Karthoteek
Onderdeel van die Administratieve dienst was de zgn. karthoteek.
Daarin waren duizenden kaarten opgeborgen van mensen die door een misdrijf met de politie in aanraking waren gekomen.
Als er een misdrijf was gepleegd diende dat op de kaart van de betreffende verdachte te worden aangevuld of er werd een nieuwe kaart gemaakt.
De kaarten waren aan beide zijden gevuld en er waren personen die 10 of meerdere kaarten in de bakken hadden staan.
Vol met door hen gepleegde delicten of andere vermeldingen.
Bij de komst van de automatisering moesten al die gegevens worden gecontroleerd of ze niet te gedateerd waren om daarna te worden overgebracht naar de computer.
Ook werden er dagelijks de zgn. naamscontrolekaarten opgeborgen in bakken.
Als iemand een bekeuring had gekregen moesten agenten de personalia van die verdachte controleren voordat ze een proces-verbaal typten. Daartoe moesten ze een zgn. naamscontrolekaart naar de afdeling van bevolking sturen van de gemeente waar die verdachte woonde.
Al die duizenden kaarten moesten alfabetisch worden opgeborgen. Een dagtaak voor 3 mensen die daarnaast ook altijd bezig waren met het opzoeken en verstrekken van inlichtingen aan collega's of andere instanties.
Vlnr: Piet Nagelkerke - Jan Gelling
- afdeling personeelszaken, sociale zaken, vergunningen en correspondentie
alle personeelsaangelegenheden, ziekenverzekering, vergunningverlening tav. wetten en algemene politieverordening - financiën en materieel beheer
loonadministratie, begroting en rekening, kasbeheer, kledingadministratie, beheer gebouwen-inventaris-magazijn en beheer van in beslag genomen goederen.
In 1954 werd Hekman (l) en Mari Pulles (r) aangesteld. Beiden waren daarvoor agt. van politie.
Mari Pulles verzamelde tot aan zijn overlijden (2005) zoveel mogelijk foto's van het korps. Een hobby die ik ook heb. We wisselden foto's uit. Dankzij hem kon van veel mensen die in deze website worden genoemd, ook een foto worden weergegeven.
Piet van Lieshout (l), geboren in 1912. In 1977 met pensioen gegaan na 33 jaar bij de het korps. Hij begon daar in 1944 na de bevrijding nadat hij eerder bij een sigarenfabriek in Tongelre werkte, net als zijn vader en broers. De fabriek werd verkocht en verhuisde naar Gouda. Toen stond iedereen dus op straat. Chef financiën (Jos Schroeders-r) vroeg of hij interesse had om bij politie te komen werken.
Daar was Rooijmans toen materieelbeheerder. De toenmalige hoofdcommissaris Van de Werf vroeg Piet op een bepaald moment of hij materieelbeheerder wilde worden. Piet gaf aan dat hij niet gekomen was om iemand anders van zijn plaats te stoten waarop van de Werf zei dat Rooijmans toch weg zou gaan. Hij werd toen materieelbeheerder.
Hij was degene die de nieuwkomers van nieuwe kleding voorzag en de pupillen naar de politieschool in Doenrade bracht.
Op de stoffige zolder van het politiebureau aan de Grote Berg was de materiaalopslag. Had je iets nodig dan stiefelde Piet de steile trap op naar de zolder waar hij zijn domein had.
In die tijd kreeg je kledinggeld en moest je jaarlijks je spullen laten zien of die nog in behoorlijke staat waren. Je sjouwde dan in een grote koffer je hele uitrusting naar het bureau.
Overhemden, broeken, jassen, petten, stropdassen etc. Was het niet in orde dan moest je nieuwe spullen aanschaffen. Was het in orde en had je kledinggeld over dat kreeg je dat overschot om dat elders in de stad aan iets anders nuttigs te besteden.
Menig jong collega die begon kreeg van Piet te horen: “Kom maar eens mee naar boven. Ik heb daar nog iets gebruikt hangen wat jou heel goed zal passen.” Was dat het geval dan spaarde je weer kleedgeld uit. Hij stond altijd voor iedereen klaar en was dan ook zeer gezien bij de politiemensen. Typisch een van degenen die je altijd bij blijven.
Toen hij in 1977 met pensioen ging heeft hij daar niet veel ruchtbaarheid aan gegeven. Hij vertelde dat het allemaal niet zo gegaan was zoals verwacht. Een bevordering werd tegengehouden wat hem op die hoge leeftijd nog enigszins dwars zat, hoewel hij vertelde dat de hoofdcommissaris die de bevordering had tegengehouden, hem daarvoor later zijn excuus had gemaakt.
Ook kon men via Piet wollen dekens en behang kopen. Piet had contacten gelegd met Rath en Dodenhefer. Omdat er collega’s waren die de zaak beduvelden is hij daar mee gestopt. Piet kreeg van de leverancier te horen dat iemand niet betaald had, wat die betreffende collega ontkende, waarop Piet met de gebakken peren zat.
Piet van Lieshout werd op 14 juni 2012 honderd jaar oud bij gelegenheid waarvan ik deze foto van hem maakte. Piet overleed op 102 jarige leeftijd in 2014.
Hij was de eerste van de oudgedienden van het korps gemeentepolitie Eindhoven die deze respectabele leeftijd bereikte.