wel als waarnemend Politie-President tijdens de oorlog.
Hij was procureur-generaal bij het Hof te 's-Hertogenbosch en Gewestelijk Politie-President, daarvoor advocaat in Alkmaar.

Hij was politiek verkeerd. Meer over van Leeuwen en de politiechefs uit Eindhoven tijdens de oorlog kunt u lezen in het menu-item : "De oorlogsperiode"

 
bron: oorlogsbronnen 

 Politiepresident Van Leeuwen staat hier als 2e van links met links van hem majoor Wijnkamp. Uiterst rechts  A.Thomassen, de schoonvader van de politiepresident en tevens NSB-burgemeester van Den Bosch.
Tweede van rechts is majoor Staal, de commissaris van politie in Den bosch. De foto is genomen op het balkon van het stadhuis van Den Bosch. (bron: Boek hoofdinspecteur Matla)

 


 P.J.Kooijmans 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hij werd benoemd op zaterdag 10 april 1943 als Politie-President in Eindhoven. 
Hij werd 's morgens om 10 uur geïnstalleerd in de zaal van café-restaurant "De Korenbeurs" aan de Markt te Eindhoven.
Kooijmans, ook politiek verkeerd, was aanvankelijk agent en hoofdagent van Politie te Delft. In 1936 werd hij inspecteur van Politie te Blerick.
Met ingang van 31 augustus 1943 werd Kooijmans benoemd tot Stafchef van de Nederlandse Politie.
In verband hiermede trad met ingang van 28 augustus 1943 als zijn vervanger als Politie-President en als Gewestelijk Politie-President op de Luitenant-Kolonel Van Hilten, Gewestelijk Politie commandeur.
Deze van Hilten werd per 1 december 1943 belast met de waarneming van de functies van Gewestelijk Politie-President en Politie-President te Amsterdam en werd in verband daarmede per 11 november 1943 aldaar gedetacheerd.
Opnieuw werd Mr.Ir. van Leeuwen aangewezen als waarnemend Gewestelijk Politie-President en Politie-President te Eindhoven. Tot aan de bevrijding bleef hij deze functies bekleden en werd daarna weggezuiverd. Kooijmans was actief betrokken bij de Jodenvervolging en bedacht in zijn Eindhovense periode de zogenaamde "Preventieve Politie". Die was bevoegd om zonder duidelijke aanleiding iemand op te pakken. Na zijn vrijlating uit Rusland ging hij voor de Duitse geheime dienst werken.
Daardoor is hij nooit vervolgd voor zijn daden in Nederland.(Boven links als politie-president Eindhoven en rechts als SS-er)

KOOYMANS PETRUS 0008 1 webKOOYMANS, PETRUS 0003 web

Hierboven links de huwelijksakte van Kooijmans en drie na-oorlogse documenten uit het archief van de CIA over zijn handel en wandel in Duitsland en Rusland.
In die documenten zijn de namen van de contactpersonen door de CIA verwijderd.


Inspecteur Minnaert

Na de bevrijding trad Minnaert tijdelijk als korpsleider op. Hij was op 6 juli 1943 als kapitein van de Staatspolitie buiten dienst gesteld en even later ontslagen "ter zake het wegmaken van voor zijn collega officieren bestemde poststukken, alsmede wegens negatieve dienstopvattingen" .
Wat negatieve dienstopvattingen zijn, vermeldden de stukken niet, maar zij pleitten in ieder geval in het voordeel van de Ip. Minnaert.

 

 

  

 


B. van der Werf

Werd als zoon van een hoofdonderwijzer op 24-4-1903 in Leeuwarden geboren. Na zijn HBS opleiding was hij enige tijd werkzaam op een bankinstelling aldaar. Op 1-11-1925 ging hij als volontair bij de politie Noordwijk werken.
Op 21 maart 1927 had hij zijn inspecteurdiploma al en ging naar de politie Breda als inspecteur. Daarna op 1-1-1930 naar Heerlen.
Na daar bijna 8 jaar te hebben gediend vertrok hij als hoofdinspecteur naar de politie Tilburg waar hij ook waarnemend commissaris werd.

Op 6 maart 1942 werd hij door het Duitse gezag ontslagen ivm. zijn principiële vaderlandslievende houding. Op 13 juli 1942 werd hij gegijzeld en tot 20-4-1943 geïnterneerd in Haaren en St.Michielsgestel. Na zijn ontslag uit het kamp dook hij tot aan de bevrijding onder. Zijn dochter Atty heeft over deze periode een tekening gemaakt.
Toen ik met haar over die tekening sprak vertelde ze dat ze zich herinnerde dat ze haar vader op het balkon had getekend omdat die naar haar zwaaide.


Atty:"Ik heb het gijzelaarskamp in het seminarie Beekvliet bij Sint Michielsgestel getekend, waar mijn vader van juli 1942 tot april 1943 gevangen heeft gezeten. In Beekvliet werden hoogopgeleide en belangrijke mensen door de Duitsers vastgehouden, zoals de latere minister-president De Quay. Mijn vader en de andere gevangenen hadden het er heel goed. Ze hielden elkaar bezig met allerhande activiteiten, gaven elkaar cursussen en discussieerden en filosofeerden over de toekomst van het naoorlogse Nederland. Alleen konden ze in geval van een represaillemaatregel elk moment als gijzelaar worden geëxecuteerd. Die angst was altijd aanwezig.
Er zijn ook daadwerkelijk mensen geëxecuteerd, loze dreigementen waren het dus beslist niet.
We zijn met ons gezin op de fiets vader wel eens gaan opzoeken toen hij in het gijzelaarskamp zat, dat zie je dus op de tekening. Omdat mijn vader een groot gezin had, is hij op 20 april de verjaardag van Hitler, vervroegd vrijgelaten. Daarna is hij ondergedoken in het dorpje Zeeland, omdat hij vreesde opnieuw te worden gearresteerd. Vooral voor mijn moeder was het een erg zware tijd. Zij moest er in haar eentje voor zorgen dat er eten op de plank kwam voor haar zes kinderen
.” 

Op 7 december 1944 werd hij door het militair gezag belast met de waarneming van het ambt van commissaris van politie te Eindhoven.
Van der Werf kwam oorspronkelijk uit Friesland en was Rooms Katholiek. Vandaar dat hij in die streek niet aan het werk kwam en naar Heerlen was verhuisd.
Het schijnt dat hij, door bemiddeling van de bisschop van Breda, uiteindelijk in Eindhoven aan het werk is gekomen (bron: adj.Philips † 2006)

De familie van der Werf was zo vriendelijk om uit hun familiealbum onderstaande foto's beschikbaar te stellen.

Eind twintiger jaren verloofde Bote van der Werf met M.A. Cattoir.


Bote van der Werf (r) Onbekend bij welke gelegenheid de foto is genomen.


25-jarig huwelijksfeest.

Bote-van-der-Werf-5garnier-onderscheiding
In 1953 werd de HC opgenomen in het ziekenhuis. Dat belette hem echter niet om aan het hoofd van de Technische Recherche (Garnier) een onderscheiding uit te reiken bij gelegenheid van zijn pensionering.  

krantenartikel hc de waarheid 7 9 1957In 1957 haalde de korpschef de krant. Hij had kennelijk voor eigen rechter gespeeld.

gezin-van-der-werf-1954Het gezin van der Werf in 1954

van-der-werf-wilhelmina

Na de bevrijding bracht Koningin Wilhelmina een bezoek aan Eindhoven waarbij uiteraard de korpschef niet kon ontbreken.

zoutelande

Jarenlang bracht het gezin van der Werf de vakantie door in Zoutelande waarvoor een grote legertent werd aangeschaft die zelfs zondags tbv. campinggasten als ruimte werd gebruikt om de zondagse mis op te dragen (onder).
De vrouw met het jongste kind van Van der Werf op haar arm is Mevrouw van de Donk (inspectrice van de Kinderpolitie in Eindhoven)

tent-van-der-Werf

Bote-van-der-Werf

Bote-van-der-Werf-2
 Mevrouw van der Werf zette zich gedurende 20 jaar in voor "Het Zorgenkind". Niet zij maar de hoofdcommissaris werd daarvoor onderscheiden met de orde van St. Sylvester. Bij die gelegenheid zijn onderstaande foto's gemaakt. Mevrouw van der Werf had de eer de onderscheiding op te spelden.(1958)

sylvester-5 sylvester-3

sylvester-4 sylvester-1
Bij zijn woning werd aan Van der Werf een aubade gebracht. Op de rechter foto uiterst rechts adjudant Jan Staal. Rechts naast pastoor Sicking staat Com. Pijls.

 

sylvester-0sylvester-6
Links Jan Staal en rechts Com. Pijls

mgr.bekkers
Mgr. Bekkers ontmoet de familie van der Werf.

bisschop bekkers burg van rooij hcHCvP van der Werff (r) met naast hem burgemeester van Rooij ontmoet bisschop Bekkers.
Op de achtergrond Frits Philips en Ir. Tromp 

Bote-van-der-Werf-4

Aubade door de politie harmonie begin zestiger jaren aan de Poirterslaan 23 in Eindhoven waar de hoofdcommissaris toen nog woonde.
Jan Staal (inmiddels adjudant) schudt hem de hand.

opening-stadsschouwburg
Opening Stadsschouwburg Eindhoven in 1964.

korpsdiner-1964 korpsdiner-1965
Ieder jaar werd er voor de officieren een korpsdiner georganiseerd.

In 1964 Mevrouw van der Werf met hoofdinspecteur Henk de Wilde. In 1965 samen met burgemeester Herman Witte.

dafje

Ook mevrouw van der Werf reed een DAF.

 

 

 uitnodiging
Van de Werf ging om gezondheidsredenen op 30-6-1966 vervroegd met ontslag. 


Onderstaande foto's zijn tijdens zijn officiële afscheid genomen.

afscheid-van-der-werf-2
Commissaris Straver tijdens de afscheidsreceptie.

afscheid-van-der-werf-3 afscheid-van-der-werf-4
De foto rechts veroorzaakte binnen de familie enige hilariteit omdat Van der Werf thuis nooit zoiets had gedaan.

afscheid-van-der-werf
Bij zijn woning in Nuenen werd door de Eindhovense Politieharmonie een aubade aan de Hoofdcommissaris gebracht.

Bij gelegenheid van zijn afscheid werd hem een schilderij aangeboden van de hand van de bekende Eindhovense portretschilder Peer van de Molengraft.onthulling-schilderij-1 

onthulling schilderij-2

 PET8641-schilderij-HC
Het schilderij is in bezit van zijn dochter Jetske.

Op 9 november 1966, slechs heel kort na zijn afscheid, overleed Bote van der Werf.

krantenartikel-uitvaart-van-der-werf

Als dragers fungeerden vlnr: Hassing - de Jong - ? - Verhallen - Pinxt en Smulders.

   bidprentje-van-der-werf graf-van-der-werf

 MAR8507-penning-HC  MAR8508-penning-HC-achterzijde

De politiepenning van hoofdcommissaris Bote van der Werf.

Met zeer veel dank aan Atty van der Werf voor het beschikbaar stellen van de foto's en het gesprek over haar vader.


 Sjef Odekerken

Josephus Leonardus Odekerken werd op 25 juli 1920 in Geleen geboren en was de zoon van een politieambtenaar.
Hij behaalde het HBS-diploma in Heerlen, waar hij nadien enige tijd werkzaam was op het hoofdkantoor van de Staatsmijnen in Limburg. Begin 1940 volgde hij een opleiding tot reserveofficier van de Infanterie, maar wegens het uitbreken van de oorlog werd deze opleiding gestaakt. Op 1 september 1943 kwam hij in dienst van de gemeentepolitie in Brunssum. Daar behaalde hij het inspecteurdiploma van de Bond voor hogere politieambtenaren en werd ondermeer waarnemend korpschef.
Op 1 maart 1945 kwam de heer Odekerken in de rang van inspecteur bij de Eindhovense gemeentepolitie. Op l februari werd hij chef van de afdeling verkeer. Op 1 januari 1957 werd hij als opvolger van hoofdinspecteur Hanegraaf hoofd van de algemene dienst, waaronder alle surveillanceafdelingen en de afdeling verkeer ressorteren. In 1961 volgde zijn benoeming tot commissaris van de afdeling algemene dienst.
Op 1 oktober 1966 werd hij benoemd tot hoofdcommissaris.
De heer Odekerken genoot zowel in binnen- als buitenland een grote bekendheid als verkeersdeskundige. Hij was de initiatiefnemer tot het Internationale Verkeerspolitie Congres, waarvan het eerste in 1957 in Eindhoven werd gehouden en dat vervolgens ondermeer plaatsvond in Essen, Rome, Madrid en Parijs. Regelmatig hield hij lezingen over het onderwerp verkeer.
Zijn bijzondere deskundigheid op dit gebied en zijn grote mate van ervaring in het politievak maakten hem tot een veelgewaardeerd lid van talrijke commissies:

  • De Verkeerscommissie Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
  • de Centrale Politie Verkeers Commissie van "het ministerie van binnenlandse zaken waarvan hij voorzitter was,
  • de Commissie Verbindingen van het Landelijk Contact van Hoofdcommissarissen waarvan hij eveneens voorzitter was, de Commissie van bestuur.
  • de Werkcommissie voor verkeersdienst voor de gemeentepolitie,
  • de centrale adviescommissie voor opleiding en vorming van de politie
  • diverse andere gemeentelijke commissies en werkgroepen.

Hij was gastdocent aan de politieopleidingsschool in Doenrade en later in Heerlen en van het Vormingscentrum hogere politieambtenaren in Heelsum. Met zijn voorganger, de commissaris Pijls, behoorde hij tot de oprichters van de Limburgse Vereniging in Eindhoven.
Voorts was hij vertegenwoordiger van de katholieke hogere politieambtenaren in het district zuid van de katholieke politiebond St. Michael.
Hoofdcommissaris J. Odekerken was officier in de orde van Oranje Nassau, waarvan hem de versierselen op 29 april 1974 door burgemeester J. van der Lee werden overhandigd. Deze onderscheiding werd hem wegens zijn bijzondere verdiensten als hoofdcommissaris van politie in Eindhoven verleend.
Hij was voorts officier in de orde van de Vlag van de Socialistische Federatieve Republiek Zuid-Slavië, de zo geheten "Gouden Ster" van president Tito, alsmede officier in de orde Tudor Vladimiresco van de Socialistische Republiek Roemenië.

 vlnr: Toon Goossens - Nol van den Broek - Jan Aarts - ? - Hoofdcom. Prick (Perrick) Nijmegen - ? - Zef Kleuters  - Kees Jonker - Paul Leerschool - Wim Schoon - Toon van Rijnsoever - Jan Swinkels.

 Als hoofdcommissaris van de Eindhovense gemeentepolitie heeft de heer Odekerken op velen een diepe indruk gemaakt door zijn hoge opvattingen over het ambt van de politieman, door zijn onvoorwaardelijke trouw aan het Eindhovense korps en niet in het minst ook door zijn imponerende persoonlijkheid. (bron: Eindhovens Dagblad)

Odekerken overleed begin 1975 en werd begraven op het St. Joriskerkhof. Als slippendragers fungeerden enkele korpschefs uit den lande, vergezeld van Eindhovense korpsleden uit alle rangen.

 

 


 Cees Vringer


Cees Vringer werd in 1923 geboren in De Bilt en behaalde in 1941 zijn HBS-diploma.  Van begin 1943 tot einde oorlog dook hij onder om uit handen van de bezetter te blijven. Daarna werkte hij tot mei 1946 als administrateur bij de Rijnlandse betonbouw Mij.N.V. in Delft. In 1947 behaalde hij zijn inspecteurdiploma en werd hij op 1 december 1947 adjunct inspecteur bij de gemeentepolitie Eindhoven.
Na enkele jaren als ploegchef en afdelingschef bij vooral de Surveillance -en Bewakingsdienst werd hij op 1 januari 1967 hoofd van die dienst. Ook was hij 3 jaar plv. chef bij de afdeling verkeer, werkte hij bij de recherche en de afdeling bijzondere wetten en was hij commandant van de mobile eenheid. Ook ressorteerde de reservepolitie enige tijd onder hem.

Hij was hoofdcommissaris van 1975 tot 1983 een periode waarin, niet alleen bij de Eindhovense politie maar ook landelijk, heel veel veranderde.
Bij zijn afscheid als hoofdcommissaris schreef de toenmalige burgemeester Dr. G. Borrie: "Nieuwe ontwikkelingen kunnen zich langs twee wegen voltrekken. Het kan een revolutionar proces zijn, waarbij abrupt een volslagen andere weg wordt ingeslagen óf een evolutionair proces, waarbij het goede uit het verleden bewaard wordt en het nieuwe successief wordt ingebracht, rekening houdende met de signalen van de mensen die het aangaat. Vringer heeft hier een belangrijke rol ingespeeld. Hij heeft de noodzaak ingezien en de moed gehad om nieuwe ontwikkelingen voor de politie op gang te brengen. Hij heeft het vermogen getoond om die processen te stimuleren, in de hand te houden en daarbij aan alle betrokkenen inspraak te geven. Daarnaast heeft hij blijk gegeven van een zeer grote inzet, af te meten alleen al aan de veelheid en de veelzijdigheid van de projecten die onder zijn leiding en met zijn inbreng op gang zijn gekomen en ten dele gerealiseerd (1983)."

Hij had zitting in 12 agglomerale, regionale, provinciale en landelijke politiecommissies, waarvan het merendeel als voorzitter. Toen hij hoofdcommissaris werd werd hij ongevraagd opgezadeld met functies rondom het opleidingsinstituut in Heerlen ondermeer als voorzitter van de begeleidingscommissie. Die zorgde voor een brug tussen praktijk en school.

Van 1978 tot 1981 werd onder zijn leiding de nieuwbouw aan de Mathildelaan gerealiseerd. Het bureau aan de Grote Berg (en begrip onder de Eindhovense bevolking) had 50 jaar dienst gedaan en was totaal verouderd. Vringer vond het belangrijk dat iedereen zo goed mogelijk kon functioneren en dat men daarom niet belast moest worden met stress die werd veroorzaakt door minder ideale werkruimten.

Cees Vringer overleed op 29-6-2014

klik op  rechter afbeelding voor vergroting.


Rob Hessing

Robertus Henricus (Rob) Hessing werd geboren op 23 juni 1942 te 's-Gravenhage.

Na het behalen van het diploma HBS-A studeerde hij aan het Rijksinstituut tot Opleiding van Hogere Politieambtenaren te Hilversum.

In 1963/1964 was hij inspecteur gemeentepolitie te Hilversum, tot 1978 (hoofd)inspecteur gemeentepolitie te Apeldoorn, tot 1982 commissaris-korpschef in de gemeente Oss, van 1983 tot 1989 hoofdcommissaris-korpschef gemeentepolitie Eindhoven.
Hij was onder meer voorzitter van de Kring van Hoofdcommissarissen en Algemeen Inspecteur van het Korps Rijkspolitie, lid van het curatorium van de Nederlandse Politie Academie.
De heer Hessing was voorts lid adviesgroep politie Tweede Kamerfractie van het CDA, lid Sectorberaad justitie en binnenlands bestuur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, vicepresident van de Koninklijke Nederlandse Wielrenunie (KNWU) en bestuurslid van de Fédération Internationale Cycliste Professionnelle van de Union Cycliste Internationale.(info: regering.nl)

 

Met het Regionaal college naar Engeland. (14-17 juni 1989)
Vlnr: Mr. Fick (hfd.OvJ)-Mr.Regeling (OvJ) - Burgemeester Bosman (Heeze) - Burgemeester van Kemenade (Eindhoven) - Wim van Elk - Huub Raeven.

 

 

 


 


Korpsbrevet van de korpschef.

 

 

Huub Raeven was de laatste korpschef van het korps gemeentepolitie Eindhoven. (m.i.v. 1 oktober 1989) 
Op 1 januari 1994 werd de politie in Nederland ongevormd tot regionale politie.
Hij werd toen
 korpschef van de Regio Brabant Zuid-Oost tot aan zijn pensioen op 1 oktober 2002.

Hij startte in 1967 als inspecteur.

 



Huub Raeven

 

 

 

 

 

 

Toen hij in 1989 hoofdcommissaris werd werd zijn eerste grote klus de fusie tot stand brengen van Rijks -en Gemeentepolitie in de regio Eindhoven. De voorloper van de uiteindelijke landelijke reorganisatie naar Regionale korpsen dat per 1-1-1994 een feit werd.
Een lastige taak vanwege de enorme verschillen in cultuur, organisatie en werkwijze.
Maar het lukte zonder echt noemenswaardige nare gevolgen.
Raeven kwam op een moment dat de maatschappij drastisch veranderde.
Voor die tijd was alles veel hiërarchischer, veel afstand tussen leiding en ondergeschikten. De zestiger jaren brachten daar verandering in.
Raeven wilde ook dicht bij de "werkvloer" zijn en liet dan ook van tijd tot tijd zijn gezicht zien. Dat de recherche daarbij zijn voorkeur had was duidelijk. Hij wilde voeling blijven houden met wat er op straat en op de werkvloer gebeurde. 


Enkele berichtjes uit diverse publicaties zeggen genoeg.


Raeven had ook enkele nevenfuncties zoals commissaris bij het Muziekcentrum, lid van de Raad van Toezicht Stichting Jeugdzorg en actief bij de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.


 

 



Huub met rechts van hem Toon den Otter die in het korps ook als scherpschutter bekend stond


Boven aan het artikel links naast Huub Raeven, brigadier Toon den Otter.

 

 


  

 

 

Rechts: Uitreiking van het veiligheidscertificaat aan de Hr. J. Niekus (Holland Casino)

Links:Burgemeester Rein Welschen met Huub Raeven.

 

 

 

 

 

 

  


 

 

Huub Raeven overleed op 17 december 2022 op 80-jarige leeftijd. †

 

                                              WAL 9060 raeven uitvaart web

 

WAL 9080 raeven uitvaart web

  WAL 9134 paspartout w

R.I.P.

 

 TOP

 


Verder moeten nog worden vermeld:

Vlnr: Ten Haaf - Maj. Vermeulen - Comm. Hess - Comm. Simon (alias 'De Gil')

De hoofdinspecteur Ten Haaf was aanvankelijk onder Dijs, Commandant Ordepolitie, met de titel Majoor. Na een nogal luidruchtig onderhoud met de Duitse generaal Schumann is hij overgegaan naar de bestuursdienst en daarna naar de recherche hoofdafdeling.

De Majoor-Commandant Ordepolitie P.M J. Vermeulen, van 16 sept.1941 tot 18, sept.1944

Commissaris Hess, van 1 Maart 1943 tot aan de bevrijding bij de Recherche Hoofdafdeling, voordien en later Commissaris van Politie te Gouda,

Commissaris Simon (De Gil), heeft van 1 augustus 1944 tot aan de bevrijding in Eindhoven geresideerd. Hij was vanuit Den Haag naar hier overgeplaatst en werd chef van de recherche hoofdafdeling en volgde Comm. Hess op. Hij nam zijn intrek in het Pannenhuis. Dat was het onderkomen van de recherche. Bij zijn komst had hij enkele kisten en koffers meegebracht. Omdat iedereen wist wat voor vlees men in de kuip had was men natuurlijk nieuwsgierig wat erin zat. Omdat de bevrijding naderde werd men vrijpostiger en vroeg men of hij de koffers wilde openen. Dat deed hij hoewel dat natuurlijk in die tijd uitzonderlijk was. Na Dolle Dinsdag vertrok de hele N.S.B.-staf uit Eindhoven en toog Simon naar de Parklaan waar het kantoor van Majoor Wolk (SD) was. Toen hij terugkwam vertelde hij dat hij Politie President van Eindhoven werd. Dat duurde niet lang. Na de bevrijding werd hij naar kamp Vugt overgebracht, werd daar ziek en overleed in een ziekenhuis in Den Bosch.

De tijdelijk inspecteur 1e klasse Drossaers, een N.S.B.-er, die in Eindhoven is geweest – er werd opzettelijk niet gesproken van ‘gewerkt heeft’ - van 1 oktober 1941 tot 19 september 1942. Op deze laatste datum werd hij in Helmond belast met de leiding van het politiekorps.